Article

12.11.2019

Blue is the new green, of hoe de oceaan ons dagelijks leven en uw bedrijf kan veranderen

Ligt de toekomst van onze planeet op de bodem van de oceaan? Die vraag stond centraal op het recente Academy Café van BNP Paribas Fortis Corporate Banking. Lees verder en ontdek de mening van de experts.

"Een betere gezondheid, een beter milieu en een beter leven. Dat zijn de drie dingen waar de samenleving naar verlangt. Goed nieuws: de blauwe bio-economie kan ons in staat stellen om dat ideaal te bereiken", verzekerde Pierre Erwes (Executive Chairman van BioMarine) al bij het begin van het Academy Café op 21 oktober. "Broeikasgassen, plastic in de oceanen? We hebben de nodige technologie om dat te overwinnen." Genoeg om meteen de nieuwsgierigheid te wekken van ruim 200 deelnemers die speciaal naar het Academy Café, georganiseerd door ons Sustainable Business Competence Centre, waren gekomen om er de beloften van de blauwe bio-economie te aanhoren.

Waarover gaat het?

"De blauwe bio-economie omvat alles wat in de oceanen leeft en dat we duurzaam kunnen produceren om dan te transformeren tot producten met grote meerwaarde", vat Pierre Erwes het samen. De sector is in volle expansie en zou een omwenteling kunnen teweegbrengen in uiteenlopende sectoren zoals de gezondheidszorg, de voedingssector, de plasticindustrie, de cosmetica, energie, en zelfs de ruimtevaart. De sector doet dat door de unieke eigenschappen van organismen zoals algen, zeesterren, kwallen of zeekomkommers te gebruiken.

Nog een schepje microalgen?

De waterwereld biedt tal van mogelijkheden, en zeker microalgen lijken bijzonder veelbelovend, vooral in de duurzame-voedingssector. Alexandra Mosch (Head of Algae Division bij Abar United en vicevoorzitter van European Algae Biomass Association) bracht de uitzonderlijke eigenheden van die micro-organismen naar voren: ze kunnen zichzelf vernieuwen en gedijen zowel in de woestijn als in de oceaan. Ze bevatten vooral ook heel wat gezonde bestanddelen, zoals eiwitten, waarmee voedingsmiddelen kunnen worden ontwikkeld. Op het einde van dit jaar zal je bijvoorbeeld zalm kunnen proeven die samengesteld is op basis van microalgen!

Een nieuw soort plastic

Praat je over de oceanen, dan is de plasticproblematiek nooit veraf. En met reden, want de mens produceert steeds meer plastic naarmate de wereldbevolking toeneemt. "Over 30 jaar zal de productie waarschijnlijk verdrievoudigd zijn", zegt Maria Stewart (Project Manager bij Plastic Innovation Competence Centre). "We moeten dus een nieuwe benadering vinden, door van bij de ontwerpfase van een product al meteen rekening te houden met het recyclingaspect, zodat de verschillende bestanddelen gemakkelijk kunnen worden gescheiden, en onderscheiden, in het volledige proces."

Maar Maria Stewart vindt dat we nog verder moeten kijken. "De toekomst behoort vooral aan plastic dat afkomstig is van biomassa", legt ze uit. "Dat materiaal is nu al in voldoende grote hoeveelheden beschikbaar en toch gebruiken we er amper de helft van. Ook de oceanen hebben veel te bieden. In de nabije toekomst zou de productie op grote schaal en het gebruik van slimme natuurlijke polymeren een omwenteling kunnen teweegbrengen in de plasticfabricage. Die polymeren kunnen zich vernieuwen en aanpassen aan hun omgeving. Het plastic van morgen zal dus totaal anders zijn dan dat van vandaag."

En hoe past de financiële sector daarin?

Tot slot waren alle experts het erover eens dat de financiële sector in die evolutie een belangrijke rol te spelen heeft, maar ook bereid moet zijn om risico’s te nemen. "We hebben het over innovatie en dat houdt uiteraard risico’s in", aldus Alexandra Mosch. "We hebben dan ook investeerders en de financiële sector nodig om het potentieel van de mariene biodiversiteit helemaal duidelijk te maken, vooral dan in de voedingssector. En dat kan alleen door te investeren in de productiesystemen, in onderzoek en ontwikkeling, en door het publiek meer duurzaamheidsbewust te maken, zonder in greenwashing te vervallen."

