Article

21.03.2017

Big Data: veel geblaat, weinig wol

Ooit raakt Big Data helemaal ingeburgerd en gebruikt iedereen het, zoals ook met kantoorsoftware is gebeurd. Maar zal het ons leven veranderen?

Blijkbaar wordt doorgaans maar 5% van de gegevens waar bedrijven over beschikken daadwerkelijk benut. Tegen 2020 kan dat aandeel evenwel oplopen tot 35%. Drie informaticabedrijven, Dell EMC, MTI en Cisco, sponsoren het onderzoek ‘Observatoire de la donnée’, uitgevoerd door de wereldwijde studie-en-adviesgroep International Data Corporation (IDC). Daaruit blijkt dat Big Data volgens 70% van de ondervraagde bedrijven een strategische troef is, al ziet 49% het nut niet in van gegevens gegenereerd door consumenten en mobiliteit. Helemaal overtuigd is de bedrijfswereld dus niet. Hoe komt dat?

Die vraag stelden we aan Nicolas Glady, hoogleraar aan de Essec Business School in Parijs. Als houder van de leerstoel Accenture Strategic Business Analytics onderzoekt hij hoe bedrijven gegevens kunnen gebruiken om waarde te genereren. Volgens hem is het allemaal niet zo simpel; om te beginnen moet je goede data scientists inschakelen, en dan nog trekken de bedrijven de Big Data-logica vaak niet ver genoeg door. 

“Ik heb jammer genoeg de indruk dat velen wel beweren dat ze ermee bezig zijn – omdat Big Data in de mode is – maar dat ze stilletjes gewoon doorgaan zoals ervoor. Bedrijven lijken zich te schamen dat ze nog geen stappen hebben gezet in het exploiteren van gegevens. Met een kwinkslag vergelijkt professor Glady het met tieners die de mond vol hebben over hun ‘eerste keer’. Hij kijkt uit naar het moment dat de data een plaats zullen veroveren in ons leven, zoals kantoorsoftware dat aan het einde van de jaren 1990 heeft gedaan. Zeggen dat ze een revolutie inluiden vindt hij overdreven, maar ze zullen zeker veranderingen met zich meebrengen. “Zodra er een Microsoft Office van de gegevensanalyse komt, zullen we gegevens consumeren”, besluit hij, waar hij meteen aan toevoegt dat dat ons niet hoeft te verontrusten: het is volgens hem verkeerd om te denken dat gegevens werknemers zullen vervangen. Ze vormen veeleer een aanvulling.

Gegevens als redder van de gebruikerservaring?

Wat voor ervaring wil de klant? De gemakkelijkste natuurlijk, is ons eerste antwoord. Maar er zijn ook andere criteria van tel, zoals de bereidheid om voor de dienst in kwestie te betalen. De meeste klanten staan niet graag aan te schuiven en krijgen hun producten het liefst aan huis geleverd, maar afhankelijk van hoeveel zulke extra’s kosten, zullen sommigen geneigd zijn om een deel zelf te doen en dus toch naar de winkel te gaan.

“Zelf zie ik er meestal tegen op om ter plaatse te gaan, maar de ‘user experience’ is een complex gegeven. Waar zit het gemak voor de klant en welke prijs wil ik ervoor betalen?”

Wie doet zijn voordeel met data?

“Bedrijven die goed inschatten wat de klant verwacht en de klantervaring daar van in het begin op afstemmen, zullen er meer aan hebben dan bedrijven die zich achteraf in bochten moeten wringen om de klant naar het middelpunt van hun processen te loodsen.”

Dat verklaart voor een deel het fenomeen dat bepaalde starters die van niets beginnen sneller resultaat boeken dan gevestigde spelers, omdat ze van in het begin hun product nauwgezet op de klant afstemmen.

Volgens Nicolas Glady is de echte revolutie die ons in het zog van de data overspoelt die van het web 2.0: gebruikers genereren nu zelf afbeeldingen en tekst, wat leidt tot een vermenigvuldiging van de gegevensproductie en een decentralisatie van de gegevensstromen.

