De Executive's Guide to 21st Century Corporate Citizenship bundelt de best practices om maatschappelijk verantwoord ondernemen op een duurzame manier te integreren in de activiteiten van uw bedrijf.

Een flinke dosis Corporate reputation zou hierbij wonderen doen ...
Elke moderne organisatie ondervindt, ongeacht haar grootte, een wisselwerking met haar omgeving en met het milieu in het algemeen. Zowel klanten, leveranciers als investeerders van het bedrijf moeten daarmee dus rekening houden om het voortbestaan van de activiteiten te vrijwaren en duurzame ontwikkeling te garanderen. En dat heeft alles te maken met het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen dat werd gedefinieerd door de Europese Unie.
Zodra landen zelf niet meer in staat zijn om sociale problemen op te lossen, zijn alle blikken gericht op de bedrijven, die steeds meer op zoek zijn naar nieuwe vormen van rechtvaardiging. De term maatschappelijke onderneming komt als geroepen in die zoektocht naar rechtvaardiging en in de vernieuwing van de relaties tussen de economische wereld die gericht is op winst en de politieke wereld.
Executive's Guide to 21st Century Corporate Citizenship is het boek van Dave Stangis en Katherine Smith en biedt essentiële oplossingen om de diepgaande verandering van het paradigma van deze tijd te begrijpen. Het geeft elk individu binnen het bedrijf de nodige tools en ideeën om de productiviteit, innovatie en waardecreatie voor de aandeelhouder te verhogen, maar ook om de veerkracht van de waardeketen te verhogen, wat de hele gemeenschap ten goede komt. 'Corporate reputation' is dus voortaan onlosmakelijk verbonden met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf.
De grote principes
In de organisatie heerst een verticale benadering en iedereen draagt zijn steentje bij om die organisatie op tastbare wijze te definiëren. Het gaat dus om een collectieve inspanning.
Met enkele gemeenschappelijke basisregels kunnen bedrijven dat doel bereiken: de verwachtingen uitvoerig beschrijven, focussen op de hoofddoelstelling (de bedrijfsmissie volgens de visie van het management) en de specifieke troeven van het bedrijf onderstrepen. Elke component van de globale structuur wordt geanalyseerd en de band tussen de spelers wordt versterkt.
In een markt die voortdurend in beweging is en steeds globaler wordt, blijkt het bepalen van de volgende innovatie voor een massaal publiek een bijna onmogelijke uitdaging. De bedrijven die het uitstekend doen op het vlak van waardecreatie, zijn dan ook de bedrijven die erin slagen om zich te onderscheiden van hun concurrenten op het vlak van de 'maatschappelijke verantwoordelijkheid' (waar ze niet meer omheen kunnen) en tegelijk zorgen voor ontwikkeling op lange termijn met respect voor het milieu en het welzijn in het algemeen.
16.12.2024
“De digitale kloof blijft hardnekkig”
“Niet alleen ouderen, maar ook jongeren en werkenden missen digitale vaardigheden”, zegt Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll.
Ondanks de groeiende digitalisering blijven veel mensen achter. In België loopt 40% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar het risico op digitale uitsluiting. Hoewel ouderen vaak als de meest kwetsbare groep worden gezien, blijkt dat ook jongeren het digitaal moeilijk hebben. Bij jongeren tussen 16 en 24 jaar heeft bijna een derde zwakke digitale vaardigheden, met een piek van 52% bij jongeren met een laag diploma.
Dat zijn best verrassende cijfers. Jongeren groeien toch op met digitale tools?
“Mensen denken vaak dat jongeren ‘digital natives’ zijn omdat ze handig zijn met sociale media. Maar een TikTok-filmpje maken of scrollen op Instagram betekent nog niet dat je online kan bankieren of een sollicitatieformulier kan invullen.”
Ook armoede speelt een grote rol bij de digitale kloof.
“Absoluut. Voor 25% van mensen in armoede is een smartphone het enige digitale toestel dat ze hebben. Hoewel dat een basisvorm van toegang biedt, is een smartphone vaak ongeschikt voor belangrijke taken zoals het opstellen van een cv of het indienen van een belastingaangifte. Zonder een computer of stabiel internet blijven veel digitale deuren gesloten.”
Wat zijn nog meer redenen voor die digitale kloof?
“Vaak missen mensen de nodige digitale skills. Ze hebben nooit basisvaardigheden geleerd zoals een zoekmachine gebruiken, een bijlage toevoegen aan een e-mail of een app downloaden. Zonder die kennis wordt de digitale wereld ontoegankelijk. En dan is er nog digitale stress. Angst om fouten te maken, gehackt te worden of privacy te verliezen houdt velen tegen. Zelfs als de vaardigheden er zijn, kiezen sommigen er bewust voor om geen gebruik te maken van digitale diensten. Technologie roept bij hen wantrouwen en onrust op en dat zorgt voor een belangrijke barrière.”
