Minder broeikasgassen, meer hernieuwbare energie en een grotere energie-efficiëntie. Dat is het Europese strijdplan tegen de klimaatverandering.
Het klimaatplan van de Europese Unie moet de opwarming van de aarde afremmen. Bedoeling is dat de gemiddelde temperatuur op aarde maximaal twee graden hoger mag liggen dan tijdens het pre-industrieel tijdperk. Europa wil vooral de uitstoot van broeikasgassen (BKG) aanpakken, omdat die de hoofdschuldigen zijn van de klimaatopwarming.
De EU vertaalde het klimaatplan naar drie hoofdobjectieven, met als targetdatum 2020:
- de uitstoot van de broeikasgassen met 20% verminderen tegenover het niveau van 1990
- het aandeel van de hernieuwbare energieproductie optrekken naar 20%
- de energie-efficiëntie met 20% verhogen/opdrijven.
Het plan moet niet alleen een klimaatramp helpen afwenden, het moet de EU ook een economische boost geven. Zo rekent Europa op twee miljoen extra jobs door innovatie en energie-efficiëntie. Die efficiëntie moet op haar beurt de Europese concurrentiekracht opkrikken. Door meer in te zetten op hernieuwbare energie, kan Europa zijn energie-afhankelijkheid van de rest van de wereld afbouwen.
Volgens het klimaatplan kan de grotere efficiëntie en de lagere afhankelijkheid de EU tussen de 175 en de 320 miljard EUR besparingen opleveren. Ten slotte zou ook de gezondheid van de Europese burger erop vooruitgaan. Schonere lucht vermindert de gezondheidsrisico’s, wat zich vertaalt in lagere medische kosten.
Met dank aan de crisis!
Nobele doelstellingen zonder twijfel, maar hoe ver staan we vandaag? Op het eerste gezicht ziet het er goed uit. De 28 lidstaten hebben de uitstoot van broeikasgassen met 18% teruggedrongen. Het objectief van 20% ligt dus binnen handbereik. Opvallend is ook de verminderde energieconsumptie. In 2012 werd er in Europa 7,5% minder energie verbruikt dan in 2005. Je mag gerust van een trendbreuk spreken, want tussen 1990 en 2007 nam de energieconsumptie onafgebroken toe.
Toch is enige nuance op zijn plaats, want de trendbreuk is grotendeels op het conto te schrijven van de economische crisis. De uitstoot van broeikasgassen daalde nooit zo snel als in 2008, met maar liefst 7,3% om precies te zijn. Van 2009 tot 2012 is de daling minder scherp. In die periode is de lagere uitstoot voor de helft toe te schrijven aan de economische afkoeling.
Tussen haakjes: wie z’n horizon verruimt, ziet een heel ander verhaal. De inspanningen van de EU worden tenietgedaan door andere regio’s. Tussen 1990 en 2011 steeg de wereldwijde CO2-uitstoot met bijna 50%. De toename liet zich vooral voelen in China, waar de CO2-emissie op twee decennia verdrievoudigde.
Emissie: nood aan coördinatie
Doelstelling twee dan. Tussen 2004 en 2012 is het aandeel van hernieuwbare energie toegenomen met 70%. Die stijging is te wijten aan de lagere installatiekosten van windmolens en zonnepanelen, gecombineerd met een voordelig steunsysteem.
Volgens de laatste voorspellingen zal de EU zijn doelstellingen qua emissie moeiteloos halen, al blijven de verschillen tussen de lidstaten groot. Amper 15 lidstaten zitten op schema, de 13 overige moeten bijkomende maatregelen nemen. De EU pleit daarom voor een betere afstemming tussen de verschillende nationale klimaatplannen. De Europese Commissie waarschuwt ook voor aanpassingen aan de subsidiesystemen. Potentiële investeerders aarzelen om milieuprojecten te financieren. Volgens Europa gaat ook de afbouw van de administratieve rompslomp niet snel genoeg.
