Gebouwen wegen zwaar door op de milieubalans. Bedrijven hebben dus alle belang bij energiebesparingen in hun gebouwenbestand. Maar welke oplossingen kiezen ze het best?
De energieprestaties van gebouwen zijn een van de grootste uitdagingen van de klimaatdreiging. En dat geldt zowel voor particulieren als voor bedrijven. In Europa is deze sector verantwoordelijk voor maar liefst 42% van het energieverbruik (waarvan 70% voor verwarming en airconditioning) en voor 30% van de CO2-uitstoot. Overheden en bedrijven kunnen er dus maar beter alles aan doen om de efficiëntie van hun gebouwen te optimaliseren. En er is ook goed nieuws! Er komen steeds meer innovatieve oplossingen op de markt.
Evolutie in plaats van revolutie
"Zowel voor bedrijven als voor particulieren zien we vooral dat de bestaande technologieën worden verbeterd en dat de prijzen van bepaalde materialen en bouwcomponenten dalen", vertelt Quentin Nerincx, Senior Advisor Cleantech bij het Sustainable Business Competence Centre (SBCC). Wanneer we het in de gebouwensector hebben over energie-efficiëntie, zijn er twee essentiële aspecten:
- de schil van het gebouw: d.w.z. de structurele isolatie, de ramen, de luchtdichtheid enz.;
- de 'technieken': zoals de verwarming, de ledverlichting, de ventilatiesystemen, de koelinstallaties enz.
Welke innovaties voor particulieren?
Wat het structurele gedeelte van gebouwen betreft, evolueert de markt zeer sterk, onder meer dankzij innovatieve start-ups. Zo wordt steeds meer aandacht geschonken aan natuurlijke isolatie zoals hennep in combinatie met kalk of het gebruik van panelen op basis van weidegras. Dat zijn materialen die beter ademen en dus zorgen voor een betere vochtigheidsgraad. Ook driedubbele beglazing wordt de norm, niet alleen voor de energieprestaties maar ook voor het comfort. En de technieken? Er wordt steeds vaker gekozen voor ledverlichting. Een andere innovatie is vooral de combinatie van verschillende systemen om de energie-efficiëntie van een gebouw te verbeteren. "We evolueren steeds meer naar elektrische oplossingen voor onze behoeften", verduidelijkt Quentin Nerincx. "Zo wordt een warmtepomp bijvoorbeeld gecombineerd met zonnepanelen of batterijen. Bij de eerste zagen we een aanzienlijke prijsdaling, terwijl de tweede, die ook een stuk democratischer zijn geworden, de mogelijkheid bieden om de behoeften af te vlakken en bij te stellen."
En voor bedrijven? Een andere uitdaging
De schil van gebouwen optimaliseren impliceert verplichtingen en grote investeringen. "Het gaat over de lange termijn", vertelt de expert van het SBCC. "En de terugverdientijd is zeer lang: we spreken over 20 of 30 jaar." Die realiteit dreigt de structurele transformatie van gebouwen een stuk complexer te maken ... "De voornaamste behoefte van bedrijven is monitoring. Ze moeten kunnen beschikken over digitale meetinstrumenten en consultingtools om een duidelijk beeld te krijgen van hun verbruik. Zo kunnen ze nagaan waar hun systemen ondoeltreffend werken." We zien dus voornamelijk een evolutie bij de technieken: denk maar aan het afstellen en aanpassen van verwarmings- of ventilatiesystemen, ledverlichting of de installatie van zonnepanelen of koelsystemen volgens de nieuwe regelgevingen waarbij het gebruik van bepaalde zeer vervuilende fluorhoudende gassen verboden is.
Innovatieve stappen
Zoals Quentin Nerincx al toelichtte, blijft innovatie echter niet beperkt tot technologie alleen. We moeten ook verder dan deze modellen kijken om de zaken te zien bewegen ... "Daarbij horen twee belangrijke denkpistes: een eerste rond elektrische micronetwerken en een tweede rond het concept van demand response." Deze nieuwe benaderingen steunen op het begrip energieflexibiliteit. Bij demand response wordt het energiebeheer geoptimaliseerd via artificiële intelligentie (meters, installaties, het volledige systeem enz.). Het idee? De energieproductie of het energieverbruik aanpassen aan de behoeften. "Het zou perfect kunnen dat een bedrijf de temperatuur van zijn koelkasten één graad lager zet – zonder impact op zijn activiteiten – om het net voor een bepaalde tijd te ontlasten. En dat werkt in twee richtingen. Een heuse innovatie, omdat de systemen de vraag helpen afvlakken en verhinderen dat er energiepieken worden bereikt. Bovendien vermijden we zo hogere investeringen in de energieproductie." Een win-winoplossing, want ze is zowel een stuk rendabeler als ecologischer ... Uiteraard vereist deze oplossing wel de installatie van een reeks slimme toepassingen.