MEER INFO

De groep BNP Paribas bevestigde onlangs opnieuw dat ze zich ertoe verbindt de oceanen te beschermen en formaliseerde haar bereidheid daartoe via dit document.

ZELF ACTIE ONDERNEMEN?

Wilt u uw overgang naar een duurzamer businessmodel versnellen? Laat het ons weten en ontdek hoe ons Sustainable Business Competence Centre u kan helpen.

Article

27.06.2019

Komt de oplossing voor de klimaatverandering van de natuur zelf?

De experts die zijn uitgenodigd voor ons Académy Café zijn ervan overtuigd dat er actie moet worden ondernomen in natuurgebieden zoals bossen en velden. En concrete oplossingen moeten uit de particuliere sector komen.

"Als we de geschiedenis van de mensheid tot een jaar terug zouden brengen, zou de industriële revolutie, en daarmee het verdwijnen van bijna 60% van de biodiversiteit van de planeet, plaatsvinden op 31 december om 23.59 uur, 59 minuten en 59 seconden."

Met die provocerende openingszin schoot Gaëtan Dartevelle, oprichter van Greenloop, het recentste Academy Café in Brussel op gang. (zie de presentatie) Een vijftigtal klanten van de bank kwamen er luisteren naar de oplossingen die een aantal experts voor de klimaatverandering aandroegen.

Natuurlijke oplossingen?

"De klimaatverandering ontspoort en de gevolgen dreigen dramatisch te worden. Duurzaamheid alleen volstaat dan ook niet meer", waarschuwt Aymeric Olibet, Sustainability Advisor bij Corporate Banking. "We moeten versneld oplossingen uitrollen om het broeikasgas op te vangen en het milieu en de ecosystemen te herstellen." (zie presentatie)

De CO2-deeltjes in de lucht opvangen en ze opslaan in de bodem en in bomen, is een oplossing die tijdens een vorig Academy Café aan bod kwam. De natuur zelf zou dus een deel van het probleem  kunnen oplossen. Maar is het niet te laat om in actie te komen?

Te laat niet, nee, maar volgens Marie-Noëlle Keijzer, oprichter van WeForest is er geen minuut meer te verliezen. "De bossen leveren al 30% van de oplossing voor de uitstoot van broeikasgas. Als we 10 miljoen km² bomen – zowat de oppervlakte van de Verenigde Staten – zouden herstellen, kunnen we de opwarming van de aarde beperken tot 1,5°C", legt ze uit. (zie de presentatie)

Een echte uitdaging, die WeForest probeert aan te gaan. De organisatie betrekt de privéspelers daarbij. Ruim 300 bedrijven, waaronder BNP Paribas Fortis, Nike, Brabantia en UCB, hebben zich geëngageerd voor een aantal projecten van de organisatie. WeForest plant bomen in Brazilië, Zambia en Ethiopië en helpt de lokale gemeenschappen het belang daarvan in te zien en er gebruik van te maken in hun eigen economische circuit.

De boeren ondersteunen

Als je weet dat de landbouw verantwoordelijk is voor 25% van de uitstoot van broeikasgassen, is het ook zinvol in die sector actie te voeren. Dat is een van de voorstellen van Chuck de Liedekerke, medeoprichter van Soil Capital. Zijn bedrijf helpt de boeren om hun bedrijfsmodel om te vormen, en te evolueren van degeneratieve naar regeneratieve landbouw.

"Het huidige landbouwmodel put  de bodem uit, helpt de biodiversiteit naar de verdoemenis, en braakt enorm veel broeikasgassen uit. Het alternatief gaat omgekeerd tewerk, en levert al snel een beter rendement", zegt Chuck de Liedekerke.

Soil Capital wil niet alleen de bodem opnieuw natuurlijk vruchtbaar maken, de waterbronnen herstellen en de CO2 in de grond opslaan, maar ook boerderijen die die weg opgaan, rendabel maken, en wel vanaf het eerste jaar. (zie de presentatie)

De landbouwers begeleiden, dat is ook de missie van Earthworm Foundation. Met haar 'Living soils'-programma ondersteunt die vzw de boeren in hun agro-ecologische transitie. Ze doet dat onder meer via dagelijkse opleiding over permanente-landbouwengineering en via studiereizen. In Noord-Frankrijk is intussen al een pilootgroep van 50 boeren – goed voor 12.000 hectare land – opgericht. Een wetenschappelijk comité werkt met hen samen om de gebruikte methodologie te valideren. (zie presentatie)

En nog veel meer..