“Het is niet meer het bedrijf, maar wel de gebruiker die centraal staat in de gegevensuitwisseling en informatie produceert en verspreidt. Op Uber en Airbnb zijn het de ‘leveranciers’ van de diensten die gegevens genereren; de platformen moeten die gegevens alleen nog doorsturen", stelt Glady, die ook directeur is van het Center for Digital Business, en zich in die hoedanigheid buigt over de digitale transformatie van de bedrijfswereld.

Platformbedrijven

“Een verandering die zich doorzet is dat de zaken niet meer volgens een lineair model georganiseerd zijn, maar dat er gewerkt wordt met uitwisselingsplatformen. Amazon, om maar een van de grote spelers te noemen, fungeert in verschillende domeinen niet alleen als distributeur, maar ook als medium, als draaischijf. Bedrijven beschikken nu over stromen die ze niet zelf genereren, dankzij de inhoud die wordt gecreëerd door en voor gebruikers. Die stromen treden buiten de perimeter van de traditionele activiteiten van de bedrijven, die zich vroeger beperkten tot het meten van de bij de klanten verzamelde transactiegegevens die rechtstreeks verband hielden met hun business. Idem voor Facebook, Google en Apple. Facebook kan bijvoorbeeld de informatie over de mijlpalen in ons leven die wij erop delen (huis, trouwen, kinderen…) te gelde maken en zo nieuwe diensten aanbieden. Amazon kan een bank gegevens bezorgen waar die bank uit hoofde van haar functie niet over beschikt, omdat de klant zijn leven leidt buiten de bank om. Die gegevens geven de bank de mogelijkheid proactief aan cross- en upselling te doen, via boodschappen als ‘andere klanten zoals u kozen voor dienst X of Y’.” “Gevestigde bedrijven die de spanning tussen het verlangen om snel te handelen aan de ene kant en hun verplichtingen onder meer qua compliance aan de andere kant aan den lijve ondervinden, zullen zich dan ook zo wendbaar mogelijk moeten opstellen. Door de aard van hun activiteiten opereren telecombedrijven al vanuit een netwerklogica: ze zijn heel sterk in het verzamelen van talloze gegevens van gebruikers en het samenbrengen daarvan om zo bepaalde betekenisvolle patronen op te sporen die een zekere waarde hebben. Voornamelijk culturele aspecten en historisch gegroeide omstandigheden hebben ertoe geleid dat ook farmaceutische bedrijven goed geplaatst zijn om te profiteren van Big Data. Het is een ‘data-driven’ sector bij uitstek, die het gewend is om gegevens te verzamelen en daar beslissingen op te baseren. Tot slot zijn ook de ‘gezondheidsgegevens’ en Internet of Things-toepassingen voor onze gezondheid en ons welbevinden tegenwoordig niet meer weg te denken: kijken we maar naar de geconnecteerde toestellen die onze stappen tellen en onze hartslag en onze slaap monitoren bijvoorbeeld”, vermeldt Nicolas Glady.

Customer Relationship Management-tool van de nieuwste generatie, of is er meer aan de hand?

Frank De Weser is directeur Marketing B2B en directeur Internet of Things bij Orange Belgium:

“Voor ons is elke aanleiding goed om gegevens te exploiteren. Om ons intern gebruik te optimaliseren, hebben we data scientists ingezet.”

Bovendien heeft Orange geïnvesteerd in Hadoop, opensourcesoftware voor het opslaan en analyseren van enorme hoeveelheden al dan niet gestructureerde gegevens.

“Dankzij Big Data en gepersonaliseerde, geautomatiseerde marketing kunnen we uiteraard beter anticiperen op de behoeften van onze klanten en zo ons B2B- en B2C-aanbod verbeteren. We sporen ontevreden klanten sneller op en reageren op het juiste moment met precies het product dat ze nodig hebben”, legt de man van Orange uit.

Nu de nodige gegevens gedurende een jaar bewaard worden en de kwaliteit van het netwerk gemonitord wordt, brengt de telecomoperator gegevens met elkaar in verband. Hij gaat na welke plek in de infrastructuur precies voor problemen zorgt voor hoeveel klanten en identificeert de telefoontoestellen die in zijn gebied het beste reageren en de klanten bij wie de verbinding in het midden van een gesprek wordt verbroken.