Energieprestaties 'as a service'
Nog zo'n nooit geziene evolutie? De sector richt zich almaar meer op dienstverlening.
"Een nieuw paradigma voor de bedrijven dat een andere kijk biedt op energiebesparing in hun gebouwen", verduidelijkt Quentin Nerincx.
Het principe? Bedrijven krijgen het voorstel om te investeren in een dienstencontract voor energieprestaties in plaats van in infrastructuur en tools. Die aanpak wordt mogelijk gemaakt via een professionele installateur. Die laatste staat in voor het waarborgen van het niveau van energie-efficiëntie – en het onderhoud van de technieken – waardoor het bedrijf geen grote geldbedragen moet vrijmaken. Dat businessmodel zien we nu al opkomen op de markt, maar het brengt wel wat uitdagingen met zich mee ... Zo wordt de professionele installateur onder meer gedwongen om de activa op te nemen in zijn balans. Om dergelijke beperkingen te vermijden, duiken ook steeds meer innovatieve bankproducten op. De bank is dus de derde onmisbare schakel om van dit proces een succes te maken. En in de toekomst? Een winnend trio is aan zet – de onderneming/klant, de bank en een professionele installateur – waarbij elke schakel zijn expertise uitspeelt ten dienste van één gemeenschappelijk doel: energie-efficiëntie.
Evolutie aan de gang
Hoewel 'energie-efficiëntie as a service' zich tot nu toe nog vooral op de technieken concentreert – en niet op de schil van het gebouw – is er geen twijfel mogelijk dat deze innovatieve oplossing zal bijdragen aan de uitdagingen van de gebouwensector.
"Alleen al met optimale technieken en deze conceptuele aanpak kan een bedrijf rekenen op een energiebesparing tussen 40 en 50%", bevestigt Quentin Nerincx.
Goed nieuws dus, niet alleen voor de bedrijven maar ook voor onze planeet!
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
04.06.2020
Duurzame transitie: waarom nu?
Een duurzame transitie is essentieel om de klimaatproblematiek aan te pakken. Maar daarvoor moeten we goed begrijpen wat de inzet precies is ... Terug naar de basis: belangrijke feiten en cijfermateriaal!
Steeds meer bedrijven nemen duurzaamheid op in hun bedrijfsstrategie ... Maar toch kan het nuttig zijn om terug te gaan naar de oorsprong van waarom dit nu zo belangrijk is (voor ons allemaal). Waarom moeten de economische spelers – en de maatschappij in haar geheel – een nieuwe weg inslaan? Omdat de huidige weg doodloopt op een muur! De planeet blijft er maar op hameren dat de context van vandaag niet die van morgen is: van klimaatopwarming over natuurrampen tot ingrijpende crisissen op het vlak van milieu, gezondheid, voeding en bevolking. Sommige economische spelers hebben ingezien dat het vijf voor twaalf is en gaan de uitdaging dan ook vol aan ... Ze kiezen voor verandering om niet te eindigen tegen die muur. En om te kunnen voortbestaan in een andere toekomst die er onvermijdelijk zit aan te komen. Maar dan moeten we de signalen en hun sneeuwbaleffecten natuurlijk wel begrijpen!
1,5 °C
Een van de hoekstenen van de klimaatproblematiek: de klimaatopwarming tegen eind deze eeuw onder de grens van 2 °C houden. Daartoe verbonden 195 landen zich in het Akkoord van Parijs dat werd ondertekend in 2015. Maar de praktische uitwerking ervan laat op zich wachten ... En iedere dag die voorbijgaat, benadrukt de inspanningen die nodig zijn om de doelstelling nog te bereiken. En als we niets of niet genoeg doen? Experts verwachten dat de klimaatopwarming tegen 2100 met maar liefst 4,8 °C kan toenemen … met desastreuze gevolgen voor onze toekomst !
26 tot 77 cm
Het is een domino-effect: de opwarming van de aarde heeft een enorme impact op onze ecosystemen. En ieder fenomeen heeft op zijn beurt weer gevolgen voor andere factoren. 26 tot 77 cm? Dat is hoeveel de zeespiegel in 2100 naar schatting zal gestegen zijn ten gevolge van een temperatuurstijging van 1,5 °C. En als die stijging niet 1,5 maar 2 °C zou bedragen? Iedere 10 cm meer komt overeen met 10 miljoen meer mensen die worden getroffen door de risico’s van een hogere waterstand!
