Een haven is een ecosysteem op zich. Hoe laat de coronacrisis zich daar gelden? En op welke wijze helpt de bank de bedrijven daar?

Een haven is een ecosysteem op zich. Alles is er groter dan in het gemiddelde systeem: de volumes, de financiële transacties, de bedrijven, … Maar wat met de impact van de coronacrisis? We vroegen het aan twee experten van de bank: Guy Haesevoets en Danny De Lelie.
In welke mate voelt de scheepvaart, en de haven, de invloed van de coronacrisis?
Guy Haesevoets (Corporate Coverage – Ports Practice): De lockdown in veel landen heeft in eerste instantie het aanbod van producten verminderd. Veel fabrieken lagen stil, de vraag naar goederen viel terug. Goederen worden wereldwijd voornamelijk vervoerd via containerschepen. De plotse vermindering van de volumes betekende dan ook dat de rederijen minder gingen varen, zodat heel wat schepen nu werkloos voor anker liggen. Dus minder laden en lossen, waardoor de haventerminals, en de dokwerkers, minder werk en inkomsten hebben.
Daarnaast moeten rederijen het hoofd bieden aan veel operationele problemen. In veel gevallen, bijvoorbeeld, kan de bemanning niet worden afgelost, en zit ze al 4 tot 6 maanden onafgebroken aan boord...
Danny De Lelie (Commercial Banking – BC Antwerpen Haven en Waasland): De havens zijn een kritische sector voor de economie. Bij de uitbraak van de coronacrisis is de haven van Antwerpen dan ook operationeel gebleven. Voorlopig is de impact op de actoren in de haven nog beperkt, maar het verleden leert dat in de logistieke sector die impact veelal met enige vertraging volgt. Vandaag kent de 'warehousing', de opslag en behandeling van goederen, in de Antwerpse haven een hogere bezettingsgraad van de magazijnen omdat er minder af- en aanvoer is. Dus meer inkomsten via verhuur, maar minder uit behandeling.
Vandaag zien we al moeilijkheden ontstaan omdat de facturatie vaak vertraging oploopt. Nu er minder schepen varen kunnen expediteurs hun goederen minder snel bij hun klanten krijgen en krijgen ze hun facturen later betaald, vooral bij grotere corporates.
De crisis heeft dus ook invloed op de internationale handelstransacties?
Guy: In onze sterk geglobaliseerde wereld liggen de locaties van productie en consumptie voor veel goederen (fruit en groenten, wagens, elektrische toestellen, …) ver uit elkaar. Een wereldwijde daling van de vraag heeft dan ook een grote invloed op de internationale handel. Ze doet de inkomsten van de havenbedrijven sterk dalen, terwijl hun vaste kosten van de haveninfrastructuur (kranen, rollend materieel,…) blijven doorlopen. Voor bedrijven met een krappe cashpositie kan dat al snel leiden tot liquiditeitsproblemen. Tot vandaag valt die daling best nog wel mee, maar binnen een paar weken zal de trend wellicht meer voelbaar worden.
In welke mate kan de bank inspelen op de vragen en behoeften van de havenbedrijven?
Danny: Als bank doen we dat tijdens de huidige crisis vanuit diverse invalshoeken. Om te beginnen kunnen we een moratorium (kapitaaluitstel) op termijnkredieten toekennen. Zeker de logistieke bedrijven hebben vaak een belangrijke schuldgraad. Het moratorium biedt dan alvast financiële zuurstof voor de komende zes maand. Daarnaast kunnen bedrijven ook nog voor één jaar een extra krediet aanvragen dat in belangrijke mate onder staatswaarborg valt.
Ook de oplossingen via factoring (bevoorschotting van klanten en voorraden) en reverse factoring (bevoorschotting van leveranciers) kunnen interessant zijn om extra behoefte aan werkkapitaal te financieren. En ofschoon sommige van de grotere investeringsprojecten zijn uitgesteld omwille van de crisis, is er nog steeds de business as usual: we blijven rendabele en duurzame projecten onverminderd financieren.