Belgisch rapport gemengd
En in eigen land? Het Belgische rapport bevat plussen en minnen. De 20-20-20-doelstellingen gelden voor de globale EU, met afzonderlijke doelstellingen voor elke lidstaat. Voor België liggen die vast op 13-15-18. Ons land is in elk geval goed op weg om zijn doelstellingen inzake hernieuwbare energie te halen: het aandeel van dit type energie komt stilaan in de buurt van 10%. De doelstelling van 13% tegen 2020 is dus realistisch. Met de andere objectieven is het slechter gesteld. De uitstoot van broeikasgassen lag in 2012 6% lager dan in 1990. Het streefdoel van 15% tegen 2020 staat ver af.
Eenzelfde vaststelling geldt voor de doelstellingen op vlak van energie-efficiëntie. Ons land blijft voorlopig steken op een verbetering van 9%, amper de helft van de vooropgestelde 18%. Overigens moeten deze Belgische doelstellingen voor 2020 nog altijd worden verdeeld tussen de gewesten.
Ondertussen kijkt de Europese Raad al naar 2030. Samengevat komt het hier op neer: 20-20-20 wordt 40-27-27. Wordt vervolgd met andere woorden...
23.05.2016
Zo investeert u slim en rendabel in duurzame energie
Veel ondernemers willen wel, maar durven niet. Logisch, want groene investeringen zijn vrij nieuw en behoorlijk complex. De sleutel ligt bij maatwerk.
Als ondernemer hebt u nauwelijks grip op de stijgende energieprijzen. Nochtans wegen die zwaar door op het budget. Door te investeren in duurzame energie slaat u twee vliegen in één klap: een kostenbesparing én goed risicobeheer.
In een crisisperiode is het belangrijk de kosten te drukken, dat geldt ook voor de energiekosten. Veel ondernemers gaan er ten onrechte van uit dat energiebesparingen alleen gerealiseerd kunnen worden door te investeren in dure technologieën en materialen. Dat hoeft niet noodzakelijk het geval te zijn. Vaak is het een kwestie van de juiste technische keuzes te maken bij het ontwerp en de toepassing van de energieprojecten.
Bedrijven besteden best ook aandacht aan hun energiebevoorrading. België is erg energie-afhankelijk, we importeren netto meer elektriciteit dan we uitvoeren. Die energieafhankelijkheid, in combinatie met de voortdurende prijsstijgingen, verzwakt onze economie en bedreigt de concurrentiekracht. Bedrijven die investeren in hernieuwbare energie (windmolens, zonnepanelen, ...) of de energieprestatie van hun gebouwen (bijvoorbeeld door de installatie van een efficiënt verwarmingssysteem) zijn minder afhankelijk van de schommelende energieprijzen.
Ook het groene imago is mooi meegenomen. Door te investeren in duurzame energie onderstrepen bedrijven hun maatschappelijk engagement.
Raar maar waar: ondanks al die voordelen van duurzame investeringen hebben veel ondernemers koudwatervrees. Daar zijn verschillende redenen voor. Om te beginnen zijn veel technieken behoorlijk complex en gespecialiseerd. Verder is de potentiële rentabiliteit niet altijd even makkelijk te becijferen.
Multidisciplinaire aanpak graag!
Maar hoe pakt u een duurzame investering dan wel aan? Denk eraan dat een duurzame investering een multidisciplinair project is, waarbij verschillende actoren betrokken zijn. Projectontwikkelaars, beleggers, studiebureaus, bouwheren en financieringsinstellingen kunnen best zo snel mogelijk aan tafel gaan zitten om zo veel mogelijk vraagtekens weg te werken.