Maar dat zijn niet de enige tekenen van de omvang van het probleem:
- 170 miljoen hectaren bos zouden tegen 2030 kunnen verdwijnen ;
- Een half tot een miljoen diersoorten wordt vandaag met uitsterven bedreigd;
- De sneeuwlaag, het pakijs en de berggletsjers smelten sneller dan ooit;
- De toenemende zuurtegraad van de oceanen brengt tal van ecosystemen in gevaar.
29 juli
Earth Overshoot Day in 2019. Dat (hier en daar betwiste) concept geeft aan dat we alle grondstoffen hebben opgebruikt die de aarde in 365 dagen kan produceren. In 2030 zullen we wellicht al vanaf eind juni ‘op krediet’ leven, terwijl dat punt in de jaren 80 nog ergens begin november lag. Een overexploitatie van de planeet die niet oneindig kan doorgaan ... Temeer omdat de wereldbevolking exponentieel blijft toenemen: tegen 2050 zullen we met 9 miljard zijn. En die stijging oefent een ongeziene druk uit op de aarde en haar grondstoffen.
40%
Ons klimaatsysteem steunt op een wankel evenwicht, onder andere door de uitstoot van broeikasgassen die worden geproduceerd door onze menselijke activiteiten. Er is dringend een radicale ommezwaai nodig om het probleem aan te pakken. De Europese Unie heeft zich ertoe verbonden om de uitstoot tegen 2030 met 40% te verlagen, maar ook om het aandeel van de hernieuwbare energieën op minstens 32% te brengen en de energie-efficiëntie met minstens 32,5% te verbeteren. Alles hangt met elkaar samen en een koolstofarme toekomst (misschien met nog wel veel grotere inspanningen) lijkt hoe langer hoe meer de enige mogelijkheid om de klimaatopwarming en de bijbehorende gevolgen te bestrijden. Dat betekent dat we in alle sectoren helemaal anders zullen moeten gaan produceren en consumeren en dat de wetgeving dienovereenkomstig moet worden aangepast.
12.000 miljard dollar
De risico’s zijn niet min ... Maar er liggen ook kansen voor het grijpen. Het ene evenwicht verstoren om er een nieuw te creëren en daarbij rekening houden met duurzaamheid en het voortbestaan van de generaties na ons. Een grote uitdaging die komend decennium voor 12.000 miljard dollar aan commerciële opportuniteiten per jaar zou kunnen opleveren. Deze mogelijke meevaller zou voortkomen uit de invoering van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (DOD) van de Verenigde Naties in verschillende sectoren (voeding, landbouw, steden, energie en grondstoffen en gezondheid).
0
Dat is de tijd die we nog hebben voor we eraan moeten beginnen. De veiligste manier om te beginnen bouwen aan duurzaamheid is door risico’s om te zetten in successen. De ‘cijfers’, ook al staan ze soms ter discussie of zijn ze open voor interpretatie, liegen er niet om: de wereld verandert in sneltempo. In deze context is het van fundamenteel belang dat we ons zakenmodel evalueren en herzien. Niet omdat het zo leuk is om het wiel opnieuw uit te vinden, maar om die muur recht voor ons te vermijden. Niets doen zal ons duur komen te staan, dus we moeten handelen nu alles nog draait. En dat is nu meteen!
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
10.06.2020
'Zero emissies' als doelstelling: een nieuwe uitdaging voor bedrijven
De uitstoot van broeikasgassen is een van de belangrijkste kwesties op het vlak van milieu en klimaat. In die mate zelfs dat 'koolstofneutraliteit' een levensbelangrijk doel wordt voor bedrijven.
"Mik op de maan, zelfs als je mist zul je tussen de sterren belanden." Deze wijsheid is een perfecte samenvatting van de uitdaging waar we vandaag voor staan als het gaat om de uitstoot van broeikasgassen. Een ambitieus standpunt – waarvoor dank, Oscar Wilde – dat onder meer verklaart waarom de 'zero carbon'-doelstelling er bij iedereen stevig ingebakken moet zitten. En terecht: hoe langer het duurt, hoe zwaarder de inspanningen die we moeten leveren, met name om de engagementen van het Akkoord van Parijs na te leven en de impact van de opwarming van de aarde in te dijken. Het doel? De stijging van de temperatuur onder 2 °C houden, en idealiter zelfs rond 1,5 °C. Hoewel de Europese Unie zich al engageerde om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 40% te verlagen, "streeft zij er ook naar om klimaatneutraal te zijn" tegen 2050.