Het is goed dat elk land, elke autoriteit of elk bedrijf zich inspant om zijn ecologische voetafdruk te verkleinen, maar het is niet genoeg. We moeten verder gaan en de resterende emissies in evenwicht brengen door projecten te steunen die duurzaam zijn of die CO2-emissies vermijden. Het ClimateSeed-platform, dat in samenwerking met de groep BNP Paribas werd gelanceerd, verbindt bedrijven of lokale overheden die hun CO2-uitstoot willen compenseren met promotoren van duurzame projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (Sustainable Development Goals). (zie presentatie)

Business, geen liefdadigheid

Tot besluit stelden de sprekers unaniem dat de voorgestelde oplossingen alleen haalbaar zijn met de medewerking van de privésector. Maar om de zaken in beweging te zetten, moeten de bedrijven die verandering in hun DNA inbedden.

"De bedrijven moeten zich om te beginnen vragen stellen bij hun ecologische voetafdruk en de milieuacties integreren in een echte marketingstrategie. Met goodwill alleen kunnen we de klimaatopwarming niet stoppen. Daarvoor moeten we onze bedrijfsmodellen aanpassen,” weet ook Marie-Noëlle Keijzer.

Duurzaamheid is een project dat wordt gebouwd, zich ontwikkelt en opnieuw wordt uitgevonden. Wilt u uw overgang naar een duurzamer businessmodel versnellen? Laten we erover praten en ontdek hoe ons Sustainable Business Competence Centre u kan helpen. ClimateSeed is een platform dat bedrijven en lokale autoriteiten die hun CO2-uitstoot willen compenseren samenbrengt met projectontwikkelaars die duurzame projecten implementeren om CO2-uitstoot te vermijden of te capteren. Deze online marktplaats is een initiatief van de Groep BNP Paribas om de vrijwillige handel in emissierechten transparanter en sneller te maken.

Article

18.02.2019

Het is nog niet te laat!

De experts van het IPCC trekken aan de alarmbel voor het klimaat. Volgens hun rapport is het nog mogelijk om de klimaatopwarming te beperken als er de komende jaren ongeziene maatregelen worden genomen.

Sinds 1950 zijn de hoeveelheden koolstofdioxide in de atmosfeer alleen maar toegenomen. De niveaus die sindsdien worden bereikt, zijn nooit eerder waargenomen op aarde. De eerste gevolgen van die verstoring kent iedereen maar al te goed: stijging van de temperatuur op aarde, sterke daling van de biodiversiteit, stijging van het niveau van de zeespiegel ...

Een daadkrachtig rapport

Het Intergovernmental Panel on Climate Change, of kortweg IPCC, publiceerde een rapport waarin wordt gezegd dat het nog mogelijk is om de meest dramatische gevolgen van de klimaatverandering te beperken en ons te wapenen tegen de meest onvoorspelbare gevolgen. Daarvoor moet er de komende jaren een reeks ongeziene maatregelen worden genomen. Volgens het IPCC is de Overeenkomst van Parijs niet ambitieus genoeg. Die Overeenkomst werd in 2015 ondertekend tijdens de COP21 en wil dat de verhoging van de gemiddelde temperatuur op aarde tegen 2100 onder 2 °C blijft ten opzichte van het pre-industriële niveau. Daarbij zal zelfs worden getracht om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 °C. Maar wat is nu precies het verschil tussen een temperatuurstijging van 1,5 en 2 °C? En welke maatregelen moeten worden genomen om de klimaatopwarming tegen te gaan? Het rapport van het IPCC brengt duidelijkheid. 

Wat zijn de gevolgen?