“Vroeger brachten onze specialisten fysieke verbeteringen aan de netwerken aan. Nu zetten onze data scientists algoritmen in om nieuwe verbanden op te sporen, en leveren ze in een mum van tijd niet zomaar generische statistieken maar een uniek kenteken dat verwijst naar een klant, een plaats, een type toestel, een downloadsnelheid. Dat stelt ons in staat onze hardwarecatalogus bij te werken: we verwijderen de zwakker presterende toestellen en stellen onze professionele klanten proactief andere modellen voor.”

Gegevens verkopen

Toen het tot de conclusie kwam dat zijn gegevens waarde hebben, besloot Orange ze aan het begin van het proces te anonimiseren en ze achteraf te valoriseren in het kader van crowd monitoring. De operator kiest voor een aanpak op maat, waarbij hij samenwerkt met partners die thuis zijn in de betrokken sector en over een relevante klantervaring beschikken.

“Wij verkiezen die benadering boven een gestandaardiseerde, horizontale manier van werken, waarbij wij gewoon een onlineverslag zouden bezorgen dat uiteraard zeer nuttige gegevens bevat, maar pas zijn volledige rijkdom prijsgeeft als men er een specialist met de nodige expertise op loslaat”, maakt Frank De Weser zich sterk.

Klanten als de stad Antwerpen en de stad Genk willen bijvoorbeeld een schatting krijgen van het aantal mensen dat zich tegelijk op een bepaalde oppervlakte van 100 m bevindt, via een tool waarmee ze in real time de bezoekersaantallen kunnen monitoren en wanneer nodig de toegang afsluiten. Orange en zijn in crowd monitoring gespecialiseerde partners bezorgen hun de nodige gegevens. Het telecombedrijf draagt met zijn rapporten over het verkeer tijdens grote evenementen overigens bij tot een verbeterde mobiliteit. Op basis van die gegevens leren de steden immers de verkeersstromen vlotter maken en de parkeergelegenheden doeltreffender beheren. Op het vlak van city marketing maakt een berekening van het aantal aanwezigen en wat ze gemiddeld consumeren het vandaag bovendien mogelijk een idee te krijgen van de return on investment die voortvloeit uit de doortocht van de Ronde van Frankrijk in Antwerpen. Hetzelfde type gegevens kan ook worden benut om het potentieel van een toekomstig verkooppunt in te schatten en de ideale locatie te bepalen.

(Bronnen: BNP Paribas Fortis, Dell EMC)
Article

11.09.2024

Ontdek onze leasingopties en laat u verleiden door onze topdeal

U wilt graag een bedrijfswagen huren, maar weet niet goed welke mogelijkheden er zijn? Hieronder zetten we alle leasingopties voor u op een rij. Zo ontdekt u welk type leasing het best bij u past. Bovendien kunt u tot 30 november 2024 een topdeal sluiten met onze partner Arval voor de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé tegen een zeer voordelige all-inprijs.

Financiële of operationele leasing?

Zowel voor financiële als operationele leasing geldt dezelfde logica: u betaalt huur aan een leasingmaatschappij voor een bepaalde periode, meestal vier of vijf jaar. Bij beide formules is de leasingmaatschappij de wettelijke eigenaar van de wagen. Maar u hebt wel een aankoopoptie aan het eind van het contract. Bij een financiële leasing is het bedrag van de aankoopoptie bekend van bij het begin van het contract. Bij een operationele leasing wordt het bedrag aan het eind van het contract bepaald op basis van de marktwaarde van de wagen.

De formule ‘inclusief diensten’

Dat is een van de grote voordelen van een operationele tegenover een financiële leasing: taksen, (omnium)verzekering, onderhoud en kosten (behalve brandstof) zijn inbegrepen in de huurprijs. Bovendien krijgt u extra diensten zoals zomer- en winterbanden, pechverhelping en een vervangwagen. U betaalt een bepaald bedrag per maand en hoeft verder niets meer te regelen. Kortom, u rijdt zonder zorgen: alles is betaald, behalve de brandstof.

Fiscale gevolgen?