Nog een tip: maak zo snel mogelijk een afspraak met de bank. De afdeling Sustainable Energy Services van BNP Paribas Fortis stelt gratis specialisten ter beschikking. Naast de haalbaarheid van het project analyseren de experts ook de technische en financiële risico’s. Ondernemers krijgen ook begeleiding bij mogelijke overheidssteun en het wettelijke en reglementaire kader van de investeringen. Sustainable Energy Services volgt het investeringsdossier nauwgezet op. De specialisten vergelijken de verschillende financieringssystemen, zoals een traditionele banklening, leasing of een energieprestatiecontract. Het resultaat? Financiering op maat.
Advies met raad en daad...
Sustainable Energy Services heeft de voorbije jaren enkele mooie projecten gerealiseerd.
- In Roeselare verminderde Karel Sterckx nv zijn energiefactuur met maar liefst 30% door de bouw van twee windturbines
De onderneming produceert champignonsubstraten, zeg maar een ondergrond om champignons in te kweken. De klimaatinstallatie die daarvoor nodig is, verbruikt handenvol energie, 15.000 MWh elektriciteit per jaar om precies te zijn, ongeveer evenveel als het energieverbruik van 4.000 gezinnen. De bouw van windmolens lag voor de hand, maar de ondernemers begrepen dat de investering complex is. Onze deskundigen ontfermden zich over de bouwvergunning, de rentabiliteitsstudie en de financiering. Het resultaat mag gezien worden: vandaag produceren de twee windturbines samen 5.300 MWh per jaar, goed voor een energiebesparing van 30% en 4.000 ton minder CO2-uitstoot.
- Het Luikse ISSOL ontwikkelt fotovoltaïsche projecten
De onderneming rekent op BNP Paribas Fortis voor de financiële structurering van haar projecten. ISSOL bouwt niet alleen zonnepanelen voor particulieren en bedrijven, het bedrijf treedt ook op als sleutel-op-de-deurdienstverlener. Kort gezegd komt het hierop neer: een bedrijf of een lokaal bestuur sluit een contract met ISSOL om een gebouw om te vormen tot een ‘elektrische centrale’, door de installatie van zonnepanelen. ISSOL financiert die werken en staat in voor het beheer van de centrale. In ruil ontvangt ISSOL de inkomsten van de elektriciteitsproductie. Onze specialisten hebben deze financiële constructie mee vormgegeven.
- Verlichtingsexpert VSE bouwt een passiefkantoor in Neder-Over-Heembeek
Het bedrijf zocht een innoverende financiering voor de constructie van dat passiefgebouw. BNP Paribas Fortis stelde een onroerende leasing van 6,6 miljoen EUR voor: 5,7 miljoen EUR voor de constructie van het gebouw en 900.000 EUR voor de verwerving van een recht van opstal op het stuk grond, waardoor de klant de aankoopprijs van de grond gedeeltelijk kan herfinancieren. Het gebouw zal na de oplevering door BNP Paribas Leasing Solutions ter beschikking worden gesteld via een financiële lease met een looptijd van vijftien jaar. VSE betaalt vanaf dan periodieke huurgelden voor de aflossing van de financiering.
23.05.2016
Schommelende energieprijzen? Zo beperkt u het risico
Hoe kan een bedrijf zich indekken tegen de schommelende energieprijzen? Om die vraag te beantwoorden, moet je een heuse specialist zijn. Veel bedrijven doen daarom een beroep op een onafhankelijke energieadviseur, zoals GDF Suez Trading.
Sales trader Stéphane Pirotte van GDF Suez Trading legt uit hoe bedrijven zich kunnen wapenen tegen de schommelingen op de energiemarkten.
“In essentie heb je twee mogelijkheden. Verwacht je prijsstijgingen? Koop vandaag. Denk je dat de prijzen dalen? Stel je aankoop uit. In verschillende gesprekken achterhalen we de energiebehoefte van de klant, het aankoopvolume, de dekkingsgraad, maar ook het risicoprofiel en de doelstellingen van de onderneming. Sommige bedrijven verkiezen een strikte budgettaire controle, andere opteren voor een dynamische aanpak. Ons advies is onafhankelijk: we zeggen niet met welke leverancier u in zee moet gaan. Dat garandeert onze klanten een optimale oplossing.”
