Article

01.03.2019

Oslo, Groene Hoofdstad van Europa

De Noorse stad Oslo werd gekroond tot 'Groene Hoofdstad van Europa' voor 2019 en wordt zo de opvolger van Nijmegen in Nederland. De prijs werd uitgereikt door de Europese Commissie, die vooral lovend is voor de holistische aanpak van de stad op het vlak van duurzame ontwikkeling. Die aanpak focust op mobiliteit, sociale samenhang, volksgezondheid, burgerschap, biodiversiteit en uitstoot van broeikasgassen.

Ambassadeur van duurzame stadsontwikkeling

Oslo kreeg officieel de titel van 'Groene Hoofdstad van Europa 2019'. De stad die vroeger Christiania heette, telt bijna 675.000 inwoners en is 450 km² groot. Al jarenlang is ze een van de meest actieve steden op het vlak van duurzame ontwikkeling. In perfecte harmonie met de omliggende natuur, neemt de stad haar toekomst in handen en gaat ze de milieu- en klimaatuitdagingen die zo zwaar wegen op onze planeet ten volle aan. De titel van 'Groene Hoofdstad' wordt uitgereikt door de Europese Commissie op basis van een reeks criteria en zet op die manier steden in de kijker die een referentie zijn op het vlak van respect voor het milieu.

Deze bekroning is voor de Noorse hoofdstad een mooie gelegenheid om haar inwoners en bedrijven te blijven mobiliseren, maar ook om haar voorbeeldige beleid, good practices en milieukennis te delen om zo ook de andere lidstaten te inspireren. Oslo is een echte ambassadeur van duurzame stadsontwikkeling. Maar wat is nu precies het toekomstplan van de stad voor de komende jaren? Bijna 200 partners organiseren samen maar liefst 350 uiteenlopende evenementen, gaande van internationale conferenties tot wijkvergaderingen, met één doel voor ogen: zo dicht mogelijk bij de inwoners komen.

Oslo, toekomstige koolstofvrije stad

Oslo kreeg de titel van 'Groene Hoofdstad' vooral om haar globale aanpak. Ondanks het feit dat Noorwegen bekendstaat om zijn rijke energiebronnen, koos de hoofdstad van het land resoluut voor een duurzame transitie. Oslo wil haar uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 immers met 36 % terugdringen en tegen 2050 zelfs een koolstofneutrale stad worden.

Zo'n tachtig klanten-ondernemers van BNP Paribas Fortis kregen de kans om die innovaties op het vlak van decarbonisatie zelf te gaan ontdekken tijdens een studiereis die begin februari werd georganiseerd door Corporate Banking. Het was trouwens al de derde editie. De bezoeken aan Berlijn en Parijs stonden in het teken van twee andere thema's - circulaire economie en smart city - die passen binnen de vier pijlers van de strategie die Corporate Banking vooropstelt.

Ruimte voor zachte mobiliteit

Oslo is de stad die wereldwijd het grootste aantal elektrische wagens per inwoner telt. Daarbovenop is het centrum van de stad voortaan verboden terrein voor motorvoertuigen ... De laatste jaren heeft Oslo enorme inspanningen geleverd om het autoverkeer in het stadscentrum terug te dringen en zo vrij spel te geven aan zachte mobiliteit, onder meer via de aanleg van infrastructuren om het gebruik van de fiets te stimuleren. Zo daalde het autoverkeer tussen 2005 en 2012 met 10 %, terwijl het gebruik van het openbaar vervoer sinds 2007 met 50 % is toegenomen. Tot slot rijdt een groot deel van de bussen en vuilniswagens op biogas, waardoor ze hun eigen bioafval en vuil stadswater zinvol gebruiken.

Stedenbouw goes green

De stad telt 3.000 meter aan waterlopen met een rijke biodiversiteit en startte daarom met een groot renovatieproject voor haar waterwegen. In het verleden werden immers heel wat rivieren en beken afgesloten om de stadsuitbreiding te kunnen opvangen ... Via dit nieuwe project wil Oslo de waterwegen echter opnieuw openstellen om ze toegankelijk te maken voor het grote publiek, het behoud van de ecosystemen te bevorderen en bij te dragen aan een doeltreffend regenwaterbeheer. Op het vlak van stadsvernieuwing is de wijk Vulkan een prachtig voorbeeld van een milieuvriendelijk bouwproject. Deze nieuwe wijk werd immers opgetrokken in wat voorheen een industriegebied was. Onze tachtig klanten-ondernemers mochten dit ecodistrict gaan bewonderen. Het is eigenlijk een volledig autonome 'stad in de stad' waar elk gebouw zelf energie produceert. Alle warmte die wordt geproduceerd, wordt er gecentraliseerd en opnieuw verdeeld.