Guy: Indien de crisis lang blijft duren, zullen veel bedrijven de opgelopen verliezen moeten opvangen met eigen middelen, wat hun solvabiliteit kan aantasten. De internationale scheepvaart is per definitie een zeer volatiele sector, de meeste bedrijven hebben dan ook een buffer aan liquiditeiten om hen door de storm te loodsen. Maar na verloop van tijd zullen ze toch vers kapitaal nodig hebben, en dan kunnen wij hen adviseren om bijvoorbeeld hun kapitaalstructuur te verbeteren via de uitgifte van aandelen of obligatieleningen, het aantrekken van nieuwe investeerders,... Het is momenteel dan ook van groot belang dat we dicht bij onze bedrijven staan en hun behoeften, en de noden van de volledige maritieme supply chain, tijdig detecteren dankzij onze sectorkennis.
BNP Paribas Fortis en de havens
Beide volgen ze via hun relatiebeheerders de shipping- en havengerelateerde bedrijven, en bij Corporate Coverage ook de twee Belgische baggeraars (Jan De Nul en Deme), van dichtbij op via een sectoriële benadering. Voor de financiering van zeeschepen werken de teams daarbij zeer goed samen met dat van Shipping & Offshore Finance in Parijs. Daarmee onderscheidt de bank zich van de concurrentie in haar streven om bij uitstek de bevoorrechte financiële partner te zijn van de Belgische shipping- en havenbedrijven.
Leerstoel ‘Transport, Logistiek en Havens’ verlengd
Daarnaast coördineert Ports Practice al sinds 2010 ook de leerstoel ‘Transport, Logistiek en Havens’ die de bank steunt aan de Universiteit van Antwerpen. Die leerstoel houdt de vinger aan de pols van de sector: de uitdagingen van de maritieme sector identificeren en de belangrijkste actoren binnen de havengemeenschap bij elkaar brengen om samen naar creatieve oplossingen te zoeken voor de lokale en wereldwijde uitdagingen van de haven van morgen.
Recent verlengde de bank haar samenwerking met een jaar, tot 30 september 2021. Commentarieerde Didier Beauvois, Hoofd BNP Paribas Fortis Corporate Banking, daarbij: “Via deze leerstoel zetten we schitterend onderzoek verder dat direct bruikbaar is voor de brede havengemeenschap. We verlengen deze samenwerking dan ook graag om academici, industrie, collega’s en klanten samen te brengen. Door een community te creëren en samenwerking te faciliteren, wakkeren we de innovatiezin aan en maken we bedrijven competitiever.“
Meer weten over deze leerstoel? Klik hier.
18.05.2020
De maritieme sector houdt er (voorlopig) de vaart in
Maritiem transport is een uiterst belangrijke transportmodus voor internationale handel. Het is cruciaal dat de maritieme keten niet onnodig verstoord wordt, zoals door de coronacrisis.
Maritiem transport is een uiterst belangrijke transportmodus voor internationale handel. Het is cruciaal dat de maritieme keten niet onnodig verstoord wordt, zoals door de coronacrisis. Transporteconoom Christa Sys die ook verbonden is aan de Leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens, deelt graag haar visie.
‘Quarantaine’ heeft maritieme oorsprong
Iedereen praat vandaag over ‘quarantaine’. Weinigen weten dat dit woord regelrecht uit het maritiem transport komt. In de 14de eeuw lieten Italiaanse handelssteden schepen uit besmette streken (pest, cholera) veertig dagen (quaranta giorni) voor anker liggen in Italiaanse havens. Ook nu, tijdens de coronacrisis, kwamen cruiseschepen (Japan, Egypte, België…) in quarantaine te liggen. Daarnaast pasten sommige havenautoriteiten (bv. Singapore) strikte quarantainevoorschriften toe op alle schepen uit China, en willen sommige rederijen naar bepaalde landen (bv. Italië) niet meer varen.
Grotere impact dan de financiële crisis
Het is nu nog te vroeg om zicht te krijgen op de proporties van de economische impact van de coronacrisis. Duidelijk is wél dat deze crisis van een andere orde kan zijn dan de SARS-epidemie in 2003 en de financieel-economische crisis in 2008. In tegenstelling tot de financiële crisis heeft het coronavirus een impact op de aanbodzijde én de vraagzijde. Afhankelijk van de ontwrichting van de economie (bijvoorbeeld het aantal faillissementen) zal de economie terug aantrekken in 2021 (volgens IMF) of in 2023 (volgens de OESO).
Prof. Christa Sys: “Alles hangt af van het onder controle krijgen van het coronavirus. Lukt dit in het tweede kwartaal, dan volgt snel herstel, maar dat ziet er niet naar uit.”