De aankoopoptie heeft fiscale gevolgen: bij een financiële leasing schrijft u het investeringsgoed af en brengt u de interesten fiscaal in. De wagen staat op uw balans geboekt als actief. Bij een operationele leasing brengt u de volledige huurprijs in als kosten. In beide gevallen zijn er fiscale aftrekbeperkingen en moet u mogelijk rekening houden met het beroepsmatige gebruik van de wagen. Ook niet onbelangrijk: de btw wordt maandelijks betaald op de huurprijs en dus niet in één keer. Zo houdt u uw kredietlijnen vrij voor andere investeringen.

Laat u verleiden door onze topdeal

Tot 30 november 2024 hebben we een uitzonderlijk aanbod: u kunt de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé operationeel leasen tegen een voordelige en exclusieve prijs, inclusief alle diensten.

Benieuwd? U vindt alle details op deze pagina

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Article

04.09.2024

Arval: mobiliteit in werk én leven

Veel medewerkers zien mobiliteit tegenwoordig als een nood die ze in samenwerking met hun werkgever aanpakken. Ze verplaatsen zich allang niet meer alleen met Koning Auto, maar maken almaar vaker gebruik van een mengeling van mobiliteitsoplossingen. Die zijn zowel privé, openbaar als gemengd. Belgische ondernemingen zijn daarom meer en meer op zoek naar knowhow over dé perfecte mobiliteitsmix, die is aangepast aan hun eigen professionele noden én aan de behoeften van hun personeel. De mobiliteitsspecialisten van Arval tonen hoe mobiliteit evolueert en hoe zij daarmee omgaan. Want daarvoor is niet alleen kennis nodig, maar ook een pakket aan begeleiding, waarmee ze werkgevers op dat vlak ondersteunen.

Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert, vat de visie en missie van Arval gebald samen: “Life is a journey made of journeys. Dat betekent dat wij ons bij Arval voortdurend afvragen hoe we kleine, middelgrote en grote ondernemingen kunnen ondersteunen en ontzorgen bij alle mobiliteitsvragen die ze zich stellen. In ons DNA als ondersteuner zitten twee belangrijke aspecten die waarde toevoegen: het persoonlijke en duurzame mobiliteit*. Van eenmanszaak tot groot bedrijf: Arval biedt zijn corporate knowhow aan en zorgt voor een one-stop-shop-oplossing.”

* Duurzame mobiliteit: mobiliteit met een lagere uitstoot van broeikasgassen, die elektrificatie, zachte mobiliteit en/of openbaar vervoer stimuleert.

Duurzame mobiliteit als vanzelfsprekende sleutel

Veel ondernemingen trekken vandaag voluit de kaart van de duurzame mobiliteit, of evolueren in die richting. Dat houdt niet alleen de keuze in voor elektrische auto’s, maar ook met een open blik kijken naar nieuwe mobiliteitsoplossingen. Arval speelt daarin zijn eigen rol: alle klanten worden geïnformeerd en begeleid in hun streven naar duurzame mobiliteit. Nieuwe mobiliteitsoplossingen als Arval Bike Lease, Arval Car Sharing en de toekomstige budgetbeheertool vormen voor veel ondernemingen de sleutel tot een sluitend mobiliteitsverhaal.

Troef in de ‘war for talent’

Al die mogelijkheden worden bovendien niet alleen gezien als pure verplaatsingsmogelijkheden, maar passen in een hr-concept dat ondernemingen inzetten in de ‘war for talent’. Philippe Kahn heeft met Arval steeds vaker te maken met ondernemingen die echt inspelen op mobiliteitsvragen. Ze zien het als een kans om de band met hun medewerkers te versterken of om nieuwe krachten aan te trekken.

Kahn: “Heel wat ondernemingen denken na in functie van mobiliteit over bijvoorbeeld hun locatie. Ze kiezen dan eerder voor de nabijheid van een mobiliteitshub, zoals een groot station als Brussel-Centraal of Antwerpen-Berchem. Daar kunnen ze de volledige mix van mobiliteitsmogelijkheden aan hun personeelsleden aanbieden. Zo kunnen die met de fiets of deelstep naar het werk komen, verplaatsingen maken met poolwagens of met de trein, gebruikmaken van bussen en deelauto’s … En dat betalen ze allemaal met het mobiliteitsbudget dat ze van hun werkgever krijgen.”

