Article

05.05.2017

Opleiding van (jonge) managers is topprioriteit

De topprioriteit van Belgische hr-afdelingen is leadership development. Het accent ligt (te?) sterk op jonge managers en formele training. Informele opleiding en training on the job hinken wat achterop.

Talentmanagement - het aantrekken, ontwikkelen en motiveren van talent in de organisatie - staat op nummer twee in de prioriteitenlijst van de Belgische hr-afdelingen. Op één: leadership development. Dat blijkt uit de jaarlijkse HR Barometerstudie, een onderzoek van de Vlerick Business School en hr-consultant Hudson. Zij peilden bij 46 bedrijven naar de antwoorden op twee vragen: wat is vandaag uw prioriteit op het vlak van hr en hoe vertrouwd voelt u zich met dat thema? De resultaten werden vergeleken met de HR Barometerstudie van 2015. Wat waren de belangrijkste verschuivingen?

New ways of working (misschien is tijd- en plaatsonafhankelijk werken het nieuwe normaal geworden?), diversiteit (een thema dat vreemd genoeg nog altijd niet sterk leeft in de Belgische bedrijven) en employer branding (nochtans een echt buzzword): die thema’s vonden de respondenten in 2016 minder prioritair dan het jaar ervoor. Een stijger op de prioriteitenlijst is leadership development. Dat thema werd ook het jaar voordien al hoog ingeschat, constateert professor Dirk Buyens, hoofd HRM Centre aan Vlerick Business School.

“De zoektocht naar high potentials - de leidinggevenden van morgen - stopt nooit. In een voorspelbare wereld was dat niet zo moeilijk: je ging op zoek naar erg intelligente mensen met een welbepaalde expertise en klassieke managementtalenten. Maar vandaag is de wereld zeer onvoorspelbaar geworden. Je weet niet welke expertises er straks nodig zullen zijn. Je high potential van vandaag kan morgen al op je sociaal passief staan.”

Het centrale concept vandaag is ‘agility’: de nieuwe leidinggevende is ‘agile’, flexibel en plooibaar.

Dirk Buyens:

“Wat nu een reden voor succes is, kan snel de oorzaak worden van een gebrek aan succes. Dan ga je als leader met je kop tegen de muur, ook al ben je heel goed in wat je doet. De vraag is: hoe leer je zulke mensen weer opkrabbelen? Succesvolle mensen zijn het niet gewend om te falen. Dat kun je voor een stukje leren. Een goede tool kan bijvoorbeeld 360° feedback zijn. Dan vraag je mensen in een cirkel om je heen - zowel uit je professionele als je persoonlijke omgeving - om hun mening over bepaalde vaardigheden te geven. Je zou je ook kunnen afvragen of organisaties niet beter meteen naar een ander type van leader op zoek kunnen gaan. Mensen die een ‘kleurrijk’ pad achter de rug hebben, worden soms ten onrechte over het hoofd gezien.”

De HR Barometerstudie ging deze keer wat dieper in op het thema leadership development: via welke methodes ontwikkelen managers hun leidinggevende en andere vaardigheden? De respondenten lieten weten dat hun managers maar 42% van hun kennis on the job opdoen; 23% gebeurt via coaching en 33% via formele opleidingen. Dat is niet helemaal in lijn met het 70-20-10-model, dat in de L&D-literatuur wordt aangeraden.

Dirk Buyens:

“Traditionele formele training zou in theorie slechts 10% van het opleidingspakket mogen bedragen. Het weegt vandaag nog een stuk zwaarder door. De top vijf in die formele training zijn klassikale opleidingen, seminaries en presentaties, opleiding op maat van de manager, blended learning en het volgen van een programma in een extern instituut. Zelfstudie en nieuwe vormen van formele training zoals games en MOOCs - Massive Open Online Course ofte online cursussen die voor iedereen openstaan - zijn nog niet breed doorgedrongen.”

Dat Belgische bedrijven nog steeds zwaar op formele training leunen, blijkt ook uit de CVTS-studie (Continuing Vocational Training Survey). Samen met landen als Nederland, Luxemburg en Frankrijk staan onze organisaties aan de top op het vlak van werknemersparticipatie aan formele opleidingen. Volgens die studie haalt ons land voor training on the job 21%, net boven het Europese gemiddelde van 20%. Maar in de andere informele opleidingsvormen scoren we beduidend minder goed.