Kopzorgen voor de maritieme sector
Er bestaat niet zoiets als ‘de’ maritieme sector. Het is een sector met verschillende deelmarkten, waarvan de grootste segmenten droge bulk (43%), liquide bulk (31%) en containervaart (13%) zijn. Onmiddellijk voelbaar voor de rederijen in alle deelmarkten zijn de operationele uitdagingen:
- Bemanning: uitstel van bemanningswissels;
- Vaarroutes: afname havenaanlopen;
- Scheepsonderhoud: rederijen verliezen geld aan schepen die vastliggen in afwachting van onderhoud;
- Scheepsbouw: er is vandaag geen mogelijkheid om werven te bezoeken;
- Scheepsafbouw: afname arbeidskrachten op de sloopmarkt.
Andere problemen zijn gelinkt aan de onzekere evolutie van de vrachtprijzen – de belangrijkste bron van inkomsten voor de rederijen – en de verminderde activiteit.
- Lage olieprijzen hebben de vraag naar (super)tankers voor ruwe olie op korte termijn enorm doen stijgen, maar de coronacrisis zal ook de tankermarkt nog verstoren. Op lange termijn zal de vraag naar ruwe olie vertragen door lagere economische activiteit (± 25% daling van binnenlands olieverbruik) en annulering van vliegreizen (kerosine).
- De rederijen actief op de LNG-markt (Liquefied Natural Gas) worden geconfronteerd met het sluiten van havens in onder andere India en Pakistan.
- Droge bulk is een gefragmenteerde markt, zowel in termen van vraag als aanbod. De grootste schepen worden geconfronteerd met een lage vraag naar ijzererts, terwijl de kleinere schepen – die grondstoffen als graan, rijst, suiker (voedingsindustrie) en cement (bouwsector) transporteren – sowieso onder druk komen te staan in tijden van zwakke economische groei.
- Aanvankelijk was de impact voor de containervaart minder voelbaar, maar inmiddels is door de snel veranderende marktsituatie (lockdowns) ook de vraag naar containers afgenomen.
Prof. Christa Sys: “Rederijen met financiële reserves zullen hiertegen opgewassen zijn. Anderen gaan afzien of dit misschien niet te boven komen.”
Impact op de Antwerpse haven
België is een open economie met zeer belangrijke zeehavens. Ons land drijft vooral handel met Europese landen. Onze belangrijkste handelspartners zijn Frankrijk, Duitsland, Nederland en Italië. En ook de trafiek in de havens van Antwerpen en Zeebrugge betreffen voor het grootste deel Europese bestemmingen, gevolgd door trafiek van en naar Azië. In 2019 was volgens de FOD Economie de Chinese markt goed voor respectievelijk 1,8% en 2,8% van de totale Belgische export en import.
De haven van Antwerpen heeft het voordeel een prominente rol te spelen in de zogenaamde ‘continue sector’ of chemische sector die 24/7 blijft werken. Recent kenden onze haventerminals zelfs hogere ladingsvolumes, maar ze zullen snel met onvoorspelbare stromen en extreme vraagpieken (incl. stockage) geconfronteerd worden.
Prof. Christa Sys: “Op middellange tot lange termijn zullen ook de Belgische havens een terugval van activiteit kennen.”
En wat op langere termijn?
Dat het scheepvaartlandschap zal wijzigen, is zeker. Meer en meer wordt gefluisterd dat een langdurige economische ontwrichting er uiteindelijk toe kan leiden dat verschillende industrieën, waaronder de scheepvaart, moeten nadenken over een te grote afhankelijkheid van één land of continent, en misschien moeten overwegen om sommige activiteiten buiten landen als China te verplaatsen. Werkt de coronacrisis als een eyeopener? Wij volgen alvast de trends voor u op.
Contact
Bent u actief in de maritieme sector en zoekt u naar een ervaren (gespreks)partner voor uw projecten? Onze experten van Ports & Practice en Business Centre Antwerpen-Haven-Waasland helpen u graag verder! Vul hier het contactformulier in.
(Bron: blog van Prof. Sys d.d. 15 april 2020)
20.12.2024
Arval: uw mobiliteit in 2025
Corporate Sales Director Laurent Mélignon van Arval, marktleider in full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen, kijkt in de toekomst. Wat brengt 2025 voor de sector en uw mobiliteit?