Welke rol kunnen bedrijven spelen om die kloof te dichten?
“Bedrijven kunnen een sleutelrol spelen op verschillende vlakken. Het is niet alleen een sociaal probleem, maar ook een economische uitdaging. Minder digitale mensen zijn vandaag zowel klanten als potentiële werknemers. Daar als bedrijf bewust van zijn, is de belangrijkste eerste stap. Maar ook werknemers ondersteunen is nodig. De medewerkers van de groendienst in Gent kregen bijvoorbeeld een opleiding om hun belastingaangifte online in te vullen. Dergelijke initiatieven geven mensen praktische vaardigheden én zelfvertrouwen. En tot slot moeten bedrijven een digitale check doen. Meten is weten. Het is niet omdat iemand dagelijks met een laptop werkt, dat die persoon digitaal vaardig is.”
Wat doet BNP Paribas Fortis concreet om digitale inclusie te bevorderen?
“Er lopen verschillende initiatieven. In 2020 hebben we DigitAll opgericht, een platform om kennis en ‘best practices’ te delen rond digitale inclusie. Vandaag brengen we meer dan 130 organisaties samen. DigitAll ontwikkelde bijvoorbeeld een checklist waarmee bedrijven kunnen testen hoe toegankelijk hun apps en websites zijn. Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken. Sinds 2021 ondersteunt de bank ook een leerstoel aan de VUB die de link tussen digitale inclusie en mensenrechten onderzoekt.”
Hoe belangrijk zijn tools in dit verhaal?
“Gebruiksvriendelijke tools zijn een must. Zo werken wij samen met Emporia, een fabrikant van gebruiksvriendelijke smartphones voor minder digitaal vaardige gebruikers. Bij klanten die zo’n smartphone aankopen, installeren we vooraf onze app.”
Digitale stress kwam al aan bod, hoe vang je dat op?
“Via bewustwordingscampagnes. We willen dat onze klanten onze tools met vertrouwen gebruiken. De bank heeft ook oog voor digitaal minder vaardige klanten. Dankzij ons partnership met bpost kunnen alle klanten terecht in het postkantoor van hun dorp voor alle basisbankverrichtingen.”
Bedrijven hebben er dus alle belang bij om digitale inclusie te bevorderen?
“Zo is dat. Digitale inclusie vraagt een blijvende inspanning, ook van overheden en onderwijsinstellingen. Niemand mag achterblijven. Bedrijven die nu actie ondernemen, werken niet alleen mee aan een betere samenleving, maar ook aan hun eigen toekomst in een wereld die steeds digitaler wordt.”
“Zonder gedegen digitale vaardigheden blijven veel digitale deuren gesloten.”
“Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken.”
“Beperkte digitale vaardigheden blijven een barrière voor het dichten van de digitale kloof.”
Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll
09.12.2024
Veilig ondernemen met BNP Paribas Fortis
Elke ondernemer kan ervan meespreken: de financiële markten zijn onvoorspelbaar en dat brengt risico’s met zich mee. Wij reiken u oplossingen aan om uw onderneming in alle veiligheid te leiden.

Van klein tot groot, van binnen- tot buitenland: als u als ondernemer de markt opgaat en uw uiterste best doet om uw onderneming te laten groeien en bloeien, komen er onvermijdelijk momenten waarop u tijdens het zakendoen risico’s loopt. Frédéric Raxhon, Head of FI Midcap Sales bij Transaction Banking van BNP Paribas Fortis, is specialist in de materie. Hij geeft met veel kennis van zaken een inkijk in de manier waarop BNP Paribas Fortis werk maakt van veilig ondernemen.
Raxhon heeft een duidelijk zicht op de impact van volatiliteit in de markten op de dagelijkse werking van kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Zijn voorgeschiedenis als bankier in corporate finance, aandelen en derivaten, en in het begeleiden van holding- en beursgenoteerde bedrijven doet hem met een geroutineerde blik naar de marktwerking kijken.
Raxhon: “Wij begrijpen zeer goed dat prijsonzekerheid, in de vorm van volatiliteit op de financiële markten, een serieuze impact kan hebben op de werking en winstgevendheid van ondernemingen. Daarom monitoren wij de markten en hun volatiliteit voortdurend: als de prijzen snel schommelen, lopen onze klanten het risico om te duur aan te kopen en te goedkoop te verkopen. We hebben wat dat betreft ons deel gehad de afgelopen jaren: een sterke stijging van de rentevoeten, een energiecrisis met zeer volatiele prijzen, en een sterke stijging van de inflatie.
