Een compensatie voor de CO2-uitstoot van uw activiteit om de herbebossing in het Amazonewoud te financieren? Dat is het principe van de koolstofcompensatie. Een vrijwillige keuze die ook voor uw bedrijf voordelig is!
In de strijd tegen de klimaatopwarming is de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen een topprioriteit. Zowel landen als bedrijven doen er alles aan om doeltreffende oplossingen te vinden voor een koolstofneutrale toekomst. Een van die oplossingen is de vrijwillige koolstofcompensatie of -bijdrage. Maar hoe werkt dat precies?
Compenseren wat u niet kunt verminderen
Bij de meeste activiteiten op onze planeet wordt CO2 uitgestoten ... en die is vaak niet terug te dringen. Dankzij het principe van de koolstofcompensatie kunnen de verschillende spelers op eigen initiatief hun uitstoot compenseren via de betaling van een bepaald bedrag. Met dat bedrag worden projecten gefinancierd om een hoeveelheid CO2 die gelijk is aan de CO2 (of een ander broeikasgas) die werd uitgestoten, te besparen (of op te vangen). Omdat er ook een markt bestaat voor 'vrijwillige compensatie', ligt dit mechanisme ook binnen handbereik van bedrijven (individueel of in groep) die de weg van de ecologische transitie willen inslaan.
Welke voordelen voor uw bedrijf?
Het systeem steunt op een 'win-win-win'-principe: niet alleen onze planeet en het gefinancierde project winnen erbij, maar ook de bedrijven die via dit systeem hun uitstoot in evenwicht willen brengen.
- Een bewijs van uw engagement
De koolstofcompensatie is een mooi bewijs van uw bewustwording als bedrijf en van het feit dat u volop de kaart van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) trekt. Een extra stap in de richting van een duurzame transformatie ...
- Een concurrentievoordeel
Met de koolstofcompensatie helpt u niet alleen onze planeet, maar speelt u ook in op de verwachtingen van uw klanten en partners. In deze steeds veranderende wereld hebben consumenten en leveranciers immers steeds meer oog voor de duurzame aanpak van bedrijven. De koolstofcompensatie is dus een cruciaal element om u te onderscheiden van de concurrentie.
- Een imagovoordeel
Een bedrijf dat zich met de nodige overtuiging inzet voor onze planeet, moet die inspanningen ook concreet kunnen benutten in zijn communicatie. Hoewel een certificering niet verplicht is op de markt van de vrijwillige compensatie, werden er wel verschillende labels in het leven geroepen om bedrijven te helpen hun weg te vinden en ook hun aanpak te laten renderen.
En concreet?
Een eerste reflex is een koolstofbalans van uw activiteiten. Die eerste stap is cruciaal. De koolstofbijdrage loopt doorgaans via gespecialiseerde spelers die 'koolstofkredieten' verkopen. De markt is in volle groei en qua spelers is er keuze te over. En daarna? Daarna volgt de concrete toepassing op het terrein via projecten die (heel vaak) te maken hebben met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) van de Verenigde Naties: herbebossing, energie-efficiëntie of investering in hernieuwbare energie. De bijkomende voordelen zijn daarbij vaak niet te verwaarlozen: lokale jobcreatie, behoud van de biodiversiteit of minder lucht- en watervervuiling. Aan de andere kant van de keten bieden sommige bedrijven (zoals luchtvaartmaatschappijen) hun klanten ook de mogelijkheid om zich te engageren door mee hun steentje bij te dragen aan deze financieringsinspanning.
Een omstreden mechanisme?
Heel vaak zien we dat greenwashing als een zwaard van Damocles boven dergelijke initiatieven hangt. En ook de koolstofcompensatie ontsnapt hier niet aan. Om die reden moet het systeem absoluut strikte regels volgen en beantwoorden aan controleerbare criteria. Vandaar het belang van referenties en labels zoals de Gold Standard van het WWF. Een bijdrage is bovendien pas efficiënt als het gaat om een 'bijkomend' project – dat er met andere woorden nooit was geweest zonder de financiering – en wanneer de hoeveelheid CO2 die werd vermeden, meet- en controleerbaar is.