Toegevoegde waarde: zakelijk én persoonlijk

De budgetbeheertool waarmee ondernemingen het overzicht bewaren van alle mobiliteitsoplossingen die hun medewerkers gebruiken én van de bijbehorende kosten, is maar één facet van de toegevoegde waarde die ondernemingen krijgen aangeboden. Ook consulting rond mobiliteit maakt onlosmakelijk deel uit van wat Arval voor ondernemingen doet.

Philippe Kahn: “Als een onderneming met zowat 100 medewerkers van plan is te verhuizen naar het centrum van Antwerpen, zitten wij met hen rond de tafel om te bekijken welke nieuwe mobiliteitsoplossingen ze nodig hebben én hoeveel het hen allemaal zal kosten. Op die manier maken we echt deel uit van het team en kijken we samen naar de effecten van alle mogelijke mobiliteitsoplossingen op hun toekomst. Dat is maatwerk, waarin we onze expertise ten dienste stellen van onze klanten.”

Die expertise doet ondernemingen vaak een stap vooruitzetten in hun bedrijfsvoering, maar ook richting personeel. Kahn: “De tijd van het Excel-bestand waarmee het gebruik van de poolwagen werd bijgehouden, is voorbij. Apps op telefoon of computer maken alles makkelijker en vlotter. Ze houden de locatie van poolwagens tussen de verschillende vestigingen bij én doen de grens tussen pool- en deelauto’s vervagen. Zo maken medewerkers tijdens het weekend – weliswaar tegen betaling – privé gebruik van de auto die ze tijdens de week voor professionele verplaatsingen gebruiken. Ook de typische ondersteuning bij het leasen van een elektrische fiets maakt deel uit van dat verhaal. Arval ontzorgt werkgevers op dat vlak en geeft hen extra troeven in handen om hun medewerkers ook privé te ondersteunen in hun mobiliteit. Het wordt een verhaal waarin ondernemingen, via hun mobiliteitsdossier, echt deel gaan uitmaken van het dagelijks leven van hun medewerkers.”

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Hoe zet u de eisen van de energietransitie om in strategische kansen? “Door pragmatisch en zorgvuldig te werk te gaan”, vertelt onze partner Climact.

“Wij bieden bedrijven begeleiding en advies op weg naar maturiteit op het vlak van de uitdagingen rond de klimaatopwarming. En dat houdt in dat we met een aantal eisen aan de slag moeten, zoals de duurzaamheidsrapportering die de Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) oplegt”, vertelt Jerome Meessen, Associate Partner bij Climact. “Wij zien erop toe dat bedrijven daar zelf ook toegevoegde waarde uithalen. De meest tastbare voordelen voor hen zijn een vermindering van hun energiekosten en/of de verbeterde veerkracht van hun leveranciers en klanten in het licht van de klimaattransitie. Daarin gaan we zorgvuldig en pragmatisch te werk. Zorgvuldig, want we baseren ons op cijfers en passen erkende methodes toe, zoals het Greenhouse Gas Protocol voor de berekening van de koolstofvoetafdruk, zonder in greenwashing te vervallen. En pragmatisch, want we houden altijd rekening met de realiteit van het bedrijf in kwestie.”

Een traject in 5 stappen

Maar hoe begeleidt Climact bedrijven en overheidsorganisaties concreet?

Jerome Meessen: “Om te beginnen, helpen we hen duidelijk zicht te krijgen op de uitdagingen van de klimaatverandering waar ze nu of in de toekomst mee te maken krijgen. Dat doen we door de kansen en risico’s in kaart te brengen, zoals de gevolgen van een hoge koolstofprijs of het risico op een overstroming in een productievestiging. Op basis daarvan evalueren we hun huidige impact, om te komen tot de koolstofbalans van hun activiteiten. De volgende stap is de toekomstvisie: samen met de bedrijven bepalen we duurzaamheidsdoelstellingen, waarbij we ons baseren op de internationale standaarden van de Science Based Targets. Vervolgens helpen we hen om een concreet transitieplan op te stellen en in de praktijk te brengen, bijvoorbeeld door hen te helpen de inhoud en de specifieke kenmerken van een contract voor de aankoop van groene energie te bepalen. Tot slot begeleiden we bedrijven ook bij de communicatie over hun inspanningen, in lijn met de CSRD-vereisten.”  

CSRD: administratieve rompslomp of strategische kans?