Welke elementen bepalen de energieprijzen en wat zijn de verwachtingen voor de komende maanden?
Dit zijn volgens GDF Suez Trading de 5 belangrijkste variabelen:
- De macro-economische situatie
De energiemarkten volgen de economische conjunctuur. Voor elk procentpunt dat de economie groeit, neemt de wereldwijde vraag naar energie toe met ongeveer 0,6%. Ook de economie in de groeilanden speelt een belangrijke rol. Neem nu India. Dat land is een grote verbruiker van fossiele brandstoffen, zoals steenkool. Een toename (of een daling) van de Indiase economie zal dus gevolgen hebben op de steenkoolprijs. En ten slotte beïnvloedt ook de wisselkoers de energieprijzen. Olie en steenkool, bijvoorbeeld, noteren in Amerikaanse dollar. Een sterke euro vergroot met andere woorden de koopkracht van de Europese industrie op de energiemarkt.
- Olie: prijzen opnieuw in de lift
De huidige oliemarkt is stijgend, nadat de prijs voor een vat Brent-olie op enkele maanden tijd gedaald was van 110 naar 50 dollar. Veel bedrijven hebben zich toen op lange termijn ingedekt door olie tegen een zeer lage prijs te kopen. Vandaag zien we een stijgende vraag, vooral in de groeilanden en Europa, waar de steunmaatregelen van de ECB stilaan hun vruchten schijnen af te werpen. Volgens GDF Suez Trading zou de prijs voor een vat Brent-olie eind 2015 kunnen oplopen tot 70 dollar.
- Steenkool: daling zet zich door
De steenkoolprijzen zijn de voorbije jaren gekelderd. Daarin speelt de toenemende ontginning van schaliegas in de VS een belangrijke rol. Zo moest Colombia, tot voor kort een van de belangrijkste steenkoolleveranciers van de VS, noodgedwongen op zoek naar andere afzetmarkten. Het Zuid-Amerikaanse land levert vandaag meer dan vroeger aan Europa. Er speelt ook een ander effect: de daling van de emissierechten in Europa maakt de opwekking van elektriciteit door steenkool voordelig (zie verder). België profiteert minimaal van de lage steenkoolprijzen omdat ons land maar één operationele steenkoolcentrale meer heeft.
- Aardgas: lagere productie in Europa zorgt voor meer volatiliteit
Europa is voor zijn aardgas hoofdzakelijk aangewezen op import. Amper 30% van onze aardgasbehoefte komt uit EU-landen als Nederland, het VK en Denemarken. De aardgasproductie in de EU neemt elk jaar af. In Nederland bijvoorbeeld zal de aardgasproductie op amper twee jaar tijd met ruim 19 miljard kubieke meter dalen. Ter vergelijking: België verbruikt jaarlijks 15 miljard kubieke meter... Op korte termijn wordt de dalende Europese productie gecompenseerd door een verhoogde invoer uit Rusland.
Ons land importeert ook lng, aardgas dat bij een temperatuur van -160°C vloeibaar is geworden, waardoor het per schip kan getransporteerd worden. De grote opslag in Loenhout maakt ons land relatief immuun voor grote vraagschommelingen. Op lange termijn is het uitkijken naar nieuw af te sluiten samenwerkingsverbanden met onder meer Azerbeidzjan en Turkmenistan. Die overeenkomsten kunnen de Europese aardgasbevoorrading verzekeren.