Vrijwillig of verplicht?
Hoewel het gaat om een vrijwillige aanpak, zal de klimaatdreiging ongetwijfeld heel wat spelers aanzetten om erop in te zetten. Van de koolstoftaks en de compensatiemechanismen die werden ingevoerd door het Verdrag van Kyoto (dat 'vervuilende' bedrijven verplicht om door de VN gecertificeerde kredieten aan te kopen), tot het CORSIA-systeem dat in werking treedt vanaf januari 2021 om de luchtvaartsector 'aan te moedigen' om zijn uitstoot van broeikasgassen te stabiliseren ... en vanaf 2027 ook verplicht wordt. Goedschiks of kwaadschiks dus. Maar zoals heel vaak het geval is, hebben de pioniers ook hier een streepje voor, omdat zij de koolstofcompensatie al integreerden in hun globale transitie-aanpak. Want wat het ene bedrijf als een verplichting ziet, is voor het andere een concurrentievoordeel.
En last but not least nog dit advies: de vrijwillige koolstofbijdrage is wel degelijk een nuttig systeem, maar zie het vooral als een aanvulling op uw inspanningen om uw ecologische voetafdruk te verkleinen.
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
04.06.2020
Duurzame transitie: waarom nu?
Een duurzame transitie is essentieel om de klimaatproblematiek aan te pakken. Maar daarvoor moeten we goed begrijpen wat de inzet precies is ... Terug naar de basis: belangrijke feiten en cijfermateriaal!
Steeds meer bedrijven nemen duurzaamheid op in hun bedrijfsstrategie ... Maar toch kan het nuttig zijn om terug te gaan naar de oorsprong van waarom dit nu zo belangrijk is (voor ons allemaal). Waarom moeten de economische spelers – en de maatschappij in haar geheel – een nieuwe weg inslaan? Omdat de huidige weg doodloopt op een muur! De planeet blijft er maar op hameren dat de context van vandaag niet die van morgen is: van klimaatopwarming over natuurrampen tot ingrijpende crisissen op het vlak van milieu, gezondheid, voeding en bevolking. Sommige economische spelers hebben ingezien dat het vijf voor twaalf is en gaan de uitdaging dan ook vol aan ... Ze kiezen voor verandering om niet te eindigen tegen die muur. En om te kunnen voortbestaan in een andere toekomst die er onvermijdelijk zit aan te komen. Maar dan moeten we de signalen en hun sneeuwbaleffecten natuurlijk wel begrijpen!
1,5 °C
Een van de hoekstenen van de klimaatproblematiek: de klimaatopwarming tegen eind deze eeuw onder de grens van 2 °C houden. Daartoe verbonden 195 landen zich in het Akkoord van Parijs dat werd ondertekend in 2015. Maar de praktische uitwerking ervan laat op zich wachten ... En iedere dag die voorbijgaat, benadrukt de inspanningen die nodig zijn om de doelstelling nog te bereiken. En als we niets of niet genoeg doen? Experts verwachten dat de klimaatopwarming tegen 2100 met maar liefst 4,8 °C kan toenemen … met desastreuze gevolgen voor onze toekomst !
26 tot 77 cm
Het is een domino-effect: de opwarming van de aarde heeft een enorme impact op onze ecosystemen. En ieder fenomeen heeft op zijn beurt weer gevolgen voor andere factoren. 26 tot 77 cm? Dat is hoeveel de zeespiegel in 2100 naar schatting zal gestegen zijn ten gevolge van een temperatuurstijging van 1,5 °C. En als die stijging niet 1,5 maar 2 °C zou bedragen? Iedere 10 cm meer komt overeen met 10 miljoen meer mensen die worden getroffen door de risico’s van een hogere waterstand!