Arval is een onderdeel van de Commercial, Personal Banking & Services-afdeling binnen de BNP Paribas-groep. Het speelt als marktleider een sleutelrol in het aanbieden van full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen. Vanuit die positie zit Laurent Mélignon, Corporate Sales Director van Arval, op de geknipte stoel om te kijken wat 2025 zal brengen.
Arval leidt een sector waarin heel wat in beweging is: de manier waarop ondernemingen en privépersonen over mobiliteit denken en ermee omgaan, is allang niet meer klassiek te noemen. Mélignon ziet daar verschillende oorzaken voor: “In ons land is, ten eerste, de fiscaliteit de motor van veel veranderingsprocessen. Die fiscaliteit is gelinkt aan loonkost: veel ondernemingen zien bedrijfswagens als een fiscaalvriendelijk alternatief om de verloning te maximaliseren die ze aan hun personeel gunnen. Het personeel, op zijn beurt, ervaart het als een manier om met échte, tastbare zaken vergoed te worden, zonder dat de fiscus hen daarvoor extra viseert. In die geest evolueert het fiscale kader ook in het komende jaar volop mee met de evolutie van onze maatschappij. Het federale mobiliteitsbudget en de fietsvergoeding, bijvoorbeeld, of een heel aantal opties als het cafetariaplan of het flex-incomeplan: het zijn maar enkele mogelijkheden waarmee ondernemingen hun loonpakket kunnen inzetten om medewerkers te motiveren.”
Maar de Corporate Sales Director van Arval ziet nog meer motoren van verandering rond mobiliteit. Mélignon: “Ook onze hele mobiliteitscultuur is aan het veranderen – een trend die zich in 2025 zéker zal doorzetten. De jonge generatie is veel minder gehecht aan de status waarvoor de firmawagen jarenlang heeft gestaan. Ze springen met evenveel plezier op de fiets, de bus of in de deelauto – afhankelijk, natuurlijk, van waar de onderneming is gevestigd. Tot slot zijn er ook nog macro-economische elementen die de verandering aandrijven. Dan heb ik het over het toenemende verkeersinfarct waarmee veel steden kampen, maar ook over het groeiende bewustzijn van heel veel mensen en economische spelers binnen de energietransitie. Stilaan worden we ons allemaal bewust van de nood aan groene verandering en andere mobiliteitskeuzes. Daar is allang geen twijfel meer over.”
Flexibele complexiteit
De mobiliteitsmix zal in de toekomst alleen nog maar sterker worden. Mélignon: “Daar zit een groot deel van onze missie: het zijn en blijven van een one-stop-shop, die aan ondernemingen de mogelijkheid biedt om in termen van flexibele verloning te denken. Een nieuwe werknemer, bijvoorbeeld een vrijgezel zonder gezin, heeft andere mobiliteitsnoden dan zijn of haar collega, een vrouw of man met twee kinderen en een eigen huis op het platteland of in de stad. Nu die nood almaar sterker en meer ingeburgerd wordt, vormt Arval de ideale partner om ondernemingen te voorzien van kennis en ontzorging ter zake. Wij maken het mogelijk voor werkgevers om flexibiliteit aan te bieden, door de bijgaande complexiteit voor onze rekening te nemen.”
Positieve mindset
Mélignon ziet in 2025 de omslag naar elektrische mobiliteit op volle kracht verdergaan: “Als ik kijk naar de ondernemingen, zie ik dat 80% van alle nieuwe bestellingen elektrisch is. In vergelijking met de particuliere markt, is dat enorm: daar raken we niet eens aan 20%. De elektrificatie van de Belgische vloot wordt dus voornamelijk door de ondernemingen voortgestuwd. Ik zie dat er op dit moment al aankondigingen en initiatieven zijn om het federale mobiliteitsbudget nog licht aan te passen en te verfijnen. Het zou dus kunnen dat we de komende maanden meer en meer mensen zien die hun bedrijfswagen laten staan en in dat bijgestuurde budget stappen. Ook daar wil Arval klaarstaan met een positieve mindset en heel wat knowhow, in onze rol van ‘full mobility provider’.”