We blijven volatiliteit in die markten verwachten. Zo zijn er geopolitieke spanningen en oorlogen die aanslepen. Maar ook verkiezingen veroorzaken volatiliteit, omdat ze er vaak voor zorgen dat landen hun houding ten opzichte van economie veranderen. Zo spreekt Trump over een significante verhoging van douanerechten voor de Verenigde Staten. Dat zal een impact hebben op de wereldwijde groei en inflaties. Ook de vergroening van de maatschappij door de energietransitie, hoe positief dat proces ook is, vormt een bron van onzekerheid. Ondernemingen moeten daardoor bijvoorbeeld enorme investeringen doen, en er is nog geen duidelijkheid over welke technologieën zullen overleven …
Al die factoren tonen vooral één ding aan: ondernemingen hebben nood aan begeleiding, waarin ze een oplossing op maat krijgen aangereikt, om ervoor te zorgen dat volatiele markten zo goed als geen invloed op hun werking hebben en ze zich op hun core business kunnen concentreren.”
Oplossingsgericht
Die oplossing komt van een partner die een marktleiderspositie heeft in het veiligstellen van nationaal én internationaal ondernemen.
Raxhon: “Het gaat bij BNP Paribas Fortis heel vaak over het beheren van risico’s van ondernemingen die een aantal eenvoudige wensen op hun verlanglijstje hebben staan: ze willen op een gewone, dagelijkse manier zakendoen; aankopen tegen een zo vast mogelijke prijs; hun lonen betalen in een stabiele omgeving; verkopen aan klanten met een rendabele, standvastige marge … Als ze in de markt onzekerheid ervaren bij hun werking, staan wij klaar om hen daarin te begeleiden en oplossingen aan te dragen voor verschillende scenario’s.
Dat kan gaan van ondernemingen die stabiliteit willen als ze goederen aan- of verkopen in een andere munt, over het beheersen van wisselvallige interestvoeten in huidige of toekomstige leningen, tot het scheppen van een stabiele financiële omgeving waarin ze gestaag hun lonen kunnen betalen. Maar we dekken ook grondstoffen in: ondernemingen die veel energie, metaal, of bijvoorbeeld tarwe gebruiken – nog maar een paar van de grondstoffen die aan prijsfluctuaties onderhevig zijn – mogen op onze expertise rekenen om hun onzekerheid naar zekerheid om te buigen.
Als ondernemingen aan het einde van het jaar met de budgetten van de komende jaren bezig zijn, is het nemen van assumpties in budgetten en kosten een factor waarmee de toekomstige markten natuurlijk geen rekening houden. En dat kan voor ongerijmdheden zorgen in de werking van het komende boekjaar. Ook daarvoor dragen wij regelmatig oplossingen aan, die vertrouwen injecteren in dat hele proces. Wij helpen ondernemers om de ‘viabiliteit’ van hun onderneming onafhankelijk te maken van wat er op de financiële markten gebeurt. Die voortdurende oplossingsgerichtheid, in elk scenario, zit er bij BNP Paribas Fortis ingebakken.”
Internationale voeling
Omdat Belgische ondernemingen almaar vaker de stap naar het buitenland zetten, is het cruciaal om met een internationale blik naar de zich ontwikkelende economie te kijken.
Raxhon: “In de economische ruimte is alles sterk met elkaar verweven. De energiecrisis, bijvoorbeeld, speelde zich niet alleen binnen de nationale grenzen af. De elektriciteitsprijzen bij ons waren in die tijd ook rechtstreeks gelinkt aan het feit dat Frankrijk gedurende een periode minder nucleaire energie kon leveren. De Amerikaanse verkiezingen hebben, door de zenuwachtigheid van beleggers en de markten daarrond, een rechtstreekse invloed op zakendoen in de internationale ruimte. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
We verwachten trouwens dat die wederzijdse afhankelijkheid en volatiliteit zal aanhouden: er zijn een groot aantal trends in de economie en in de wereld die de onzekerheid voeden. Daarom is het zo belangrijk om de voeling met die wereld en die onzekerheden te behouden. Bij BNP Paribas Fortis doen we dat door gebruik te maken van een wereldwijd netwerk van experts, dat eigenlijk nooit slaapt. Wát er ook gebeurt en wáár het zich ook afspeelt: altijd zijn er wel mensen van onze bank in de buurt die de situatie opvolgen en ons in realtime raad geven over hoe we onze klanten daar het best over informeren. Dat netwerk, dat is voor ons en onze klanten goud waard.”
22.06.2023
Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie
Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?
De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.
Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.
Dit zijn hun voornaamste conclusies ...
1 – We moeten een versnelling hoger schakelen
Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.
Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.
2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!
Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.
Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.
De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.
Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.
Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.
3 – De transitie naar koolstofneutraliteit
De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.
4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie
Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.
Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.
Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.
Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.
5 – Banken spelen een sleutelrol
Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.
Graag meer info?
De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.