Twee 'scholen'
Om deze ambitie waar te maken, kijken we in de eerste plaats naar de bedrijven. Toch zijn er verschillende manieren om de zaken onder ogen te zien. Of zoals Churchill het samenvatte: "A pessimist sees the difficulty in every opportunity; an optimist sees the opportunity in every difficulty". Een koolstofvrije toekomst betekent een nieuwe wereld op verschillende vlakken: regelgeving, handel, economie, energie en noem maar op. Neem nu de mobiliteit: van de koolstoftaks tot de lage-emissiezones ... de regeringen voeren almaar meer maatregelen in om hun engagementen na te komen. Van eenvoudige beperkingen tot de veroudering van bepaalde businessmodellen: deze evolutie zal ongetwijfeld een impact hebben op uw activiteiten én op het voortbestaan van uw bedrijf. En dat geldt voor alle sectoren. Achter deze risico's schuilen echter ook nieuwe opportuniteiten. Nieuwe behoeften om in te lossen, markten die voor verbetering vatbaar zijn, nieuwe technologieën die nog ontwikkeld moeten worden en noem maar op. Maar om de toekomst niet te moeten ondergaan, moeten we vandaag al anticiperen!
- Nieuwe markten
CO2 is onze grootste vijand. Maar innoveren betekent ook anders gaan denken. De problemen omkeren en van koolstof bijvoorbeeld een troef maken! Zo duiken er vandaag tal van innovatieve spelers op die het thema benutten om nieuwe markten te gaan verkennen: van koolstofboekhouding tot opvang en opslag van CO2. Maar ook energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en waterstof komen aan bod. We staan waarschijnlijk nog maar aan het begin van deze revolutie ... Die vereist dat we onze ingesteldheid veranderen, risico's durven te nemen en zo inzetten op technologieën die hun sporen nog niet eens hebben verdiend. Maar wie nu als eerste durft te springen, heeft ongetwijfeld zijn voorsprong mee.
- Innovatieve en duurzame businessmodellen
Nieuwe manieren bedenken om zaken te doen? Dat kan bijvoorbeeld door in te zetten op de circulaire economie. Dat betekent dat we van paradigma moeten veranderen en ons model van binnenuit moeten aanpassen: al onze activiteiten evalueren en nieuwe oplossingen bedenken. De volledige waardeketen herbekijken om zo dicht mogelijk bij de 'zero emissie' te geraken, samenwerken met partners (klanten, leveranciers enz.) of opnieuw gaan nadenken over onze strategie om waarde te creëren, zowel voor de klant als voor het bedrijf. Het is dan ook geen toeval dat een grote klepper als Ikea maar liefst 200 miljoen euro investeert in de transformatie van zijn supply chain. Met onder meer de ambitie om tegen 2030 100% hernieuwbare energie (elektriciteit, verwarming, koeling en andere brandstoffen) te gebruiken voor zijn productie.
- Gedragsverandering
De 'low carbon'-golf breidt steeds verder uit en trekt stilaan de hele samenleving – en met name de consumenten – mee. Voor een bedrijf zou het fataal zijn om de nieuwe behoeften en verwachtingen van zijn klanten naast zich neer te leggen. Van vliegreizen (en de mobiliteit in het algemeen) tot de vleesconsumptie: individuele keuzes sijpelen steeds meer door in onze denkoefening voor meer duurzaamheid. Bedrijven moeten anticiperen op die bewustwording ... Zeker nu we ook bij de beleggers een gelijkaardige nieuwe mindset zien. Impact is hét codewoord voor financiers! Bedrijven die mee kiezen voor een duurzame aanpak, weten bovendien steeds meer kapitaal aan te trekken. Economische waarde en duurzaamheid zijn dus meer dan ooit met elkaar verbonden.
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
17.06.2020
Hoe vindt u uw weg in de certificaten voor duurzame gebouwen?
De bouwsector verandert van paradigma om in te spelen op de klimaatdreiging. Maar hoe wordt de duurzaamheid van gebouwen gemeten? Milieucertificaten spelen een belangrijke rol!
De bouwsector is verantwoordelijk voor bijna een vijfde van de uitstoot op wereldschaal en weegt dus zwaar door als het gaat om broeikasgassen. Als we rekening houden met de levensduur van een gebouw, dan blijft die impact ook verschillende decennia hangen ... De klimaatopwarming dwingt de sector dus om zichzelf heruit te vinden en duurzamer te worden. Maar hoe kunnen we energie-efficiënte gebouwen ontwerpen en bouwen met een neutrale (of zelfs positieve) impact op het milieu?