Kantelpunt
Het langverwachte kantelpunt naar elektrische mobiliteit, waar de markt al zo lang op zit te wachten, zal volgens Mélignon ook gevolgen hebben voor ondernemingen. Mélignon: “We mogen in 2025 inderdaad een pak meer betaalbare modellen verwachten. Elektrisch rijden zal niet langer enkel voor de ‘happy few’ zijn. Dat is goed voor de particuliere markt, maar ook ondernemingen krijgen daardoor meer mogelijkheden. Bovendien verwacht ik dat wagens met verbrandingsmotor in prijs zullen stijgen. We krijgen die feedback vaak uit de hoek van de constructeurs. Die moeten, als gevolg van de CAFE-normen (Corporate Average Fuel Economy) die hun CO2-uitstoot reguleren, binnenkort enorme boetes betalen als ze die normen niet halen. Het is dus in hun voordeel om de markt richting elektrisch te sturen. Zij zullen hun productiecapaciteit daaraan ook aanpassen: productie na bestelling, in plaats van grote voorraden aan te leggen, wordt vanaf volgend jaar de norm in de sector.”
Toekomstscenario
Tot slot: als leasingmaatschappij ziet Arval de markt in de nabije toekomst ook opengaan richting kleinere en middelgrote ondernemingen, en richting particuliere klanten. Mélignon: “De verandering van de markt zal er volgens ons voor zorgen dat veel ondernemingen, die nu nog kiezen voor de aankoop of financiële leasing van firmawagens, zullen opteren voor operationele leasing. Daarbij zullen ze het risico rond bijvoorbeeld restwaarde aan ons uitbesteden. We vervullen daar onze rol van marktleider ten volle: wij zien dat als een scenario voor de nabije toekomst, waarop we ons nu al volop aan het voorbereiden zijn.”
16.12.2024
“De digitale kloof blijft hardnekkig”
“Niet alleen ouderen, maar ook jongeren en werkenden missen digitale vaardigheden”, zegt Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll.
Ondanks de groeiende digitalisering blijven veel mensen achter. In België loopt 40% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar het risico op digitale uitsluiting. Hoewel ouderen vaak als de meest kwetsbare groep worden gezien, blijkt dat ook jongeren het digitaal moeilijk hebben. Bij jongeren tussen 16 en 24 jaar heeft bijna een derde zwakke digitale vaardigheden, met een piek van 52% bij jongeren met een laag diploma.
Dat zijn best verrassende cijfers. Jongeren groeien toch op met digitale tools?
“Mensen denken vaak dat jongeren ‘digital natives’ zijn omdat ze handig zijn met sociale media. Maar een TikTok-filmpje maken of scrollen op Instagram betekent nog niet dat je online kan bankieren of een sollicitatieformulier kan invullen.”
Ook armoede speelt een grote rol bij de digitale kloof.
“Absoluut. Voor 25% van mensen in armoede is een smartphone het enige digitale toestel dat ze hebben. Hoewel dat een basisvorm van toegang biedt, is een smartphone vaak ongeschikt voor belangrijke taken zoals het opstellen van een cv of het indienen van een belastingaangifte. Zonder een computer of stabiel internet blijven veel digitale deuren gesloten.”
Wat zijn nog meer redenen voor die digitale kloof?
“Vaak missen mensen de nodige digitale skills. Ze hebben nooit basisvaardigheden geleerd zoals een zoekmachine gebruiken, een bijlage toevoegen aan een e-mail of een app downloaden. Zonder die kennis wordt de digitale wereld ontoegankelijk. En dan is er nog digitale stress. Angst om fouten te maken, gehackt te worden of privacy te verliezen houdt velen tegen. Zelfs als de vaardigheden er zijn, kiezen sommigen er bewust voor om geen gebruik te maken van digitale diensten. Technologie roept bij hen wantrouwen en onrust op en dat zorgt voor een belangrijke barrière.”
Welke rol kunnen bedrijven spelen om die kloof te dichten?
“Bedrijven kunnen een sleutelrol spelen op verschillende vlakken. Het is niet alleen een sociaal probleem, maar ook een economische uitdaging. Minder digitale mensen zijn vandaag zowel klanten als potentiële werknemers. Daar als bedrijf bewust van zijn, is de belangrijkste eerste stap. Maar ook werknemers ondersteunen is nodig. De medewerkers van de groendienst in Gent kregen bijvoorbeeld een opleiding om hun belastingaangifte online in te vullen. Dergelijke initiatieven geven mensen praktische vaardigheden én zelfvertrouwen. En tot slot moeten bedrijven een digitale check doen. Meten is weten. Het is niet omdat iemand dagelijks met een laptop werkt, dat die persoon digitaal vaardig is.”