07.12.2020
Scale-up sluit megacontract af in volle coronacrisis
De Antwerpse scale-up IPEE transformeert gewone toiletten tot innovatieve producten. BNP Paribas Fortis is hierbij meer dan enkel een financiële partner. Zo kwam IPEE al meermaals in contact met de juiste mensen via het netwerk van de bank.

‘Het klassieke urinoir heeft geen brein. Het infrarood-oog detecteert enkel dat er iemand voor het urinoir staat. Het gevolg? Veel waterverspilling en miserie’, zegt Bart Geraets, die in 2012 samen met Jan Schoeters IPEE oprichtte.
De scale-up bedacht nieuwe meettechnologie die toelaat om doorheen het keramiek van een urinoir te detecteren wanneer iemand plast of wanneer het urinoir verstopt geraakt. Met die innovatieve technologie ontwierp de scale-up urinoirs die de helft minder water verbruiken en toiletten die zonder aanraking kunnen worden bediend.
Strak ontwerp
‘IPEE is een atypische scale-up die innoveert in een sector waar de voorbije decennia weinig is veranderd’, zegt Conchita Vercauteren, relatiebeheerder binnen de Innovation Hub van BNP Paribas Fortis.
Jan Schoeters: ‘Aanvankelijk trokken we vooral de kaart van de duurzaamheid. Maar al snel voelden we dat bij niet-residentiële toepassingen de potentiële waterbesparing ondergeschikt is aan het operationele karakter. We moesten toegevoegde waarde kunnen bieden aan elke stakeholder van het aankoopproces.’
Er werd gekozen voor strakke ontwerpen om architecten en de eindgebruiker te verleiden. De eenvoudige installatie trekt installateurs over de streep en onderhoudsmensen zien de voordelen van het strakke ontwerp – dat makkelijk te poetsen is – en toiletten die nooit overlopen.
Investeerders nodig
Tot in 2015 staken Schoeters en Geraets samen met Victor Claes, expert in meetmethodes en grondlegger van de IPEE-technologie, hun energie in productontwikkeling en marktverkenning. De financiering was vooral afkomstig van geld dat ze ophaalden in hun netwerk van friends, fools and family.
Voor productie en commercialisatie moesten ze uit een ander vaatje tappen. Geraets: ‘We hadden een product, maar dat was niet klaar voor verkoop. Om die stap te nemen, hadden we investeerders nodig.’
De zoektocht naar nieuwe investeerders was een uitdaging. Schoeters: ‘We zijn geen software-ontwikkelaars en we zijn niet actief in een sexy sector. Daardoor vallen we uit de boot bij een grote doelgroep van investeerders.’
De jonge scale-up trok de aandacht van Ronald Kerckhaert, die eind 2015 zijn succesvolle bedrijf Sax Sanitair had verkocht. ‘Hij heeft ons gepusht om groot te denken, meer dan we zelf durfden. Hij heeft zich ook nooit georiënteerd naar een exit. Zijn uitdrukkelijke doelstelling was om ons product wereldmarkt in de markt te zetten’, zegt Schoeters.
Groeipad
Intussen heeft IPEE een indrukwekkend groeitraject afgelegd. Het productaanbod werd uitgebreid en er werden nieuwe sectoren aangeboord: onderwijsinstellingen, kantoorgebouwen en ziekenhuizen. De technologie wordt intussen gebruikt door Kinepolis, Texaco, Schiphol en Changi Airport (Singapore).
‘We hebben ons heel snel gericht op Azië, omdat nieuwe technologie daar sneller wordt omarmd’, zegt Geraets. De IPEE-technologie wordt verdeeld in onder meer Singapore - waar de scale-up een eigen verkoopkantoor heeft -, China, Thailand en Vietnam. Zowat de helft van de omzet komt uit het buitenland, al zal de coronacrisis dit jaar wel sporen nalaten.
Supporter
‘Mijn grootste kopzorg is om gezond te groeien’, zegt Bart Geraets. Een voordeel voor IPEE is dat in coronatijden hygiëne hoog op de agenda staat. Het touchless sanitair van de scale-up komt daaraan tegemoet.
Tegelijkertijd is waterschaarste en de nood om zuinig om te springen met water erg actueel. Geraets: ‘We merken dat we in deze gekke tijden nog meer voet aan de grond krijgen. In volle coronacrisis sloten we een contract af met de grootste fabrikant van sanitair wereldwijd. Het komt er nu op aan om onze business, het personeelsbeleid en de marketing verder te professionaliseren.’
De huisbankier is daarbij een belangrijke partner. Schoeters: ‘Die is toch meer dan enkel een financiële organisatie. Via het netwerk van de bank zijn we al meermaals in contact gekomen met de juiste mensen. Onze bankier voelt eerder aan als een supporter die ook mee zijn schouders zet onder ons verhaal.’