Ondanks het feit dat onze aarde al met gemiddeld 1 °C opgewarmd is ten opzichte van het pre-industriële niveau, kan het scenario van 1,5 °C nog op heel wat vlakken voor significante verschillen zorgen. Zoals? Extreme warmte in de bewoonde gebieden, en dus ook in Europa en België, waar de temperaturen kunnen stijgen tot boven 50 °C in de zomer, intensieve neerslag in de meeste streken wereldwijd, hogere risico's op droogte en ga zo maar door. Bij een klimaatopwarming van 2 °C zullen de risico's verbonden aan deze fenomenen nog significanter toenemen. Een stijging van meer dan 1,5 °C of zelfs meer dan 2 °C zou er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat de ijskap van Groenland onomkeerbaar afsmelt en dat de ijskap van Antarctica instabiel wordt. En dat zou op zijn beurt een stijging van het zeewaterniveau met meerdere meters kunnen veroorzaken. Het ergste gevolg is het ontstaan van een positief terugkoppelingsmechanisme, waarbij de opwarming nog sneller gaat en zichzelf gaat versterken. Gevolg? Bosbranden, het smelten van de permafrost waarbij enorme hoeveelheden methaan vrijkomen (een broeikasgas dat nog een stuk sterker is dan koolstof), opwarming van de oceanen enz.

Wat nu?

Eén ding is zeker: onze levensstijl zal drastisch veranderen. Willen we de klimaatopwarming beperken tot 1,5 °C? Dan moeten we volgens de experts de uitstoot van broeikasgassen met 45 % beperken tegen 2030 en rond 2050 een netto nul-uitstoot bereiken. Voor die doelstellingen is betrokkenheid en verandering in alle lagen van onze samenleving nodig, met andere woorden: van particulieren tot grote bedrijven. Naast de drastische vermindering van de uitstoot, is ook de opname van CO2 cruciaal om de doelstellingen te bereiken. In de eerste plaats zijn er de natuurlijke oplossingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de stopzetting van de ontbossing en herbebossing, maar ook aan een transitie in de voedingsmiddelenindustrie, met onder meer de overgang naar agro-ecologie. Ook op technologisch vlak bestaan er oplossingen om CO2 uit de atmosfeer te halen en onder de grond te stoppen of als grondstof te gebruiken. De toepassing van deze oplossingen op grote schaal is echter onderhevig aan verschillende haalbaarheids- en duurzaamheidsfactoren.

Bedrijven als motor van de verandering

Welk scenario er ook wordt gekozen, bedrijven zullen altijd een cruciale rol spelen om de te volgen weg te tonen. Daarom willen wij bedrijven begeleiden bij hun overgang naar een duurzame samenleving. Het klimaat vraagt om dringende acties en de ongelijkheid neemt toe. We kunnen dus niet anders dan bedrijven helpen bij het veranderen van hun businessmodel, zodat ze hun steentje bijdragen aan een 'duurzame welvaart'. Het Sustainable Business Competence Centre (SBCC) biedt bedrijven naast advies ook financieringsoplossingen om hen te helpen bij hun transitie naar meer duurzaamheid. In samenwerking met zijn partners, bouwt het SBCC voortdurend verder aan zijn expertise en deelt het die zowel intern (via opleidingssessies, Academy Cafés enz.) als extern (via Learning Expeditions, thema-evenementen, workshops enz.). Als grootste Belgische bank zijn wij ervan overtuigd dat we een belangrijke rol spelen om de Belgische ondernemers bewust te maken van deze thema's.

Article

02.05.2023

Hoever staan we op de weg naar duurzame mobiliteit?

BNP Paribas Fortis liet een onderzoek uitvoeren over mobiliteit. Daaruit blijkt dat dit een belangrijke uitdaging blijft de komende jaren. De bank is vastberaden om haar rol op te nemen.

Uit een onderzoek over mobiliteit uitgevoerd in november 2022 bij 2000 mensen, representatief voor de Belgische bevolking, blijkt dat de overstap naar elektrisch rijden hapert. Bijna 80% rijdt vandaag nog op diesel of benzine en meer dan een derde daarvan is niet van plan zijn of haar wagen op korte termijn in te ruilen voor een milieuvriendelijker exemplaar. Toch wil bijna 50% tegen 2029 elektrisch rijden. Maar dan moeten er wel wat hindernissen weggewerkt worden. Ook de bank moet volgens twee derde van de respondenten een proactieve rol opnemen bij de transitie naar een duurzame mobiliteit.