Een lastige vraag. Maar het antwoord vinden we bij certificaten. Certificaten zijn onmisbare instrumenten waarmee we de prestaties van een gebouw kunnen meten tijdens de volledige levensduur en op basis van vooraf bepaalde criteria. Een vertrouwensgarantie voor de volledige keten, zeg maar: niet alleen voor de bouwers, maar ook voor het bedrijf (de klant) én de overheid. Is uw hoofdzetel aan renovatie toe of laat u een nieuwe vestiging bouwen? Dan vormt de naleving van deze normen een belangrijke uitdaging. Bovendien zijn ze een uitstekende manier om uw duurzame transitie waar te maken, uw activa te valoriseren en uw milieu-engagement kracht bij te zetten.
Ruime keuze aan referenties
Energieverbruik, materiaalkeuze, technologische beslissingen, koolstofvoetafdruk, ... Allemaal elementen waar u rekening mee moet houden vanaf het ontwerp van uw gebouw tot u het ook daadwerkelijk in gebruik neemt. Het overzicht van referenties is echter vrij complex en er bestaan ook verschillende standaarden naast elkaar. Zo is er in Frankrijk het label HQE, in de Verenigde Staten LEED, in Duitsland Passivhaus of DGNB en in het Verenigd Koninkrijk BREEAM, om maar enkele voorbeelden te noemen. De certificaten uit het buitenland worden algemeen erkend in de sector. En terecht, want vertrouwen en naambekendheid zijn cruciaal in dit domein!
De nummer één: BREEAM
Met meer dan 2 miljoen gecertificeerde gebouwen wereldwijd en 424 in België blijft BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) een van de voornaamste certificaten in ons land. De evaluatiemethode bestaat uit negen groepen van criteria: management, gezondheid, energie, water, transport, materialen, recyclage, milieu en vervuiling. Dit certificaat bestaat sinds 1986 en bevat vijf certificeringsniveaus. Het is gebaseerd op volledige berekeningen met één centraal doel: de impact van een gebouw op het leefmilieu verkleinen en tegelijk zorgen voor een betere levenskwaliteit voor de gebruikers.
... en de rest
- Het Passivhaus-certificaat
Eén certificaat volstaat voor een gebouw doorgaans niet. Bovendien zijn sommige labels gericht op zeer specifieke domeinen. Zo verwijst het Duitse label 'Passivhaus' naar de energieprestaties van gebouwen. De gebouwen met dit label besparen tot 90% energie door efficiënt gebruik te maken van zonlicht, interne warmtebronnen en warmterecuperatie.
- Zero-energy buildings
Kort uitgelegd gaat het om gebouwen die netto nul energie verbruiken: de totale hoeveelheid energie die wordt gebruikt, is dus min of meer gelijk aan de hoeveelheid hernieuwbare energie die ter plaatse wordt geproduceerd. Achter die benaming 'zero-energy building' schuilt echter soms een andere realiteit op het vlak van gebruik: het verschil zit vaak in het aandeel en de herkomst van de hernieuwbare energie. Naast de zero-energy buildings zijn er ook nog de 'autonomous buildings' (energie-onafhankelijke gebouwen) en de 'energy-plus-houses' (energiepositieve gebouwen).
- Nearly zero-energy buildings of Bijna-energieneutraal: de Europese standaard
Dit concept werd concreet omgezet in een Europese norm die alle lidstaten vanaf 2021 zullen moeten volgen. Elk nieuw gebouw moet vanaf dat moment een energieverbruik van bijna nul hebben ... Dat kan dankzij de hoge energieprestaties van het gebouw en omdat de zeer kleine hoeveelheid energie die nodig is uit hernieuwbare energiebronnen wordt gehaald.
- Mooie voorbeelden
Naast al deze certificaten zijn er ook nog andere initiatieven die duurzaam bouwen stimuleren. Zo is er bijvoorbeeld de Belgische Energie-en Milieuprijs die wordt uitgereikt aan voorbeeldige projecten in verschillende categorieën zoals de 'Sustainable Energy Award' en de 'Sustainable Building Award'. Een belangrijke troef voor bedrijven die hun inspanningen in de kijker willen zetten.
En als afsluiter?
Om af te sluiten, zetten we graag nog even het bouwproject 'Warandeberg' in de kijker: de nieuwe maatschappelijke zetel van BNP Paribas Fortis is namelijk een mooi voorbeeld van een sterk engagement. En dat is ook helemaal terecht, want het bouwproject 'Warandeberg' heeft al het tussentijdse ‘Design Stage’-certificaat gekregen, met bovendien de vermelding 'excellent', die doorgaans slechts 10% van de projecten halen. Het gaat om de eerste van twee stappen op weg naar een definitief label eens alles klaar is. We benadrukken tot slot nog dat deze certificaten geen doel op zich mogen zijn en moeten passen bij een holistische duurzame aanpak waarbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen de ecologische, economische, esthetische en maatschappelijke verwachtingen.
begeleiden u tijdens uw duurzame transitie.