Burgers en bedrijven

Een van de stokpaardjes die de stad naar voren schuift binnen haar actieve en innovatieve aanpak, is de burgerparticipatie. Het idee? Banden met de burgers aanknopen en versterken om ze zo steeds verder te betrekken bij de acties. En de bedrijven? Er werd een netwerk 'Business for Climate' opgezet om de samenwerking te versterken tussen de stad en de zakenwereld, maar ook met andere betrokken partijen zoals het maatschappelijk middenveld, ngo's en noem maar op. Het uiteindelijke doel is zonneklaar: samen nadenken over de gevolgen van handelstransacties op het leefmilieu. De bewustmaking bij de bedrijven vertaalt zich bovendien in verschillende projecten zoals de stadsboerderij van Losæter of het project Landbrukskvartalet.

Ambities voor de toekomst

De ideeën van de Noorse hoofdstad zijn bovendien nog lang niet uitgeput. Zo is de stad nog van plan om vanuit de luchthaven een groene wijk op te trekken, het zogenaamde Oslo Airport City-project. Die wijk wordt een intelligente, geconnecteerde en 100 % ecologische stad gebaseerd op het concept van de aerotropolis, of een 'luchthavenstad'. Over maar liefst vier miljoen km² zullen de gebouwen worden verbonden met een energiesysteem dat wordt gevoed met hernieuwbare energie. Zo zullen openbare gebouwen, woningen, scholen, slimme wegen en zelfs vliegtuigreizen vanaf 2025 100 % elektrisch zijn. Een groene en vernieuwende toekomst dus ... maar dan morgen al!

Article

27.03.2018

België geeft de op een na grootste groene staatsobligatie ter wereld uit

Wat een succes voor de Belgische staat en BNP Paribas Fortis! Op 26 februari 2018 heeft de Belgische staat 4,5 miljard euro opgehaald om de transitie naar een duurzame economie te financieren. Een grote primeur, zowel voor ons land als voor de bank.

De Belgische staat wil projecten financieren die bijdragen aan de transitie naar een duurzame economie. Om in aanmerking te komen moeten die projecten inspelen op drie belangrijke milieu-uitdagingen: klimaatverandering, biodiversiteit en vervuiling. De ingezamelde fondsen zullen worden besteed aan projecten uit vijf groene sectoren die die uitdagingen aanpakken: schoon vervoer, biologische hulpbronnen en bodemgebruik, hernieuwbare energie, circulaire economie en energie-efficiëntie.

"Zelfs voor de Belgische staat liet weten dat hij van plan was een groene obligatie uit te geven, hadden wij al diverse groene financieringsmogelijkheden voorgesteld aan het Federaal Agentschap van de Schuld. Ons marktleiderschap op de Belgische schuldmarkt en onze deskundigheid inzake de structurering van groene financieringsproducten plaatsten ons in een sterke positie om te worden geselecteerd als Structuring Advisors", vertelt Katherine Dior, verantwoordelijke voor obligatie-uitgiftes bij BNP Paribas Fortis. "We kregen bovendien de rol van Joint Bookrunner voor de transactie. Daarom hebben we een roadshow georganiseerd in meerdere Europese landen om groene investeerders aan te spreken en hun het product voor te stellen."

Een (bijna) klassiek product

Sinds meerdere jaren is BNP Paribas één van de pioniers in de uitwerking van groene obligaties op de Belgische markt. "We hebben aan tal van Europese projecten omtrent groene financiering gewerkt. In België deden we dat bijvoorbeeld voor bedrijven als Aquafin, Renewi (voormalig Shanks) en Cofinimmo. Vanwege onze ruime ervaring in het domein heeft het Federaal Agentschap van de Schuld een beroep gedaan op onze expertise om deze eerste groene staatsobligatie uit te werken", licht Katherine Dior toe.

Groene obligaties hebben exact dezelfde kenmerken als conventionele obligaties, op één verschil na: de gefinancierde projecten moeten beantwoorden aan de 'Green Bond Principles'. De emittent moet ook een jaarverslag publiceren voor twee cruciale aspecten: de toekenning van het opgehaalde bedrag aan groene projecten en een follow-up van hun ecologische impact.