- Emissierechten: hervorming gewenst
De vervuiler betaalt. Dat is het basisprincipe van de emissiehandel. Europa introduceerde het mechanisme om de uitstoot van o.a. broeikasgassen te verminderen. Het systeem is behoorlijk ingewikkeld. Het komt erop neer dat vervuilende bedrijven steeds hogere emissierechten zouden moeten betalen. Maar het mechanisme had geen rekening gehouden met de gevolgen van de financieel-economische crisis. Resultaat: de emissierechten werden goedkoper, waardoor bedrijven vandaag amper ‘gestraft’ worden voor hun schadelijke uitstoot
23.05.2016
Een analyse van de Belgische energiemarkt
De liberalisering, de opkomst van hernieuwbare energie, de aangekondigde kernuitstap: de Belgische energiemarkt stond de voorbije jaren niet stil.
Al die evoluties hebben een impact op de productie, de prijzen én de bevoorrading. Laten we eerst het energielandschap even onder de loep nemen. De Belgische elektriciteitsmarkt wordt bevolkt door maar liefst zes spelers:
- de elektriciteitsproducenten
Zij staan aan het begin van de keten. De producenten wekken energie op in onder andere kerncentrales, STEG-centrales (stoom- en gasturbine), windmolen- of zonneparken en waterkrachtcentrales. Al die stroom komt terecht in het transmissienet (hoogspanning) of in de distributienetten (laag- of middenspanning).
- de energiebeurzen
Hier kopen of verkopen de marktspelers hun energie. Het systeem bevordert de concurrentie en een transparante prijszetting.
- de transmissienetbeheerders
Zij zijn verantwoordelijk voor het beheer van de transmissienetten op hoge en zeer hoge spanning. België heeft één transmissienetbeheerder, Elia. België is natuurlijk geen eiland. De transmissienetten van alle Europese landen zijn met elkaar verbonden. Landen kunnen dus elektriciteit importeren of exporteren, in functie van hun behoeften.
- de distributienetbeheerders
Zij zijn verantwoordelijk voor het beheer van de distributienetten op laag- en middenspanning. De distributienetbeheerders brengen de elektriciteit tot bij de klant en staan in voor de straatverlichting.
- de regulatoren
De regulatoren bewaken de energiemarkt. Ze verdedigen de belangen van de verbruikers en zien onder meer toe op de mededinging en de transparantie. Naast drie gewestelijke regulatoren is er één federale regulator, de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas).
- de klanten
Sommige industriële klanten zijn rechtstreeks op het hoogspanningsnet aangesloten. Particuliere klanten en kmo’s worden bevoorraad via het distributienet.
Hoe wordt de energieprijs bepaald?
Het energielandschap heeft ook gevolgen voor de prijszetting. Logisch, want alle spelers moeten vergoed worden voor de rol die ze spelen. De prijs bestaat in grote lijnen uit drie componenten, die in principe moeten terug te vinden zijn op de factuur die bij de klant in de bus valt. We staan even in detail stil bij de verschillende prijselementen:
- de ‘zuivere’ energieprijs
Het is de leverancier/producent die de energieprijs bepaalt. De prijs bestaat doorgaans uit een (vaste) abonnementsprijs en een variabele vergoeding voor het effectieve verbruik. Die vergoeding houdt niet alleen rekening met de reële kostprijs, maar ook met een doorrekening van de kosten voor o.a. groenestroom- en WKK-certificaten (WKK staat voor warmtekrachtkoppeling).
De Vlaamse overheid verplicht de leveranciers om een minimaal percentage groene energie of energie uit WKK-installaties aan te bieden. Als bewijs moeten de leveranciers groenestroomcertificaten en WKK-certificaten voorleggen. Bij een tekort aan certificaten moeten de leveranciers een boete betalen.
In het Waalse Gewest levert de Commission wallonne pour l'Energie (CWAPE) groenestroomcertificaten af. Hun aantal hangt af van twee parameters: het verminderen van de CO2-uitstoot met een bepaald percentage en het gerealiseerde rendement. Elke Waalse elektriciteitsleverancier is verplicht een bepaald quota aan groene certificaten te behalen op basis van zijn verkoopvolume.