Aarzel niet om hen te contacteren!
07.11.2024
BNP Paribas Fortis Factor: de zuurstof in uw groeiverhaal
Factoring speelt een almaar sterkere rol in het bevorderen van de groei van Belgische en internationale ondernemingen. BNP Paribas Fortis Factor levert de zuurstof in hun groeiverhaal.
U wil dat uw onderneming groeit en bloeit. Daarbij is alle hulp en begeleiding meer dan welkom. De reden is vanzelfsprekend: ondersteuning betekent extra energie voor uw ondernemingsgeest én extra zuurstof voor alles wat uw inventieve groeiplannen mogelijk maakt.
BNP Paribas Fortis Factor, dochterentiteit van BNP Paribas Fortis, heeft een dienst in huis die precies dàt doet: ontzorgen én motiveren; uw groei bevorderen én koesteren. In dit interview steken Jef Ramaekers, Head Factoring Benelux bij BNP Paribas Fortis Factor en Audrey Bourguet, Working Capital Advisor bij Corporate Banking van BNP Paribas Fortis, de voeten onder een tafel waarop één gezamenlijk onderwerp ligt: Factoring en de positieve rol die het kan spelen voor Belgische ondernemingen én hun buitenlandse entiteiten.
Factoring kort en bondig uitleggen, is nochtans een uitdaging. Jef Ramaekers, Head Factoring Benelux bij BNP Paribas Fortis Factor verduidelijkt: “Factoring is om te beginnen een middel, geen doel. Het is een tool om als ondernemer of CFO het werkkapitaal van de onderneming te optimaliseren. Elke financieel verantwoordelijke, bij eender welke onderneming, stelt zich op een bepaald moment dezelfde vraag: ‘Wie moet ik betalen op welk moment en hoe kan ik hem of haar betalen met de middelen die ik heb?’ Praktisch gezegd, maken wij het voor een onderneming via Factoring onder andere mogelijk om leveranciers te betalen, zonder te moeten wachten op geld van klanten om dat te doen. We financieren dus facturen, door ze voor de onderneming om te zetten in geld.”
Dat proces neemt heel actief zorgen en stressfactoren weg. Daardoor krijgen ondernemers de ruimte om te doen wat ze het beste kunnen – ondernemen. Ramaekers: “Wij kiezen ervoor om het ‘zuurstof geven aan groeiverhalen’ te noemen. Maar ik zie zeker de waarde van de term ‘ontzorgen’ in dit verhaal. Als je een ondernemer of CFO de ruimte geeft om zich te focussen op de kernactiviteit en als financieel specialist een belangrijk deel van de financiële kant van hen overneemt, geeft dat extra tijd én mogelijkheden. En minder zorgen, dat klopt.”
Positief
De van oudsher minder positieve connotatie van Factoring, is volgens Ramaekers een geest uit het verleden: “Factoring werd vroeger door nogal wat bedrijfsleiders als een ‘last lender resort’ gezien – een manier om toch nog aan bankkrediet te komen, door de assets, de vorderingen of klantenfacturen te gebruiken. Het laatste redmiddel van een onderneming, dus. Die tijd is – gelukkig maar – lang voorbij. We zijn geëvolueerd naar een zeer open houding ten opzichte van Factoring, waardoor onze tak is uitgegroeid tot een echte serviceprovider. De belangrijkste basisbehoefte van onze klanten is en blijft kortetermijnfinanciering -. Eén op vijf facturen in ons land loopt vandaag via Factoring. Factoring is vandaag een grote markt – meer dan honderd miljard euro per jaar. Van die markt beheert BNP Paribas Fortis Factor 41 procent – goed voor 55 miljard euro per eind 2023.”
Groei
Ook vanuit het oogpunt van de bank is Factoring een bijzonder groeiverhaal. Audrey Bourguet, Working Capital Advisor bij Transaction Banking van BNP Paribas Fortis: “Factoring is vandaag hét financiële product dat zich op een heel mooie manier aanpast aan het groeiende zakencijfer van onze ondernemingen. Het vormt een praktische oplossing voor werkkapitaal, en het maakt deel uit van een portefeuille aan diensten van Transaction Banking. Daarin zitten, naast Factor, ook Global Trade Solutions, Cash Management, Fixed Income en Working Capital Advisory. Al die services hebben een gemeenschappelijk doel: de financiële noden van onze cliënten zo goed mogelijk verzorgen en er als bank zijn in alle situaties waarin ze onze begeleiding kunnen gebruiken.”