Wat doet BNP Paribas Fortis concreet om digitale inclusie te bevorderen?
“Er lopen verschillende initiatieven. In 2020 hebben we DigitAll opgericht, een platform om kennis en ‘best practices’ te delen rond digitale inclusie. Vandaag brengen we meer dan 130 organisaties samen. DigitAll ontwikkelde bijvoorbeeld een checklist waarmee bedrijven kunnen testen hoe toegankelijk hun apps en websites zijn. Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken. Sinds 2021 ondersteunt de bank ook een leerstoel aan de VUB die de link tussen digitale inclusie en mensenrechten onderzoekt.”
Hoe belangrijk zijn tools in dit verhaal?
“Gebruiksvriendelijke tools zijn een must. Zo werken wij samen met Emporia, een fabrikant van gebruiksvriendelijke smartphones voor minder digitaal vaardige gebruikers. Bij klanten die zo’n smartphone aankopen, installeren we vooraf onze app.”
Digitale stress kwam al aan bod, hoe vang je dat op?
“Via bewustwordingscampagnes. We willen dat onze klanten onze tools met vertrouwen gebruiken. De bank heeft ook oog voor digitaal minder vaardige klanten. Dankzij ons partnership met bpost kunnen alle klanten terecht in het postkantoor van hun dorp voor alle basisbankverrichtingen.”
Bedrijven hebben er dus alle belang bij om digitale inclusie te bevorderen?
“Zo is dat. Digitale inclusie vraagt een blijvende inspanning, ook van overheden en onderwijsinstellingen. Niemand mag achterblijven. Bedrijven die nu actie ondernemen, werken niet alleen mee aan een betere samenleving, maar ook aan hun eigen toekomst in een wereld die steeds digitaler wordt.”
“Zonder gedegen digitale vaardigheden blijven veel digitale deuren gesloten.”
“Een eenvoudige interface kan voor mensen met zwakkere digitale vaardigheden het verschil maken tussen meedoen of afhaken.”
“Beperkte digitale vaardigheden blijven een barrière voor het dichten van de digitale kloof.”
Linde Verheyden, Director Public Affairs bij BNP Paribas Fortis en voorzitter van DigitAll
09.12.2024
Veilig ondernemen met BNP Paribas Fortis
Elke ondernemer kan ervan meespreken: de financiële markten zijn onvoorspelbaar en dat brengt risico’s met zich mee. Wij reiken u oplossingen aan om uw onderneming in alle veiligheid te leiden.

Van klein tot groot, van binnen- tot buitenland: als u als ondernemer de markt opgaat en uw uiterste best doet om uw onderneming te laten groeien en bloeien, komen er onvermijdelijk momenten waarop u tijdens het zakendoen risico’s loopt. Frédéric Raxhon, Head of FI Midcap Sales bij Transaction Banking van BNP Paribas Fortis, is specialist in de materie. Hij geeft met veel kennis van zaken een inkijk in de manier waarop BNP Paribas Fortis werk maakt van veilig ondernemen.
Raxhon heeft een duidelijk zicht op de impact van volatiliteit in de markten op de dagelijkse werking van kleine, middelgrote en grote ondernemingen. Zijn voorgeschiedenis als bankier in corporate finance, aandelen en derivaten, en in het begeleiden van holding- en beursgenoteerde bedrijven doet hem met een geroutineerde blik naar de marktwerking kijken.
Raxhon: “Wij begrijpen zeer goed dat prijsonzekerheid, in de vorm van volatiliteit op de financiële markten, een serieuze impact kan hebben op de werking en winstgevendheid van ondernemingen. Daarom monitoren wij de markten en hun volatiliteit voortdurend: als de prijzen snel schommelen, lopen onze klanten het risico om te duur aan te kopen en te goedkoop te verkopen. We hebben wat dat betreft ons deel gehad de afgelopen jaren: een sterke stijging van de rentevoeten, een energiecrisis met zeer volatiele prijzen, en een sterke stijging van de inflatie.