De CSRD is dit jaar in werking getreden, met een reeks rapporteringsregels die voor heel wat ondernemingen verplicht zijn. “Het doel van de richtlijn is te zorgen voor maximale transparantie over de stand van zaken rond de duurzaamheidstransitie van bedrijven”, legt Jerome Meessen uit. “De rapportering heeft betrekking op factoren in verband met ecologie, samenleving en goed bestuur (Environmental, Social, Governance – ESG). Zo’n rapport biedt daarmee ook aan externe spelers, met name de entiteiten die overwegen het bedrijf financiering te verstrekken, een objectief beeld van de al afgelegde weg, de klimaatambities en de blootstelling aan de risico’s van de klimaatverandering.”

“Dat rapport opstellen is een aanzienlijke administratieve last voor bedrijven”, horen we van Jérémy Robinet, coördinator van het partnerschap met BNP Paribas Fortis. “Je moet een gedetailleerde methodologie en precieze normen volgen, formulieren invullen, indicatoren aanleveren … Maar het is ook een prima aanleiding om een solide en gefundeerde transitiestrategie uit te werken die het bedrijf ten goede komt, ook qua reputatie. Met onze begeleiding winnen bedrijven tijd. Ze hebben de zekerheid dat hun rapport beantwoordt aan de reglementaire eisen, en hun ESG-aanpak krijgt waarde en zin.”  

Climact, partner van BNP Paribas Fortis

Climact is een van de partners die BNP Paribas Fortis uitkoos om klanten te begeleiden los van de zuiver financiële kant van de zaak. “Op initiatief van de Relationship Manager van de bank gaan wij praten met bedrijven die vooruitgang willen boeken in hun energie- en duurzaamheidstransitie, specifiek op het vlak van hun decarbonisatiestrategie en om hun koolstofbalans op te stellen”, legt Jérémy Robinet uit.

Gilles Roumain, Sustainability Program Officer bij BNP Paribas Fortis en verantwoordelijk voor het partnerschap met Climact: “Via de samenwerking met Climact kunnen we onze klanten oplossingen aanreiken voor de decarbonisatie van hun activiteiten, en tegelijk onze eigen expertise op het gebied van decarbonisatie vergroten. Door hen die begeleiding aan te bieden, verkleinen we bovendien onze eigen koolstofvoetafdruk.”

“De bedrijven die de bank met ons in contact brengt, komen uit alle sectoren”, vertelt Jérémy Robinet nog. “Ze hebben een bepaalde minimale omvang, bijvoorbeeld een omzet van minstens 25 miljoen of een complexe toeleveringsketen. Het partnerschap heeft al geleid tot een 15-tal samenwerkingen, waaronder die met garagedeurfabrikant RE Panels.

We hebben hen in eerste instantie begeleid bij het opstellen van een koolstofbalans in overeenstemming met de Europese CSRD-verplichtingen. Daarop onderkende de directie het strategische belang van dat werk en vroeg ze ons om meer specifieke analyses uit te voeren, per product en productievestiging. Op die manier kon het bedrijf bepaalde ‘best practices’ op het spoor komen. RE Panels was opgetogen over onze aanpak. Voor elke doelstelling in de optimalisering van de koolstofvoetafdruk berekenden we de kosten, de winst en de nodige investering. Ze waren ook blij met de strikte afstemming op de internationale normen, want die is essentieel om greenwashing te voorkomen.”

Article

12.06.2024

We moeten allemaal samen vooruit

De bank verminderde haar CO2-uitstoot per voltijds equivalent met 55% sinds 2019. En dat vraagt volgens Sandra Wilikens, Chief Human Resources Officer, een betrokkenheid van iedereen.

Tussen 2019 en 2022 is de bank erin geslaagd haar CO2-uitstoot met liefst 55% terug te schroeven. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

“Voornamelijk door in te zetten op de energie-efficiëntie van onze gebouwen, die goed zijn voor ongeveer 80% van onze onmiddellijke uitstoot. Daarnaast hebben we ons vastgoed geoptimaliseerd en de beroepsverplaatsingen fors verminderd. We kiezen voor een gestructureerde aanpak waarbij alle departementen betrokken zijn. Sinds 2012 brengt ons Green Bank Platform driemaandelijks de verschillende contactpersonen van elke afdeling samen om er hun actieplan voor te stellen met eigen initiatieven. Daar wordt telkens een stand van zaken opgemaakt van een reeks KPI’s op het vlak van energie- en papierverbruik, beroepsverplaatsingen, elektrificatie van het wagenpark, afvalbeheer… Want meten is weten.”