45-plus valt uit de boot

Initiatieven op het vlak van leadership development mikken vooral op middle en senior managers en high potentials, blijkt uit de HR Barometerstudie. De doelgroep is in het bijzonder de leeftijdscategorie van 35 tot 45 jaar. Wie ouder is, lijkt wat uit de boot te vallen. Een beetje vreemd, vindt Dirk Buyens. “Het gros van de werknemers wordt aangestuurd door 45-plussers. Net die categorie volgt minder opleidingen in leadership development. De vraag is: vinden de bedrijven dat oudere managers het niet meer nodig hebben, omdat ze er ‘te oud’ voor geworden zijn, of wimpelen die ouder wordende managers opleidingsvoorstellen zelf af?”

Leeftijdsgroepen waarop initiatieven rond leadership development focussen       

 

Vijf trends in Learning & Development

Volgens prof. Dirk Buyens, hoofd HRM Centre aan Vlerick Business School

  1. Het einde van het competentie ‘gap’ model

    Het idee achter competentiemanagement was: werk via opleiding de kloof weg tussen de benodigde jobcompetenties en de competenties van de medewerker. Dat was te optimistisch gedacht. Mensen ontwikkelen op hun zwaktes, blijkt vaak niet te werken. Het nieuwe idee is: vertrek vanuit hun capaciteiten en boetseer daar de job en het team rond (jobcrafting & teamcrafting).

  2. Ontleren in plaats van leren

    Kennis kun je vandaag niet meer cumuleren. Te veel kennis maakt je zelfs blind voor nieuwe kansen of bedreigingen. Het nieuwe leren is kennis leren weggooien.

  3. Overal, altijd en gratis

    Webinars en MOOCs (Massive Open Online Courses) halen de L&D-wereld overhoop. Bij MOOCs wordt lesmateriaal gratis via het internet verspreid. Opleiding kan dag en nacht, zeven dagen per week, en overal waar je wilt. Door middel van discussieplatforms kunnen lesgevers en cursisten bovendien met elkaar in interactie gaan. Waarvoor heb je dan nog een leslokaal nodig?

  4. Kort, korter, kortst

    Leren kan on the go, dankzij de smartphone. Wat vroeger zware programma’s waren, wordt steeds vaker opgedeeld in hapklare brokjes die tussendoor verwerkt worden: korte sessies van 5 à 10 minuten, elevator ‘learning vignettes’ en games die een virtuele wereld creëren waarin medewerkers kunnen leren van hun fouten.
  5. Performance appraisal apps

    Steeds meer organisaties zetten hun performance reviews, met jaarlijkse evaluatie- en functioneringsgesprekken, stop. Duiken performance appraisal apps in het gat? Performance appraisal apps zijn software waarmee snel feedback gegeven kan worden. Een medewerker was goed voorbereid op een meeting? Stuur een bedankje of een smiley via de app. Na een aantal maanden tekenen zich patronen af die vertellen hoe de medewerker functioneert. En jongere medewerkers zijn blij met de instant feedback. Een jaar wachten op een evaluatiegesprek: dat past niet in de leefwereld van wie met een PS4 en Facebook opgegroeid is.
Article

10.09.2020

Exportplannen? Leg eerst uw oor te luisteren bij onze experts

Wilt u uw buitenlands avontuur goed voorbereiden? Stel uzelf dan de juiste vragen en leg ook uw oor te luisteren bij ervaringsdeskundigen: partners, klanten, collega-exporteurs én experts.

BNP Paribas Fortis heeft oor naar vragen van internationale ondernemers en biedt betrouwbaar advies. “Nogal wat exporterende bedrijven roepen te laat onze hulp in”, aldus Frank Haak, Head of Sales Global Trade Solutions.

 

Ondernemers met weinig exportervaring horen het vaak donderen in Keulen bij het financiële plaatje. Waarmee moeten ze allemaal rekening houden bij het budgetteren van hun exportplannen?