We blijven volatiliteit in die markten verwachten. Zo zijn er geopolitieke spanningen en oorlogen die aanslepen. Maar ook verkiezingen veroorzaken volatiliteit, omdat ze er vaak voor zorgen dat landen hun houding ten opzichte van economie veranderen. Zo spreekt Trump over een significante verhoging van douanerechten voor de Verenigde Staten. Dat zal een impact hebben op de wereldwijde groei en inflaties. Ook de vergroening van de maatschappij door de energietransitie, hoe positief dat proces ook is, vormt een bron van onzekerheid. Ondernemingen moeten daardoor bijvoorbeeld enorme investeringen doen, en er is nog geen duidelijkheid over welke technologieën zullen overleven …
Al die factoren tonen vooral één ding aan: ondernemingen hebben nood aan begeleiding, waarin ze een oplossing op maat krijgen aangereikt, om ervoor te zorgen dat volatiele markten zo goed als geen invloed op hun werking hebben en ze zich op hun core business kunnen concentreren.”
Oplossingsgericht
Die oplossing komt van een partner die een marktleiderspositie heeft in het veiligstellen van nationaal én internationaal ondernemen.
Raxhon: “Het gaat bij BNP Paribas Fortis heel vaak over het beheren van risico’s van ondernemingen die een aantal eenvoudige wensen op hun verlanglijstje hebben staan: ze willen op een gewone, dagelijkse manier zakendoen; aankopen tegen een zo vast mogelijke prijs; hun lonen betalen in een stabiele omgeving; verkopen aan klanten met een rendabele, standvastige marge … Als ze in de markt onzekerheid ervaren bij hun werking, staan wij klaar om hen daarin te begeleiden en oplossingen aan te dragen voor verschillende scenario’s.
Dat kan gaan van ondernemingen die stabiliteit willen als ze goederen aan- of verkopen in een andere munt, over het beheersen van wisselvallige interestvoeten in huidige of toekomstige leningen, tot het scheppen van een stabiele financiële omgeving waarin ze gestaag hun lonen kunnen betalen. Maar we dekken ook grondstoffen in: ondernemingen die veel energie, metaal, of bijvoorbeeld tarwe gebruiken – nog maar een paar van de grondstoffen die aan prijsfluctuaties onderhevig zijn – mogen op onze expertise rekenen om hun onzekerheid naar zekerheid om te buigen.
Als ondernemingen aan het einde van het jaar met de budgetten van de komende jaren bezig zijn, is het nemen van assumpties in budgetten en kosten een factor waarmee de toekomstige markten natuurlijk geen rekening houden. En dat kan voor ongerijmdheden zorgen in de werking van het komende boekjaar. Ook daarvoor dragen wij regelmatig oplossingen aan, die vertrouwen injecteren in dat hele proces. Wij helpen ondernemers om de ‘viabiliteit’ van hun onderneming onafhankelijk te maken van wat er op de financiële markten gebeurt. Die voortdurende oplossingsgerichtheid, in elk scenario, zit er bij BNP Paribas Fortis ingebakken.”
Internationale voeling
Omdat Belgische ondernemingen almaar vaker de stap naar het buitenland zetten, is het cruciaal om met een internationale blik naar de zich ontwikkelende economie te kijken.
Raxhon: “In de economische ruimte is alles sterk met elkaar verweven. De energiecrisis, bijvoorbeeld, speelde zich niet alleen binnen de nationale grenzen af. De elektriciteitsprijzen bij ons waren in die tijd ook rechtstreeks gelinkt aan het feit dat Frankrijk gedurende een periode minder nucleaire energie kon leveren. De Amerikaanse verkiezingen hebben, door de zenuwachtigheid van beleggers en de markten daarrond, een rechtstreekse invloed op zakendoen in de internationale ruimte. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
We verwachten trouwens dat die wederzijdse afhankelijkheid en volatiliteit zal aanhouden: er zijn een groot aantal trends in de economie en in de wereld die de onzekerheid voeden. Daarom is het zo belangrijk om de voeling met die wereld en die onzekerheden te behouden. Bij BNP Paribas Fortis doen we dat door gebruik te maken van een wereldwijd netwerk van experts, dat eigenlijk nooit slaapt. Wát er ook gebeurt en wáár het zich ook afspeelt: altijd zijn er wel mensen van onze bank in de buurt die de situatie opvolgen en ons in realtime raad geven over hoe we onze klanten daar het best over informeren. Dat netwerk, dat is voor ons en onze klanten goud waard.”