Maar dat zijn niet de enige tekenen van de omvang van het probleem:
- 170 miljoen hectaren bos zouden tegen 2030 kunnen verdwijnen ;
- Een half tot een miljoen diersoorten wordt vandaag met uitsterven bedreigd;
- De sneeuwlaag, het pakijs en de berggletsjers smelten sneller dan ooit;
- De toenemende zuurtegraad van de oceanen brengt tal van ecosystemen in gevaar.
29 juli
Earth Overshoot Day in 2019. Dat (hier en daar betwiste) concept geeft aan dat we alle grondstoffen hebben opgebruikt die de aarde in 365 dagen kan produceren. In 2030 zullen we wellicht al vanaf eind juni ‘op krediet’ leven, terwijl dat punt in de jaren 80 nog ergens begin november lag. Een overexploitatie van de planeet die niet oneindig kan doorgaan ... Temeer omdat de wereldbevolking exponentieel blijft toenemen: tegen 2050 zullen we met 9 miljard zijn. En die stijging oefent een ongeziene druk uit op de aarde en haar grondstoffen.
40%
Ons klimaatsysteem steunt op een wankel evenwicht, onder andere door de uitstoot van broeikasgassen die worden geproduceerd door onze menselijke activiteiten. Er is dringend een radicale ommezwaai nodig om het probleem aan te pakken. De Europese Unie heeft zich ertoe verbonden om de uitstoot tegen 2030 met 40% te verlagen, maar ook om het aandeel van de hernieuwbare energieën op minstens 32% te brengen en de energie-efficiëntie met minstens 32,5% te verbeteren. Alles hangt met elkaar samen en een koolstofarme toekomst (misschien met nog wel veel grotere inspanningen) lijkt hoe langer hoe meer de enige mogelijkheid om de klimaatopwarming en de bijbehorende gevolgen te bestrijden. Dat betekent dat we in alle sectoren helemaal anders zullen moeten gaan produceren en consumeren en dat de wetgeving dienovereenkomstig moet worden aangepast.
12.000 miljard dollar
De risico’s zijn niet min ... Maar er liggen ook kansen voor het grijpen. Het ene evenwicht verstoren om er een nieuw te creëren en daarbij rekening houden met duurzaamheid en het voortbestaan van de generaties na ons. Een grote uitdaging die komend decennium voor 12.000 miljard dollar aan commerciële opportuniteiten per jaar zou kunnen opleveren. Deze mogelijke meevaller zou voortkomen uit de invoering van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (DOD) van de Verenigde Naties in verschillende sectoren (voeding, landbouw, steden, energie en grondstoffen en gezondheid).
0
Dat is de tijd die we nog hebben voor we eraan moeten beginnen. De veiligste manier om te beginnen bouwen aan duurzaamheid is door risico’s om te zetten in successen. De ‘cijfers’, ook al staan ze soms ter discussie of zijn ze open voor interpretatie, liegen er niet om: de wereld verandert in sneltempo. In deze context is het van fundamenteel belang dat we ons zakenmodel evalueren en herzien. Niet omdat het zo leuk is om het wiel opnieuw uit te vinden, maar om die muur recht voor ons te vermijden. Niets doen zal ons duur komen te staan, dus we moeten handelen nu alles nog draait. En dat is nu meteen!
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
27.05.2020
Wat is de “reden van bestaan” van mijn bedrijf?
Het is de eerste vraag die u zich moet stellen om uzelf te heruitvinden. En terecht: voor u kunt bepalen wie u wilt worden, moet u weten wie u bent. De basis van elke identiteit. Een noodzakelijke introspectie!