De doelstelling was om tegen eind 2025 een reductie van de uitstoot te bereiken van 42,5% ten opzichte van 2012. Dat doel is inmiddels behaald. Wat zijn de verdere plannen?

“Het is niet de bedoeling om tot 2025 op onze lauweren te rusten. Want er is geen tijd te verliezen als we tegen 2050 koolstofneutraal willen zijn. Onze nieuwe zetel aan de Warandeberg in Brussel is een mooi voorbeeld van energie-efficiëntie, maar er kan nog veel verbeterd worden in de rest van ons vastgoedpark. We gaan de energie-efficiëntie van de verschillende regionale kantoren verbeteren, zonnepanelen installeren op meer dan 80 locaties en ledverlichting wordt de standaard in al onze gebouwen. Die inspanningen moeten toelaten om onze CO2-uitstoot met nog eens 7% te verminderen.”

Hoever staan jullie met de elektrificatie van het wagenpark?

“We doen veel inspanningen om ons wagenpark te elektrificeren en ik durf zeggen dat we op de goede weg zijn. Eind 2022 bestond de vloot van geleasete bedrijfswagens voor bijna 30% uit geëlektrificeerde wagens – 100% elektrisch en plug-in hybrides. In het derde kwartaal van 2023 waren die wagens goed voor 95% van de nieuwe bestellingen. De nieuwe fiscaliteit speelt uiteraard een grote rol in deze evolutie. Maar voor werkgevers is daarmee de kous niet af. Ze krijgen te maken met een complex fiscaal kader, onder andere voor de terugbetaling van de elektriciteitskosten. Ook voor een deel van onze medewerkers zijn er nog hindernissen omdat ze bijvoorbeeld moeilijk toegang hebben tot een laadpaal. Ik ben van plan om dit jaar een rondetafelgesprek over mobiliteit te organiseren. Het is de bedoeling om overheden, operatoren, start-ups en bedrijven samen te brengen. Want we moeten vooruit, en we moeten het allemaal samen doen.”

Hoe zorgen jullie voor voldoende engagement bij het personeel?

“Veel communiceren. Het is belangrijk om uit te leggen wat je doet en waarom je het doet. Enkel zo kan je mensen warm maken om mee te werken. Binnen de bank kunnen we daarvoor rekenen op een netwerk van ruim 200 EcoCoaches. Het duurzaamheidscompartiment van de cao 90 werkt ook stimulerend. Hierbij bepalen we elk jaar zes concrete doelstellingen. Verwezenlijken we er minstens drie, dan krijgen alle medewerkers een premie aan het einde van het jaar. Tot nu toe is dat al altijd gelukt. Er zijn nog andere incentives mogelijk. Met ons ‘Green Fuel Consumer Plan’ belonen we medewerkers die een bedrijfswagen hebben maar die weinig gebruiken. En we lanceren heel wat acties om zachte mobiliteit – wandelen, fietsen en openbaar vervoer – te bevorderen. De keuze om onze zetels in de steden te vestigen is ook positief. Eind 2022 gebruikte 79% van het personeel dat in Brussel werkt het openbaar vervoer om naar kantoor te komen. Buiten de steden is dat 60%.”

Zijn er tot slot nog gebieden die volgens u dringend aangepakt moeten worden?

“Digitale vervuiling wordt vaak onderschat. Om een idee te geven: honderd mails sturen zorgt voor evenveel vervuiling als twintig kilometer met de auto rijden. Daarom organiseren we elk jaar een interne campagne om onze medewerkers te sensibiliseren en hen tips te geven voor een kleinere digitale voetafdruk. Regelmatig je mailbox opkuisen, links versturen in plaats van bestanden, verouderde bestanden verwijderen: het zijn allemaal kleine dingen. Als al onze 11.000 collega’s daar een gewoonte van maken, kunnen we een grote impact maken. Elke inspanning telt!”

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top