In het Brussels Gewest kent Brugel (de Brusselse energieregulator) groenestroomcertificaten toe aan elektriciteitsproducenten die een bepaalde CO2-besparing realiseren binnen een vastgelegde periode. De certificaten gelden voor een periode van 10 jaar.
- de distributie- en transportkosten
De distributie- en transportnetbeheerders rekenen een vergoeding aan voor de distributie en het transport van elektriciteit en aardgas en voor de openbare diensten die ze verlenen (zoals openbare verlichting, sociale tarieven, aankoopgarantie voor groenestroomcertificaten, enz.). De distributienetbeheerders kunnen hun tarieven niet zomaar aanpassen: ze hebben een goedkeuring van de overheid nodig. De distributie- en transportkosten hangen af van regio tot regio.
- de taksen en heffingen
De verschillende overheden rekenen taksen en heffingen aan op het energieverbruik. Sommige bedrijven hebben een energieovereenkomst met de overheid en zijn vrijgesteld van een aantal heffingen. Een van die heffingen is de federale energiebijdrage. Die wordt onder meer gebruikt om de werking van de CREG te financieren.
Goed om te weten
Meer info over de Belgische elektriciteitsmarkt vindt u op www.creg.be
Meer weten over de productie van groene energie?
- in Vlaanderen: www.cogenvlaanderen.be
- in Brussel: www.brugel.be
- in Wallonië: www.cwape.be
09.12.2024
Veilig ondernemen met BNP Paribas Fortis
Elke ondernemer kan ervan meespreken: de financiële markten zijn onvoorspelbaar en dat brengt risico’s met zich mee. Wij reiken u oplossingen aan om uw onderneming in alle veiligheid te leiden.
Van klein tot groot, van binnen- tot buitenland: als u als ondernemer de markt opgaat en uw uiterste best doet om uw onderneming te laten groeien en bloeien, komen er onvermijdelijk momenten waarop u tijdens het zakendoen risico’s loopt. Frédéric Raxhon, Head of FI Midcap Sales bij Transaction Banking van BNP Paribas Fortis, is specialist in de materie. Hij geeft met veel kennis van zaken een inkijk in de manier waarop BNP Paribas Fortis werk maakt van veilig ondernemen.
Raxhon heeft een duidelijk zicht op de impact van volatiliteit in de markten op de dagelijkse werking van kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Zijn voorgeschiedenis als bankier in corporate finance, aandelen en derivaten, en in het begeleiden van holding- en beursgenoteerde bedrijven doet hem met een geroutineerde blik naar de marktwerking kijken.
Raxhon: “Wij begrijpen zeer goed dat prijsonzekerheid, in de vorm van volatiliteit op de financiële markten, een serieuze impact kan hebben op de werking en winstgevendheid van ondernemingen. Daarom monitoren wij de markten en hun volatiliteit voortdurend: als de prijzen snel schommelen, lopen onze klanten het risico om te duur aan te kopen en te goedkoop te verkopen. We hebben wat dat betreft ons deel gehad de afgelopen jaren: een sterke stijging van de rentevoeten, een energiecrisis met zeer volatiele prijzen, en een sterke stijging van de inflatie.
We blijven volatiliteit in die markten verwachten. Zo zijn er geopolitieke spanningen en oorlogen die aanslepen. Maar ook verkiezingen veroorzaken volatiliteit, omdat ze er vaak voor zorgen dat landen hun houding ten opzichte van economie veranderen. Zo spreekt Trump over een significante verhoging van douanerechten voor de Verenigde Staten. Dat zal een impact hebben op de wereldwijde groei en inflaties. Ook de vergroening van de maatschappij door de energietransitie, hoe positief dat proces ook is, vormt een bron van onzekerheid. Ondernemingen moeten daardoor bijvoorbeeld enorme investeringen doen, en er is nog geen duidelijkheid over welke technologieën zullen overleven …
Al die factoren tonen vooral één ding aan: ondernemingen hebben nood aan begeleiding, waarin ze een oplossing op maat krijgen aangereikt, om ervoor te zorgen dat volatiele markten zo goed als geen invloed op hun werking hebben en ze zich op hun core business kunnen concentreren.”