Wie wil voldoen aan de vereisten van de toekomst - commercieel, ecologisch, reglementair of financieel - moet bereid zijn om te veranderen. Hoe kunnen we er immers vanuit gaan dat de bedrijven van vandaag klaar zijn voor de wereld van morgen, terwijl de planeet een grondige metamorfose ondergaat? Het is de logica zelve. Maar de uitdagingen zijn complex. De verandering lijkt soms zelfs op een berg waarvan de paden en de top moeilijk zichtbaar zijn. Alhoewel ... misschien hebt u “gewoonweg” een nieuwe kijk nodig om de te bewandelen weg te ontwaren. De missie? Nadenken over de fundamenten van uw onderneming. Haar reden van bestaan in vraag stellen om haar actieveld correct in te schatten, uw model te transformeren en nieuwe opportuniteiten bloot te leggen. Klaar om u neer te vlijen op de sofa?
Maar waarom uzelf heruitvinden?
Wat er op het spel staat? Het is een kwestie van uzelf in vraag stellen of in vraag gesteld worden. Als u het niet zelf doet, doen de markt, uw klanten, uw leveranciers of de wetgeving het in uw plaats. En dan is het misschien wel te laat. Het proces vereist een grondige analyse van de uitdagingen en van alle aspecten van uw activiteit. Het idee bestaat erin aan “introspectie” te doen.
- Bepaal de immateriële middelen van uw bedrijf: van de ervaring van uw werknemers tot de organisatiemethodes en de processen en tools of de relationele middelen naar de betrokken partijen toe
- Spoor alle potentiële waardebronnen op: van uw productieketen tot de distributie
- Neem de positieve en negatieve externaliteiten die uw model met zich meebrengt onder de loep: het is een manier om nieuwe opwaarderingsmethodes te bepalen op monetair en niet-monetair vlak.
Deze “creatieve” oefening is echter moeilijker dan ze lijkt ...
Mezelf heruitvinden zegt u?
Het komt erop neer dat u een nieuwe blik werpt op uw bedrijf. Uw kaarten - uw troeven - terug samennemen en opnieuw schudden. Innoveren om nieuwe inzichten te krijgen. Maar op het vlak van innovatie worden bedrijven vaak belemmerd door “functionele fixatie” volgens dit artikel van de Harvard Business Review. Een cognitieve bias die ervoor zorgt dat we soms niet zien wat er vlak voor onze ogen gebeurt. Wat dat betekent? “Ten opzichte van een alledaags voorwerp schuiven we meteen de secundaire eigenschappen, die niet noodzakelijk zijn voor het gebruik ervan, aan de kant. Het is een neurologische tactiek die doeltreffend is in ons leven van elke dag, maar een heus obstakel vormt voor onze creativiteit”. Waarvoor dient een basketbal? Om basketbal mee te spelen. Maar in een leeggelopen bal kunt u iets in stoppen. Deze “insight problems” kunnen worden opgelost door een gekend begrip: out-of-the-boxdenken. Concreet? Wat als uw afval een grondstof zou worden? Waarom niet overstappen van een verkooplogica op basis van volume naar een vorm van monetisatie die gericht is op het gebruik van een geïntegreerde oplossing?
Zijn opent nieuwe horizonten
Maar om “out-of-the-box” te denken, moet u zich eerst concentreren op wat u bent, in plaats van op wat u doet! In een ander artikel ging de Harvard Business Review in op het grote verschil tussen “zijn” en “doen”. Laten we als voorbeeld een fabrikant van koffiemachines nemen. Stel dat deze fabrikant zijn bestaansreden omschrijft als “het ontwerp, de productie en de verdeling van kwaliteitsvolle koffiemachines”. Dat is een beperkende visie die weinig ruimte laat voor creativiteit. Als dit bedrijf zich echter voorneemt “om mensen vijf minuten puur geluk en gezelligheid te bieden rond een verdeler van warme dranken”, dan verruimt het meteen zijn innovatieperspectieven (zijn potentiële bedrijfsmodellen). Er zijn bij wijze van spreken duizend modellen en manieren van aanpak om vijf minuten geluk te bieden! Daarom mag u uw “reden van bestaan” niet verwarren met wat u (vandaag) “doet”.