Frank Haak: “Zoveel zaken zijn cruciaal bij budgettering en prijszetting: werkkapitaal, wisselkoersrisico’s en valuta-interesten, prefinanciering, winstmarges, verzekeringen, invoerrechten en andere lokale taksen, prijszetting van concurrenten … Wij adviseren klanten of prospects altijd om te vertrekken van een worstcasescenario. Nogal wat bedrijven storten zich onvoldoende voorbereid in hun eerste buitenlands avontuur: er is een opportuniteit en die grijpen ze – met niet zelden een ontgoocheling en financiële opdoffer tot gevolg.

Onze experts hebben jarenlang ervaring met export en de BNP Paribas Group beschikt over teams wereldwijd. Zo kunnen we zowel algemene als landenspecifieke tips geven. Neem nu een machinebouwer die machines op maat wil maken en uitvoeren. Die raden we aan om bij de budgettering rekening te houden met de herbruikwaarde van die machine: kunnen ze die machine nog verkopen als de buitenlandse klant die plots niet meer zou willen afnemen of als export naar dat land onmogelijk wordt door een handelsembargo of een noodsituatie?”

 

Wat voor bedrijven kunnen bij BNP Paribas Fortis terecht voor advies?

Frank Haak: “Iedereen! Ondernemers durven vaak geen advies vragen, soms uit angst dat het hen geld kost. Terwijl het hen op termijn net heel veel geld kan besparen. Een ‘letter of credit’ of documentair krediet is bijvoorbeeld een aanrader voor iedereen die voor het eerst exporteert naar een buitenlandse afnemer. Met dit product in combinatie met een confirmatie door BNP Paribas Fortis beschikt de exporteur over zekerheid dat hij zijn geld krijgt tegen afgifte van conforme documenten, terwijl de koper erop kan rekenen dat zijn goederen – of diensten – correct geleverd zullen worden.”

 

Wie niet horen wil, moet voelen: wat kan een exporteur zonder documentair krediet doen bij wanbetaling?

Frank Haak: “Worden je facturen niet betaald, dan kan de bank van de tegenpartij gecontacteerd worden met de ultieme hoop dat zij alsnog zouden voorschieten. Maar ik ben daar nogal fatalistisch in: de kans dat het goedkomt zonder financieel verlies, is echt zeer miniem. Eens je je goederen aan de douane hebt achtergelaten, verlies je meestal alle controle erop. Vandaar het belang van een goede voorbereiding: luister naar het advies van je bank en organisaties als Flanders Investment & Trade (FIT) en geef er gehoor aan. Zo dek je je in tegen een pak exportrisico’s.”

 

BNP Paribas Fortis

  • is in België (cfr. statistieken van NBB) de nummer 1-bank voor import (+/- 40% marktaandeel) en export (+/- 25% marktaandeel): biedt advies/financiering en kan ook helpen bij het ontdekken van nieuwe exportmarkten via ‘Trade Development’;
  • is fier dat België tot de 15 grootste exportregio’s van de wereld behoort en geeft exporteurs met plezier een duwtje in de rug, onder andere door de Leeuw van de Export te sponsoren.

 

Bron: Wereldwijs Magazine

Article

01.05.2020

Uw conversation manager: onmisbaar en altijd online

Onder invloed van sociale media evolueert de klassieke marketingmanager steeds meer naar een conversation manager: iemand die de communicatie tussen consumenten faciliteert, zowel de communicatie tussen de klanten onderling als de communicatie tussen de klanten en het bedrijf.

Enkele kernpunten uit het takenpakket van de conversation manager:

  • ‘Branded fans’ verenigen en activeren. Zij zullen uw merk aanraden bij vrienden en familie.
  • Luisteren naar wat de mensen over uw onderneming of merk vertellen en hen actief laten meedenken over uw producten en strategie.
  • Content creëren die het waard is om verspreid te worden en zo conversatie stimuleren.
  • Die conversatie managen.
  • Via customer care zeer klantgericht en -vriendelijk werken, door sneller te reageren en meer te leveren dan de klant verwacht.