  • Nog maar 10% van de wagens in het straatbeeld is vandaag elektrisch, hybride of rijdt op waterstof. De gebruikers ervan zijn wel zeer tevreden. Openbare laadpalen zijn een knelpunt. De meeste gebruikers hebben een eigen laadpaal. Het klimaat blijft het belangrijkste argument om over te stappen.
  • Veranderen van mobiliteitsgewoontes is niet zo eenvoudig. De switch naar elektrificatie verloopt traag en er zijn meer incentives nodig zoals fiscale maatregelen, maar vooral een verplichting van de overheid. De prijzen moeten ook omlaag, net als de praktische nadelen van rij- en oplaadtijden.
  • Als gevolg daarvan is ook het enthousiasme over nieuwe mobiliteitsinitiatieven eerder gematigd. Al heeft een app die mobiliteit combineert, vooral in grote steden, veel slaagkansen.
  • Mobiliteit en werk zijn sterk verbonden. 1 op de 3 besteedt er minstens een uur per dag aan. Telewerken is slechts een oplossing voor 50%. De andere helft van de respondenten heeft de mogelijkheid niet om af en toe thuis te werken.
  • Niet iedereen is al vertrouwd met deelauto’s, -fietsen en laadpalen. Er moet nog meer bewustzijn gecreëerd worden rond nieuwe mobiliteit.

Mobiliteitspartner

BNP Paribas Fortis wil absoluut blijven bijdragen aan een meer duurzame mobiliteit en een mobiliteitspartner zijn voor zowel professionele als particuliere klanten. Dat doen we door u goed te informeren over alle voordelen van een milieuvriendelijke overstap. Maar ook door u ondersteuning te bieden via financiering, verzekering en leasing. En tot slot willen we via innovatieve diensten een globaal antwoord bieden op de mobiliteitsbehoeften van morgen.

Article

02.05.2023

Beroepsverplaatsingen: de opmars van de fiets

Met de fiets naar het werk in plaats van met de auto? Werknemers doen het steeds vaker. Philippe Kahn, expert in mobiliteitsoplossingen, legt ons uit hoe en waarom.

In onze ambitie om onze verplaatsingen milieuvriendelijker te maken, zien we dat het gedrag stilaan verandert en bijvoorbeeld het gebruik van de fiets toeneemt, ook en vooral voor beroepsverplaatsingen. Daarover vertelt Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval BNP Paribas Group.

Twee op de drie Belgen houden van zachte mobiliteit, vooral van fietsen

Uit de enquête 'Mobility Tomorrow & Beyond' van Profacts blijkt dat twee op de drie Belgen kiezen voor zachte mobiliteit. "Maar de grote verandering is vooral het almaar frequentere gebruik van de fiets voor beroepsverplaatsingen en woon-werkverkeer. Dat geldt ook voor wie naar school of naar het kinderdagverblijf gaat, dankzij de komst van elektrische bakfietsen op de markt", verduidelijkt Philippe Kahn.

Een gunstig reglementair kader

Maar welke elementen kunnen dat frequentere gebruik van de fiets voor beroepsverplaatsingen verklaren? "Laten we eerst even stilstaan bij de evolutie van het reglementaire kader", antwoordt Philippe Kahn. "De creatie van het federale mobiliteitsbudget opende de deuren naar een interessante alternatieve mobiliteit voor alle werknemers. Dat budget laat immers toe om binnen een fiscaal voordelig loonpakket een comfortabele bedrijfsfiets te kiezen. Het mobiliteitsbudget kan zelfs gebruikt worden om de kosten van je woning te dekken als je meer dan de helft van de tijd thuiswerkt of binnen een straal van 10 km van je werkplek woont. Het is dus bijvoorbeeld mogelijk om een bedrijfswagen te vervangen door een mix van een elektrische fiets en een tegemoetkoming in die huisvestingskosten. Daarnaast zullen twee nieuwe maatregelen vanaf 1 mei 2023 die trend nog versterken: de verhoging van de fietsvergoeding voor woon-werkverkeer naar 27 cent netto per afgelegde km, maar ook de uitbreiding van het recht op die vergoeding naar alle Belgische werknemers. Concreet betekent dit dat wie voor die verplaatsingen kiest voor de fiets, daar voortaan een substantiële beloning voor krijgt."