Mijn reden van bestaan?
We hebben het dan niet over uw intenties, noch over uw sociale doelstelling, noch over uw branding, ... Neen, het gaat om de bijdrage die uw bedrijf vandaag en morgen wil leveren tot de belangrijkste uitdagingen waar we voor staan (economisch, sociaal, maatschappelijk, ecologisch). Een vorm van vereniging, overeenstemming en coherentie met uw waarden, uw cultuur en uw doelstellingen. Uw reden van bestaan slaat een brug tussen uw economisch project en uw duurzaam engagement. Een visie die vervolgens vertaald moet worden in concrete, meetbare en ... weloverwogen acties. Hoe u zichzelf kunt terugvinden? Bevrijd uw gedachtegang ... Het is een cruciale stap die soms gespecialiseerde hulp vereist.
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
10.06.2020
'Zero emissies' als doelstelling: een nieuwe uitdaging voor bedrijven
De uitstoot van broeikasgassen is een van de belangrijkste kwesties op het vlak van milieu en klimaat. In die mate zelfs dat 'koolstofneutraliteit' een levensbelangrijk doel wordt voor bedrijven.
"Mik op de maan, zelfs als je mist zul je tussen de sterren belanden." Deze wijsheid is een perfecte samenvatting van de uitdaging waar we vandaag voor staan als het gaat om de uitstoot van broeikasgassen. Een ambitieus standpunt – waarvoor dank, Oscar Wilde – dat onder meer verklaart waarom de 'zero carbon'-doelstelling er bij iedereen stevig ingebakken moet zitten. En terecht: hoe langer het duurt, hoe zwaarder de inspanningen die we moeten leveren, met name om de engagementen van het Akkoord van Parijs na te leven en de impact van de opwarming van de aarde in te dijken. Het doel? De stijging van de temperatuur onder 2 °C houden, en idealiter zelfs rond 1,5 °C. Hoewel de Europese Unie zich al engageerde om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 40% te verlagen, "streeft zij er ook naar om klimaatneutraal te zijn" tegen 2050.
Twee 'scholen'
Om deze ambitie waar te maken, kijken we in de eerste plaats naar de bedrijven. Toch zijn er verschillende manieren om de zaken onder ogen te zien. Of zoals Churchill het samenvatte: "A pessimist sees the difficulty in every opportunity; an optimist sees the opportunity in every difficulty". Een koolstofvrije toekomst betekent een nieuwe wereld op verschillende vlakken: regelgeving, handel, economie, energie en noem maar op. Neem nu de mobiliteit: van de koolstoftaks tot de lage-emissiezones ... de regeringen voeren almaar meer maatregelen in om hun engagementen na te komen. Van eenvoudige beperkingen tot de veroudering van bepaalde businessmodellen: deze evolutie zal ongetwijfeld een impact hebben op uw activiteiten én op het voortbestaan van uw bedrijf. En dat geldt voor alle sectoren. Achter deze risico's schuilen echter ook nieuwe opportuniteiten. Nieuwe behoeften om in te lossen, markten die voor verbetering vatbaar zijn, nieuwe technologieën die nog ontwikkeld moeten worden en noem maar op. Maar om de toekomst niet te moeten ondergaan, moeten we vandaag al anticiperen!
- Nieuwe markten
CO2 is onze grootste vijand. Maar innoveren betekent ook anders gaan denken. De problemen omkeren en van koolstof bijvoorbeeld een troef maken! Zo duiken er vandaag tal van innovatieve spelers op die het thema benutten om nieuwe markten te gaan verkennen: van koolstofboekhouding tot opvang en opslag van CO2. Maar ook energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en waterstof komen aan bod. We staan waarschijnlijk nog maar aan het begin van deze revolutie ... Die vereist dat we onze ingesteldheid veranderen, risico's durven te nemen en zo inzetten op technologieën die hun sporen nog niet eens hebben verdiend. Maar wie nu als eerste durft te springen, heeft ongetwijfeld zijn voorsprong mee.