Vanuit het standpunt van de bank vormt Factoring een almaar sterker groeiend, positief verhaal, dat in niets nog samenhangt met het verleden. Bourguet: “Dat zie je aan de manier waarop wij Factoring echt integreren in onze bank en in de groep. Maar ook aan de wijze waarmee we de dienst aanbieden aan ondernemers uit alle sectoren en aan ondernemingen van elke grootte. We werken samen met een zeer brede verzameling van ondernemingen in de Belgische economie. Daardoor zien wij heel duidelijk dat het net dié ondernemingen zijn die erin slagen om hun funding van hun werkkapitaal te optimaliseren, door onder andere gebruik te maken van onze Factoringdiensten. Dat sterkt ons in onze overtuiging dat dit een heel positief verhaal is: we hebben het over een vorm van financiering die zich naadloos aanpast aan de groei van elke onderneming, klein of groot.”
Natuurlijke evolutie
Factoring richt zich zowel tot kleine, middelgrote als grote ondernemingen. Ramaekers: “We willen ondernemingen een oplossing bieden doorheen hun volledige levenscyclus – daarin zijn we echt uniek in de markt. Dat wil zeggen dat we er zijn voor zowel de starter, de KMO als voor de multinational, en voor alle soorten ondernemingen die daar tussenin passen. We hebben daar, als enige in de markt via Easy2Cash, ook een gedigitaliseerde oplossing voor kleine ondernemingen klaarstaan. Die digitalisering zorgt niet alleen voor een aantrekkelijk kostenplaatje met heel concurrentiële marges, maar ook voor een betrouwbare, bijzonder snelle en up-to-date link met onze cliënten en hun boekhouding, via een digitale, maar ook persoonlijke en menselijke aanpak. Easy2Cash is dan wel digitaal, maar de link naar een toegewijde contactpersoon maakt er integraal deel van uit. Dat maakt de oplossing persoonlijk én toegankelijk. Om het voorbeeld van starters te geven: voor hen is het vaak niet gemakkelijk om aan kredieten te geraken. Voor die nood aan krediet op bescheiden en korte termijn, bieden wij, in overleg met de bankier bij BNP Paribas Fortis, een oplossing. Op die manier maken we het voor hen mogelijk om verder te groeien, zonder dat ze gehinderd worden door hun meegroeiende behoeftes aan financiering, automatisering, boekhouding, enzovoort. Zo hebben ze via Factoring bijkomende middelen om in die behoeften te voorzien.” Volgens Ramaekers houdt de gestage groei van die jonge ondernemingen ook een aanpassing van de financiële diensten in: “Het is een natuurlijke evolutie, waarin twee partners elkaar vinden. Als uw onderneming groeit, dan groeien wij met u mee, zo eenvoudig is het. Tijdens al die specifieke groeimomenten – als ondernemers aan extra personeel of aan mogelijke export beginnen te denken – groeit Factoring met hen mee. En dat doen we samen met de bank – de groep achter dit verhaal speelt als een team in dit verhaal. En let op: we zijn er ook als er misschien moeilijke momenten de revue passeren. Wij beseffen maar al te goed dat het pad van een onderneming ook soms langs een ietwat lastiger deel van het parcours kan lopen. Net dán zie je de waarde van onze knowhow en van de begeleiding die we bieden.” Mondt het verhaal uit in een groot bedrijf, met de allures van een multinational, dan neemt het belang van Factoring nog toe. Ramaekers: “Van de écht grote bedrijven, met een omzet van meer dan 1 miljard euro, gebruikt in België meer dan 65% Factoringdiensten. De helft daarvan, zijn ook klant bij ons. Factoring biedt, zeker bij de grote ondernemingen, vaak nog extra schaalvoordelen. Zo gaan we daar bijvoorbeeld vorderingen financieren die geen impact hebben op de schuldgraad van een onderneming. Bij de combinatie van een voorfinanciering van facturen met kredietverzekeringen, krijgt een onderneming de mogelijkheid geen schuld tonen in de balans, na aanvaarding door de bedrijfsrevisor. Een technische aangelegenheid, maar wel een samenkomst van verschillende financiële ingrediënten die voor veel ondernemingen Factoring efficiënt, performant én waardevol maakt.”