De investeringen in openbare infrastructuur werpen vruchten af

Er is nog een andere belangrijke reden voor het toegenomen fietsgebruik: de evolutie van de wegeninfrastructuur. Philippe Kahn: "Wat je kan overtuigen om met de fiets naar het werk te komen, is de zekerheid dat je je traject veilig aflegt. Enkele jaren geleden was fietsen naar bijvoorbeeld je werk in Brussel niet zo simpel. Maar tegenwoordig maakt de fietsinfrastructuur die trajecten steeds veiliger, onder meer dankzij de fietssnelwegen waar alleen fietsen rijden. Naast Vlaanderen en de grote steden wordt er nu ook volop geïnvesteerd in de rest van het land. De voorbije jaren is er in Brussel heel wat veranderd en ook in Wallonië begint het te bewegen.”

Eén Belg op de twee woont binnen een straal van 15 km van het werk

Ook de afstand die je aflegt om naar het werk te komen, speelt een cruciale rol in de aantrekkelijkheid van de fiets. "Eén Belg op de twee woont op maximaal 15 km van het werk, een afstand die je makkelijk met de fiets kan afleggen", voegt Philippe Kahn eraan toe. "De evolutie van de infrastructuur in combinatie met dat gegeven, maakt dat fietsen voor professionele verplaatsingen voor veel Belgen een realistische optie is. En de vergoeding van 27 cent per kilometer zal hen nog meer aanmoedigen om de stap te zetten."

Wat is het federale mobiliteitsbudget?

Dat systeem maakt het mogelijk om het budget dat oorspronkelijk aan de bedrijfswagen werd toegekend, te verdelen over drie pijlers in een loonpakket. Die drie pijlers zijn:

  • een wagen die geen of weinig CO2 uitstoot (minder dan 95 g/km), zoals een elektrische wagen;
  • duurzame vervoermiddelen, waaronder de fiets, maar in sommige gevallen ook huisvestingskosten, zoals de huur of de terugbetaling van een hypothecaire lening;
  • een cash uitbetaling van het saldo van het mobiliteitsbudget.

Dat mechanisme van het mobiliteitsbudget laat bijvoorbeeld toe om een thermische bedrijfswagen te laten vallen voor een elektrische wagen en een fiets, en dat aan dezelfde fiscaal gunstige voorwaarden, zowel voor de werkgever als voor de werknemer.

78% van de professionele leasefietsen is elektrisch

Om tegemoet te komen aan de behoeften van bedrijven en hun personeel heeft Arval fietsleasing geïntegreerd in zijn aanbod. Die 'full services' leasing dekt onder meer het onderhoud, de pechverhelping, verzekeringen of herstellingen, zoals dat gewoonlijk voor een wagen gebeurt. Philippe Kahn wijst ook graag op enkele zeer significante tendensen. "60% e-bikes en 18% speed pedelecs: in totaal is 78% van de bedrijfsfietsen die we leasen elektrisch. Ook het succes van de topfietsen valt heel duidelijk op, met een kostprijs van enkele duizenden euro's, bijvoorbeeld elektrische bakfietsen.

Vanwaar dat succes? Ongetwijfeld uit opportuniteit: met het mobiliteitsbudget of cafetariaplan van de werkgever worden dergelijke fietsen betaalbaarder. Maar dat is misschien ook een gevolg van de eigenheden van onze fiscale regelgeving: de fiscale stimulans wordt groter naarmate de fiets duurder wordt. Een andere interessante vaststelling is dat wanneer de fiets een auto vervangt, dat meestal de tweede auto van het gezin is. Een radicale vervanging van de auto door de fiets is dus nog niet aan de orde, maar door de invoering van de bedrijfsfiets kan in elk geval het totaal aantal afgelegde kilometers met de wagen verminderd worden."

Digitale toepassingen om de sprong te wagen

Tot slot wijst Philippe Kahn op een laatste element dat de fiets kan helpen om zich als professioneel vervoermiddel bij uitstek te profileren. "Ik denk dat technologie, en dan vooral digitale toepassingen, veel kunnen veranderen. We mogen verwachten dat de markt van toepassingen voor professionele fietsverplaatsingen sterk zal groeien. Het businessmodel van het huren van een elektrische fiets 'on the go' is nu al gebaseerd op een smartphoneapp. Beeld je maar eens het succes in van een app waarmee je een fietsvriendelijke route kan bepalen die veilig is en geschikt is voor beroepsverplaatsingen, en de nieuwe versnelling die dat voor dit type verplaatsingen kan betekenen", besluit Philippe Kahn.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top