Oplossingsgericht
Die oplossing komt van een partner die een marktleiderspositie heeft in het veiligstellen van nationaal én internationaal ondernemen.
Raxhon: “Het gaat bij BNP Paribas Fortis heel vaak over het beheren van risico’s van ondernemingen die een aantal eenvoudige wensen op hun verlanglijstje hebben staan: ze willen op een gewone, dagelijkse manier zakendoen; aankopen tegen een zo vast mogelijke prijs; hun lonen betalen in een stabiele omgeving; verkopen aan klanten met een rendabele, standvastige marge … Als ze in de markt onzekerheid ervaren bij hun werking, staan wij klaar om hen daarin te begeleiden en oplossingen aan te dragen voor verschillende scenario’s.
Dat kan gaan van ondernemingen die stabiliteit willen als ze goederen aan- of verkopen in een andere munt, over het beheersen van wisselvallige interestvoeten in huidige of toekomstige leningen, tot het scheppen van een stabiele financiële omgeving waarin ze gestaag hun lonen kunnen betalen. Maar we dekken ook grondstoffen in: ondernemingen die veel energie, metaal, of bijvoorbeeld tarwe gebruiken – nog maar een paar van de grondstoffen die aan prijsfluctuaties onderhevig zijn – mogen op onze expertise rekenen om hun onzekerheid naar zekerheid om te buigen.
Als ondernemingen aan het einde van het jaar met de budgetten van de komende jaren bezig zijn, is het nemen van assumpties in budgetten en kosten een factor waarmee de toekomstige markten natuurlijk geen rekening houden. En dat kan voor ongerijmdheden zorgen in de werking van het komende boekjaar. Ook daarvoor dragen wij regelmatig oplossingen aan, die vertrouwen injecteren in dat hele proces. Wij helpen ondernemers om de ‘viabiliteit’ van hun onderneming onafhankelijk te maken van wat er op de financiële markten gebeurt. Die voortdurende oplossingsgerichtheid, in elk scenario, zit er bij BNP Paribas Fortis ingebakken.”
Internationale voeling
Omdat Belgische ondernemingen almaar vaker de stap naar het buitenland zetten, is het cruciaal om met een internationale blik naar de zich ontwikkelende economie te kijken.
Raxhon: “In de economische ruimte is alles sterk met elkaar verweven. De energiecrisis, bijvoorbeeld, speelde zich niet alleen binnen de nationale grenzen af. De elektriciteitsprijzen bij ons waren in die tijd ook rechtstreeks gelinkt aan het feit dat Frankrijk gedurende een periode minder nucleaire energie kon leveren. De Amerikaanse verkiezingen hebben, door de zenuwachtigheid van beleggers en de markten daarrond, een rechtstreekse invloed op zakendoen in de internationale ruimte. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
We verwachten trouwens dat die wederzijdse afhankelijkheid en volatiliteit zal aanhouden: er zijn een groot aantal trends in de economie en in de wereld die de onzekerheid voeden. Daarom is het zo belangrijk om de voeling met die wereld en die onzekerheden te behouden. Bij BNP Paribas Fortis doen we dat door gebruik te maken van een wereldwijd netwerk van experts, dat eigenlijk nooit slaapt. Wát er ook gebeurt en wáár het zich ook afspeelt: altijd zijn er wel mensen van onze bank in de buurt die de situatie opvolgen en ons in realtime raad geven over hoe we onze klanten daar het best over informeren. Dat netwerk, dat is voor ons en onze klanten goud waard.”