Sommige ondernemingen zijn groot genoeg om een voltijdse conversation manager in dienst te nemen. In andere gevallen zal een medewerker de rol deeltijds op zich nemen. Een derde mogelijkheid is om een gespecialiseerd bedrijf in te schakelen. Caroline Hombroukx, conversation manager bij het contentmarketingbedrijf Head Office:

“Welke optie je ook kiest, de communicatie in sociale media moet persoonlijk overkomen. Niet voor niets hebben grote bedrijven als Telenet en Belgacom een fictieve persoon gecreëerd om met klanten om te gaan, respectievelijk Charlotte en Eva. De conversation manager moet het bedrijf en de sociale media-strategie ervan ook zeer goed kennen. Daarom kan het een voordeel zijn als iemand van het bedrijf zelf die rol speelt. Die persoon zit aan de bron om informatie te verspreiden, kan snel een fotootje maken en posten, ...

Deze taak is niet iedereen gegeven. Een conversation manager moet ervaring hebben met sociale media, een vlotte communicatiestijl en pen hanteren en empathisch, positief en oplossingsgericht met klanten kunnen omgaan. Een voorafgaande training is geen overbodige luxe, zodat de medewerker goed doorheeft wat de contentstrategie van het bedrijf is. Het publiek is gevarieerd en onvoorspelbaar. Je moet telkens opnieuw beslissen of bepaalde content wel of niet geschikt is voor je doelgroep. En het is geen nine-to-five job: de onlinewereld draait ook ’s avonds en in het weekend door.”

Een conversation manager van een extern bedrijf inhuren, heeft als voordeel dat de expertise in principe aanwezig is. In dat geval bestaat de uitdaging erin om het bedrijf zo goed te kennen en aan te voelen, dat de klant de indruk heeft dat hij of zij een conversatie met een echte medewerker voert.

Boos is uit den boze

Klassieke marketing en reclame zijn eenrichtingsverkeer. Werkt het niet, dan is dat zonde van het geld. Maar boze commentaren zul je in de regel niet krijgen. Een bedrijf dat zich op Facebook, Twitter of andere social media waagt, mag zich echter wel aan commentaar en reacties verwachten. Ook negatieve reacties. Caroline Hombroukx:

“Via social media staat de consument plots naast je op tafel te kloppen. Het is belangrijk om daar goed op te antwoorden. Zelf boos worden is uit den boze. Je moet met begrip reageren en tonen dat je de vraag of de klacht ernstig neemt. Alle mensen die de discussie meevolgen, moeten zien dat de onderneming snel antwoordt en een oplossing probeert te vinden. Als er een fout gemaakt is, mag je dat ook open en eerlijk toegeven. Je kunt het probleem ten slotte best als iets positiefs voorstellen: als een opportuniteit om je merk, product of dienstverlening te verbeteren. Uiteindelijk moet je natuurlijk ook een passende oplossing vinden. Blijft de klager té negatief, dan probeer je die persoon af te leiden naar een privékanaal: een privébericht op Facebook, een direct message op Twitter, een e-mail of een telefoontje.”

Enthousiast en met begrip reageren werkt ook goed als de consument positief communiceert over uw merk, onderneming of dienstverlening. Die consument bedanken, versterkt de banden tussen bedrijf en klant. Caroline Hombroukx:

“De dialoog met de doelgroep is een kans om via opbouwende kritiek je product of werking te verbeteren. Geef klanten het gevoel dat ze betrokken zijn, dat creëert een sterke relatie. Als je bijvoorbeeld een magazine uitgeeft of een postercampagne opstart, kun je de klanten via Facebook zelf laten kiezen uit drie mogelijkheden voor bijvoorbeeld de lay-out of de titel. Alles wat de klanten activeert, kan hun engagement alleen maar versterken.”

Sociale media do’s en don’ts

  1. De consument heeft altijd gelijk (ook als dat niet zo is)
  2. Wees open, eerlijk en vriendelijk
  3. Hanteer een persoonlijke stijl
  4. Reageer snel als er vragen of reacties komen
  5. Blijf positief en toon begrip
  6. Doe alles om de klanten te activeren
  7. Geef af en toe een cadeautje weg
  8. Vermijd politieke thema’s
Article

02.04.2020

Sociale media bij e-commerce: beste vriend of ergste vijand?