Een centrale rol

"Vanaf september 2017 hebben onze teams het Federaal Agentschap van de Schuld geholpen om alle uitgaven van de federale instellingen uit te vlooien. De bedoeling was projecten te vinden die op basis van hun uitgaven mogelijk konden worden gefinancierd via de groene obligatie", legt Katherine Dior uit. "Na drie maanden speurwerk hadden we een lijst van in aanmerking komende projecten voor een totaalbedrag van 5,5 miljard euro. Tegelijkertijd had het Federaal Agentschap van de Schuld ook een beroep gedaan op een 'second opinion provider', Sustainalytics. Die moest nagaan of het kader van de groene obligatie was afgestemd op de Green Bond Principles. Op basis van de 5,5 miljard euro aan opgespoorde uitgaven besloot de Belgische staat uiteindelijk het bedrag van de groene obligatie vast te leggen op 4,5 miljard euro, om nog een zekere veiligheidsmarge in te bouwen."

Onze wereld in verandering wordt duurzamer

Als grootste bank van België moeten we een voortrekkersrol spelen en een katalysator zijn voor de verwezenlijking van een duurzame maatschappij. Dat is niet zomaar een ambitie, maar een concreet engagement naar de maatschappij toe. Duurzame ontwikkeling is onbetwistbaar een van de grootste thema's in de beleggingswereld van morgen. "Als geëngageerde bank kunnen we trots zijn op onze centrale rol in de uitgifte van deze eerste groene obligatie van de Belgische staat", besluit Katherine Dior.           

De groene obligatie van de Belgische staat in enkele cijfers

De 4,5 miljard euro werd opgehaald bij ongeveer 150 institutionele beleggers, als volgt verdeeld: fondsenbeheerders (33 procent), openbare instellingen (26 procent), pensioenfondsen (16 procent), schatkist (12 procent), verzekeringsmaatschappijen (5 procent), speculatieve beleggingsfondsen (5 procent) en banken (3 procent). De verscheidenheid aan profielen en het totale bedrag tonen aan hoe sterk beleggers in dergelijke producten geïnteresseerd zijn. Enkele financiële cijfers: het rendement van de coupon van deze eerste groene obligatie, met een looptijd van vijftien jaar, bedraagt 1,289 procent. De obligatie vervalt op 22 april 2033.

Article

21.03.2019

Met klanten naar de groenste Europese hoofdstad: bekijk het sfeerverslag

Na de trips naar Berlijn en Parijs, waar de focus lag op de thema’s circulaire economie en ‘smart city’, ging het richting Oslo. Daar leerden we bij op het vlak van decarbonisatie.

Sinds eind 2017 organiseert BNP Paribas Fortis Corporate Banking studiereizen (Berlijn, Parijs) die de vier pijlers van zijn strategie, gebaseerd op de Duurzaamheidsdoelstellingen van de VN, in de kijker zetten. De studiereizen hebben telkens hetzelfde doel: klanten inspireren en aansporen om te starten met de energetische transitie van hun bedrijf, of die verder te zetten.

Van 5 tot 7 februari trokken we naar Oslo met 80 klanten, geselecteerd op basis van hun potentiële CO2-impact. We wilden de Noorse paradox verduidelijken: hoe kan Noorwegen de op twee na grootste olie-uitvoerder ter wereld zijn en tegelijk een van de meest koolstofvrije landen? De experts van het Sustainable Business Competence Centre (SBCC) hadden een rijk en gevarieerd programma voorbereid. “We toonden een aantal globale initiatieven die ze in Noorwegen, en meer specifiek in Oslo, namen om decarbonisatie aan te moedigen”, vertelt Erik Vanberg (SBCC), een van de organisatoren van de reis.

Benieuwd naar de beelden?

Of was u mee naar Oslo en wil u de trip herbeleven? Bekijk de video!

Een van de voorbeelden:

"Onze klanten kregen uitleg van vijf start-ups over hoe zij decarbonisatie stimuleren. Ze maakten ook kennis met Yara, wereldleider in chemische meststoffen. En dus zowat de grootste vijand van alle ecologisten op deze planeet", vervolgt Erik Vanberg. "Het bedrijf denkt nochtans echt na over zijn maatschappelijke rol en doet heel wat inspanningen om zijn CO2-uitstoot te verminderen. Een goed voorbeeld voor onze klanten dat toont hoe een business met het etiket van ‘slechte leerling’ toch kan veranderen en het verschil kan maken door een ecologische koers te varen."

CO2 als grondstof?

Het echte doel van de trip was de klanten aanmoedigen om de energetische transitie van hun bedrijf te versnellen.