- Innovatieve en duurzame businessmodellen
Nieuwe manieren bedenken om zaken te doen? Dat kan bijvoorbeeld door in te zetten op de circulaire economie. Dat betekent dat we van paradigma moeten veranderen en ons model van binnenuit moeten aanpassen: al onze activiteiten evalueren en nieuwe oplossingen bedenken. De volledige waardeketen herbekijken om zo dicht mogelijk bij de 'zero emissie' te geraken, samenwerken met partners (klanten, leveranciers enz.) of opnieuw gaan nadenken over onze strategie om waarde te creëren, zowel voor de klant als voor het bedrijf. Het is dan ook geen toeval dat een grote klepper als Ikea maar liefst 200 miljoen euro investeert in de transformatie van zijn supply chain. Met onder meer de ambitie om tegen 2030 100% hernieuwbare energie (elektriciteit, verwarming, koeling en andere brandstoffen) te gebruiken voor zijn productie.
- Gedragsverandering
De 'low carbon'-golf breidt steeds verder uit en trekt stilaan de hele samenleving – en met name de consumenten – mee. Voor een bedrijf zou het fataal zijn om de nieuwe behoeften en verwachtingen van zijn klanten naast zich neer te leggen. Van vliegreizen (en de mobiliteit in het algemeen) tot de vleesconsumptie: individuele keuzes sijpelen steeds meer door in onze denkoefening voor meer duurzaamheid. Bedrijven moeten anticiperen op die bewustwording ... Zeker nu we ook bij de beleggers een gelijkaardige nieuwe mindset zien. Impact is hét codewoord voor financiers! Bedrijven die mee kiezen voor een duurzame aanpak, weten bovendien steeds meer kapitaal aan te trekken. Economische waarde en duurzaamheid zijn dus meer dan ooit met elkaar verbonden.
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
17.06.2020
Hoe vindt u uw weg in de certificaten voor duurzame gebouwen?
De bouwsector verandert van paradigma om in te spelen op de klimaatdreiging. Maar hoe wordt de duurzaamheid van gebouwen gemeten? Milieucertificaten spelen een belangrijke rol!
De bouwsector is verantwoordelijk voor bijna een vijfde van de uitstoot op wereldschaal en weegt dus zwaar door als het gaat om broeikasgassen. Als we rekening houden met de levensduur van een gebouw, dan blijft die impact ook verschillende decennia hangen ... De klimaatopwarming dwingt de sector dus om zichzelf heruit te vinden en duurzamer te worden. Maar hoe kunnen we energie-efficiënte gebouwen ontwerpen en bouwen met een neutrale (of zelfs positieve) impact op het milieu?
Een lastige vraag. Maar het antwoord vinden we bij certificaten. Certificaten zijn onmisbare instrumenten waarmee we de prestaties van een gebouw kunnen meten tijdens de volledige levensduur en op basis van vooraf bepaalde criteria. Een vertrouwensgarantie voor de volledige keten, zeg maar: niet alleen voor de bouwers, maar ook voor het bedrijf (de klant) én de overheid. Is uw hoofdzetel aan renovatie toe of laat u een nieuwe vestiging bouwen? Dan vormt de naleving van deze normen een belangrijke uitdaging. Bovendien zijn ze een uitstekende manier om uw duurzame transitie waar te maken, uw activa te valoriseren en uw milieu-engagement kracht bij te zetten.