Economisch weefsel
De twee gesprekspartners zijn het eens over de waarde van Factoring in het ondersteunen van het economisch weefsel. Bourguet: “Voor een deel heeft die ondersteunende invloed te maken met het feit dat Factoring een compleet transparante financiële dienst is – alleen wat er effectief is, kan concreet gefinancierd worden.’ Ramaekers: ‘Dat klopt. Plus: Factoring zit midden in de value chain, in die ketting van het economisch weefsel. We werken samen met onze klanten, met hun klanten (debiteuren), met de bank,… noem maar op. Daardoor zijn we een sleutelfiguur die coördineert én faciliteert. En die met beide voeten stevig op de economische grond staat, vaak ten voordele van al onze klanten. Als wij erin slagen om bijvoorbeeld de betaaltermijn van facturen voor een onderneming te verlagen, heeft dat elke keer weer invloed, niet alleen op die onderneming, maar ook op het positief verlopen van het economische proces. Ik ben er daarom van overtuigd dat we in het ecosysteem van de economie een brede rol spelen – vaak breder dan algemeen wordt aangenomen.”
Ook in dit deel van het financiële veld, spelen opportuniteiten én eerlijke begeleiding een cruciale rol. Ramaekers: “Wij gaan bij Factor in een helder gesprek, samen met onze bank en cliënten, op zoek naar de beste oplossing voor hun vraag. Dat wil zeggen dat we opportuniteiten zien en ze vaak aandragen, maar dat we tegelijkertijd ook een eerlijke, pro-actieve sparringpartner zijn. Praten, analyseren en opbouwend kritisch zijn: dáár draait het allemaal om.” Bourguet: “Ik kan dat alleen maar bijtreden. Met een dienst als Factoring zitten we midden in de economische activiteit van onze cliënten – de ondernemers die op ons beroep doen. En dus kijken we naar elk dossier zo breed mogelijk – niet alleen naar een bancair product of naar een oplossing. Dat maakt de aanpak van BNP Paribas Fortis zo sterk: wij treden aan als een team, dat bestaat uit specialisten van Factor én van de bank. Die groep van mensen uit verschillende, op elkaar afgestemde entiteiten, biedt aan ondernemers én ondernemingen een totaalaanpak, ook voor complexe dossiers. Dat zijn de momenten waarop wij echt steunen op onze interne expertise: jaren van ervaring; collega’s die beslagen op het ijs komen; betrouwbaar economisch cijfermateriaal dat toepasbaar is op heel wat scenario’s: de combinatie stelt ons in staat om ondernemingen niet alleen in de goede richting te sturen, maar om hen financieel bijvoorbeeld ook op een eerlijke, veilige, gezonde manier te begeleiden.”
Toekomst
BNP Paribas Fortis Factor maakt, net als de bank zelf, regelmatig de denkoefening naar de toekomst toe. Als verlener van vooruitstrevende diensten, is het natuurlijk belangrijk om toekomstgericht naar financiële dienstverlening te kijken. Ramaekers: “Ik had het daarnet al over onze digitale oplossing, Easy2Cash. We mogen daar best wel trots op zijn, vind ik, want het is een blik in de toekomst – vandaag al. Los daarvan, evolueert onze dienstverlening zeer organisch richting toekomst: we streven er constant naar om die beschikbaar te maken voor een almaar grotere groep cliënten in het economische veld. Plus: we zijn ook heel hard bezig met duurzaamheid.”
Bourguet: “Dat laatste ligt perfect in het verlengde van wat we met de bank dagelijks doen. Onze betrokkenheid bij duurzaamheid strekt zich als vanzelfsprekend uit tot Factoring: in dat traject incentiveren en motiveren we onze cliënten om samen met ons dat duurzame pad te bewandelen.”
Ook in de ontwikkeling van nieuwe diensten vinden de twee partijen elkaar. Ramaekers: “We zien een opmerkelijke evolutie in de commerciële sector, waarin betalingsuitstel van bijvoorbeeld 30 dagen wordt aangeboden bij nogal wat webwinkels. Ook in de B2B-markt is dat een praktijk die almaar vaker gebruikt wordt. Daar kan Factoring innovatief mee omspringen, dus is dat voor ons een stukje toekomst dat we nu volop aan het ontwikkelen zijn. Ook Europees gezien, zijn er nieuwigheden: e-invoicing, om er maar eentje te noemen, zal binnenkort de norm zijn voor alle ondernemingen. Daar ligt een uitdaging én een opportuniteit qua services en advies, die wij samen met de bank aan het uittekenen zijn.” Bourguet: “Ik denk dat het duidelijk is dat dit een én-én-verhaal is, waarin wij mekaar blindelings vinden. Dat is niet alleen leuk voor ons, maar ook voor onze cliënten. Wij staan met onze voeten in het midden van de economische markt, maar denken ook na over platformen en producten die voorlopen en de toekomst van die markt zullen scheppen.”
Meer info: https://factor.bnpparibasfortis.be/