Erik Vanberg: "We willen uitkijken naar nieuwe technologieën die ons interessant lijken om te onderzoeken. Zoals de opvang van CO2 om die definitief op te slaan of te gebruiken als grondstof. Zulke technologie was voor onze klanten onbekend terrein, maar sprak hen wel sterk aan. En gelijk hebben ze. Want daarmee kunnen ze decarboniseren en moeten ze grondstoffen niet meer ondergronds ontginnen om ze vervolgens eindeloos te recycleren."

Meer weten over decarbonisering

De klanten zijn vragende partij

"De thema’s die tijdens ons verblijf aan bod kwamen, belangen ons allen aan. Ik was dan ook zeer blij eraan te kunnen deelnemen", getuigt John Vanhoucke, CEO van Streamovations. "Dit soort trips toont aan dat BNP Paribas Fortis zich bewust is van de grote milieu-uitdagingen van vandaag en morgen. En ook dat de bank op de goede weg is, en een pionier in de bankwereld. Een dikke pluim aan de organisatoren: ze hebben aangetoond dat het mogelijk is om de problematiek van de decarbonisatie efficiënt aan te pakken. Zo creëer je optimisme. Het was een zeer verrijkende en inspirerende trip."

Networking is een wezenlijke troef

Wat de klanten ook zeer op prijs stelden aan hun verblijf waren de feedbacksessies na elk bezoek en elke presentatie, zodat ze een debat konden voeren en niet enkel ideeën, maar ook visitekaartjes uitwisselen.

“Ik ben er echt van overtuigd dat de trip bij heel wat klanten een bewustwordingsproces op gang heeft gebracht”, vertelt Véronique Dumont (Multimedia Content Management, Corporate banking). “Velen onder hen hebben trouwens aangegeven dat ze contact willen houden om elkaar te steunen bij de energetische transitie van hun bedrijf."

Tot slot willen we nog benadrukken dat Corporate Banking de ecologische voetafdruk berekende van de heen- en terugvlucht en de verplaatsingen per bus. De bank gaat via haar partnership met WeForest de CO2-uitstoot compenseren door bomen te planten in Zambia.

Article

06.09.2023

Nieuwe mobiliteit: de troef van technologie

Is technologie een troef voor de overstap naar nieuwe mobiliteit voor bedrijven? Dit vindt Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert.

Onze samenleving ondergaat een duurzame transitie. Om daaraan bij te dragen moeten bedrijven hun mobiliteit heroverwegen. Sinds 1 juli 2023 voelen we de eerste gevolgen van het uitdoven van de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfsvoertuigen met een verbrandingsmotor tegen 2026. Tegelijk maakt het federale mobiliteitsbudget deze (r)evolutie een pak concreter en werkbaarder. Eén ding is zeker: technologische tools, vooral applicaties, spelen een sleutelrol. Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert bij Arval BNP Paribas Group, legt uit waarom.

1 juli 2023: een sleutelmoment

"In de weken na het scharniermoment van 1 juli 2023 zagen we de behoeften van onze professionele klanten al veranderen", legt Philippe Kahn uit. "Sommige bedrijven hadden al concrete stappen gezet naar een duurzame transitie. Maar in heel wat bedrijven rijzen nu pas veel concrete vragen en bezorgdheden van medewerkers die beantwoord moeten worden. Hoe kan ik een elektrische auto gebruiken als ik in de stad woon en er geen oplaadpunten beschikbaar zijn? Heb ik zin om elke twee dagen op zoek te gaan naar een betrouwbare plek om op te laden? En ben ik bereid om mijn mobiliteit fundamenteel te herzien? Voor werkgevers is het een prioriteit om op al die vragen een bevredigend antwoord te geven.”

Naast het beheer van een elektrische bedrijfswagen van a tot z, inclusief opladen, beginnen almaar meer ondernemingen hun globale mobiliteitsbeleid te herzien. Ze analyseren alle bestaande alternatieven, met name de multimodale. “En dat is uitstekend nieuws”, gaat Philippe Kahn verder. “Want het is een verplichte passage voor hun toekomst. Ik denk dat de vraag naar zo’n oplossingen steeds groter zal worden. Om daar vlot op in te spelen, zijn technologie en vooral apps een belangrijke troef."

Anticiperen om beter te dienen

Ondernemingen beginnen er meer en meer over na te denken, maar voor Arval BNP Paribas Fortis en Philippe Kahn is het al jaren een prioriteit. "We anticiperen al meer dan vijf jaar op de veranderingen die aan de gang zijn, met als doel een veel bredere mobiliteitsvisie en expertise te hebben dan alleen leasing. Vandaag hebben we trouwens een volledige afdeling die zich daar uitsluitend mee bezighoudt. Dankzij die expertise kunnen we tegemoetkomen aan en zelfs vooruitlopen op de behoeften van bedrijven. Die zitten vaak met vragen en voelen zich soms wat verloren in deze mobiliteitsrevolutie."