Ruime keuze aan referenties
Energieverbruik, materiaalkeuze, technologische beslissingen, koolstofvoetafdruk, ... Allemaal elementen waar u rekening mee moet houden vanaf het ontwerp van uw gebouw tot u het ook daadwerkelijk in gebruik neemt. Het overzicht van referenties is echter vrij complex en er bestaan ook verschillende standaarden naast elkaar. Zo is er in Frankrijk het label HQE, in de Verenigde Staten LEED, in Duitsland Passivhaus of DGNB en in het Verenigd Koninkrijk BREEAM, om maar enkele voorbeelden te noemen. De certificaten uit het buitenland worden algemeen erkend in de sector. En terecht, want vertrouwen en naambekendheid zijn cruciaal in dit domein!
De nummer één: BREEAM
Met meer dan 2 miljoen gecertificeerde gebouwen wereldwijd en 424 in België blijft BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) een van de voornaamste certificaten in ons land. De evaluatiemethode bestaat uit negen groepen van criteria: management, gezondheid, energie, water, transport, materialen, recyclage, milieu en vervuiling. Dit certificaat bestaat sinds 1986 en bevat vijf certificeringsniveaus. Het is gebaseerd op volledige berekeningen met één centraal doel: de impact van een gebouw op het leefmilieu verkleinen en tegelijk zorgen voor een betere levenskwaliteit voor de gebruikers.
... en de rest
- Het Passivhaus-certificaat
Eén certificaat volstaat voor een gebouw doorgaans niet. Bovendien zijn sommige labels gericht op zeer specifieke domeinen. Zo verwijst het Duitse label 'Passivhaus' naar de energieprestaties van gebouwen. De gebouwen met dit label besparen tot 90% energie door efficiënt gebruik te maken van zonlicht, interne warmtebronnen en warmterecuperatie.
- Zero-energy buildings
Kort uitgelegd gaat het om gebouwen die netto nul energie verbruiken: de totale hoeveelheid energie die wordt gebruikt, is dus min of meer gelijk aan de hoeveelheid hernieuwbare energie die ter plaatse wordt geproduceerd. Achter die benaming 'zero-energy building' schuilt echter soms een andere realiteit op het vlak van gebruik: het verschil zit vaak in het aandeel en de herkomst van de hernieuwbare energie. Naast de zero-energy buildings zijn er ook nog de 'autonomous buildings' (energie-onafhankelijke gebouwen) en de 'energy-plus-houses' (energiepositieve gebouwen).
- Nearly zero-energy buildings of Bijna-energieneutraal: de Europese standaard
Dit concept werd concreet omgezet in een Europese norm die alle lidstaten vanaf 2021 zullen moeten volgen. Elk nieuw gebouw moet vanaf dat moment een energieverbruik van bijna nul hebben ... Dat kan dankzij de hoge energieprestaties van het gebouw en omdat de zeer kleine hoeveelheid energie die nodig is uit hernieuwbare energiebronnen wordt gehaald.
- Mooie voorbeelden
Naast al deze certificaten zijn er ook nog andere initiatieven die duurzaam bouwen stimuleren. Zo is er bijvoorbeeld de Belgische Energie-en Milieuprijs die wordt uitgereikt aan voorbeeldige projecten in verschillende categorieën zoals de 'Sustainable Energy Award' en de 'Sustainable Building Award'. Een belangrijke troef voor bedrijven die hun inspanningen in de kijker willen zetten.
En als afsluiter?
Om af te sluiten, zetten we graag nog even het bouwproject 'Warandeberg' in de kijker: de nieuwe maatschappelijke zetel van BNP Paribas Fortis is namelijk een mooi voorbeeld van een sterk engagement. En dat is ook helemaal terecht, want het bouwproject 'Warandeberg' heeft al het tussentijdse ‘Design Stage’-certificaat gekregen, met bovendien de vermelding 'excellent', die doorgaans slechts 10% van de projecten halen. Het gaat om de eerste van twee stappen op weg naar een definitief label eens alles klaar is. We benadrukken tot slot nog dat deze certificaten geen doel op zich mogen zijn en moeten passen bij een holistische duurzame aanpak waarbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de ecologische, economische, esthetische en maatschappelijke verwachtingen.
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!