Een vereenvoudigde en vlottere ervaring dankzij technologie

Maar waarom en hoe speelt technologie een belangrijke rol in deze transitie naar een duurzamere mobiliteit van bedrijven? "Het maakt de ervaring van deze nieuwe mobiliteit eenvoudiger en gebruiksvriendelijker. De laatste marktontwikkelingen liggen in die lijn", antwoordt Philippe Kahn. "Dat geldt ook voor de nieuwe mobiliteitsapps die we onze zakelijke klanten voortaan aanbieden. Voor werkgevers vergemakkelijken ze het beheer van het mobiliteitsbudget dat de federale overheid invoerde. Dit budget met zijn drie pijlers is cruciaal om de mobiliteit te herdenken. Maar tegelijk hoort daar een zekere reglementaire complexiteit bij. Net om daarop in te spelen zijn we vijf jaar geleden al begonnen met de ontwikkeling van een hele reeks technologische tools die het beheer van het mobiliteitsbudget vergemakkelijken. Bijvoorbeeld om onze klanten in staat te stellen heel eenvoudig de gecombineerde keuze voor een elektrische wagen en een fiets te beheren binnen dat budget. Vanuit die innovatielogica, die gericht is op een aangename gebruikerservaring, integreren onze apps heel concreet alle facetten van de nieuwe professionele mobiliteit, toegankelijk via een smartphone. Gebruik van openbaar vervoer, deelmobiliteit, taxi's en zelfs parking, ook al behoort dat niet tot het mobiliteitsbudget: alles is op één plaats terug te vinden.”

Dit vergemakkelijkt ook het beheer van transacties. “Mobiliteitsaankopen voor een klein bedrag, zoals een busticket, worden onmiddellijk verrekend en gevalideerd. Er is geen manuele controle meer nodig. Volgens die logica moet er niets voorgeschoten of terugbetaald worden ... en hoeven dus ook geen tickets en andere aankoopbewijzen bewaard of beheerd te worden. Kortom: onze apps vereenvoudigen het mobiliteitsbudget door alle componenten op een gebruiksvriendelijke manier aan te reiken: auto, fiets, scooter, multimodaliteit, openbaar vervoer, gedeelde mobiliteit ..."

Technologie als strategische accelerator

Het innovatietraject dat Arval België uitstippelt, illustreert perfect waarom technologie een belangrijke accelerator is om nieuwe mobiliteitsstrategieën te implementeren. En uiteraard zal wat vandaag bestaat snel evolueren naar een steeds rijkere gebruikerservaring. Philippe Kahn: "Er bestaan al heel wat innoverende tools. Maar we moeten rekening houden met de Belgische complexiteit. Een van de uitdagingen is om alle betrokken actoren onder dezelfde koepel samen te brengen en het resultaat van die samenwerking in eenzelfde 'magische' app te gieten. Wat vandaag in België bestaat, heeft nog vaak een lokale draagwijdte. Zo’n beperking bestaat bijvoorbeeld niet in Nederland dankzij de OV-kaart. Ook de stedenbouwkundige realiteit van ons land is een uitdaging. Want de invoering van mobiliteitshubs buiten de grote stedelijke centra waar alle verplaatsingsmiddelen toegankelijk zijn, is niet zo gemakkelijk."

Eén ding staat vast: de transitie naar een nieuwe bedrijfsmobiliteit staat op de rails. En de nieuwe Arval Mobility App is een waardevolle tool voor onze bedrijven. "Technologische innovatie maakt het mogelijk om de reglementaire complexiteit voor werkgevers te verminderen en multimodaliteit concreet en gebruiksvriendelijk te maken voor hun werknemers", besluit Philippe Kahn.

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Arval Belgium N.V. is een dochtermaatschappij van BNP Paribas Fortis N.V.

Article

22.06.2023

Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie

Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?

De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.

Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.

Dit zijn hun voornaamste conclusies ...

1 – We moeten een versnelling hoger schakelen

Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.

Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.

2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!

Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.

Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.

De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.

Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.

Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.

3 – De transitie naar koolstofneutraliteit 

De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.

4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie

Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.

Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.

Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.

Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.

5 – Banken spelen een sleutelrol

Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.

Graag meer info?

De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top