De enorme populariteit van sociale media brengt nieuwe kansen met zich mee, maar ook nieuwe struikelstenen. Wat zijn de recentste trends? En hoe speelt u erop in?

Sociale media zoals Facebook, YouTube, Twitter, Instagram, enz.lijken cutting edge, maar het principe is zo oud als de straat: mond-tot-mondreclame. ‘Word of mouth’ heet dat in marketing-Engels, ook wel eens afgekort tot WOM. Zelfs in de hoogdagen van de massamedia bleven positieve aanbevelingen van buren, familie en vrienden belangrijk voor het succes van een bedrijf. Kranten, tijdschriften en televisiereclame waren weliswaar het eerste kanaal waarlangs consumenten een nieuw product leerden kennen. Maar mond-tot-mondreclame bleek een doorslaggevende rol te spelen bij de stap waar het uiteindelijk om draait: aankoopgedrag. Consumenten deelden ervaringen en stuurden zo mee het aankoopgedrag van hun medeconsumenten. Vandaag gebeurt dat meer dan ooit via sociale media.

Sociale media zijn namelijk de hedendaagse, meer gesofisticeerde en supersnelle opvolger van ouderwetse mond-tot-mondreclame. Het is een katalysator. Via sociaalnetwerksites kunnen mensen sneller dan ooit van gedachten wisselen, ervaringen delen, hun ontevredenheid ventileren, ...

Daarnaast verkiezen steeds meer consumenten ‘social search’ boven zoekmachines als Google om informatie op te sporen. Ze speuren dus bewust niet het hele internet af, maar polsen vrienden op Facebook of contacten op LinkedIn of Twitter. Dat versnelt de zoektocht en maakt het resultaat ook betrouwbaarder. Het idee is dan: als X het goed/lekker/mooi vond, dan zullen wij het waarschijnlijk ook wel goed/lekker/mooi vinden. Bovendien is er nog eens de mogelijkheid om vragen te stellen en echt te converseren over het product of de service waarover je informatie zoekt.

Consumenten praten (offline en online) over allerlei soorten producten, van nieuwe wasmiddelen tot en met nieuwe automodellen. En het zijn niet alleen jongeren die hun ervaringen delen over merken en producten. Jong en oud, man of vrouw: iedereen doet het. Al die aanbevelingen tussen consumenten zijn goud waard.

Ter illustratie: computerbouwer Dell gaat ervan uit dat 25% van zijn klanten voor zijn merk kiest na een aanbeveling van een andere gebruiker. De gemiddelde aankoopwaarde per klant bedraagt ongeveer 210 dollar. Op basis daarvan wordt de waarde van elke aanbeveling geschat op 42 dollar. Hoe meer consumenten Dell kan overtuigen om zijn producten te promoten, hoe luider de kassa rinkelt.

Maar het omgekeerde is evengoed waar: slechte mond-tot-mondreclame kan nefaste gevolgen hebben. Zeker in dit tijdperk van sociale media doet een slechte reputatie als een vuurtje de ronde.

Een goede sociale media-strategie is alles!

De sociale media gaan niet meer weg. Voor ondernemingen is het dan ook belangrijk om een goede sociale media-strategie op te bouwen. Dat begint met nadenken over welk kanaal je wilt gebruiken voor welke content en met welke doelstelling. Wat houdt u best in het achterhoofd?

  • Content (de boodschap aan de consument) blijft het allerbelangrijkste, maar het belang van segmentatie neemt toe. Het publiek is gevarieerd, en dus is niet alle content en elk kanaal geschikt voor iedereen. Als onderneming deelt u uw doelpubliek best op in subdoelgroepen. Per subdoelgroep kiest u dan specifieke content en een kanaal.
  • Creëer real-time content: leg op voorhand een aantal key moments in het jaar vast en speel daarop in. Terug naar school, zomervakantie, sinterklaas, valentijn, ... het zijn topics die elk jaar terugkomen en waarop een onderneming handig kan inspelen. De kunst is om een goede link te vinden tussen het key momenten uw product. Wees daarbij creatief. Als een boekentassenmerk eind augustus uitpakt met content, dan zal het een originele invalshoek moeten gebruiken om niet voorspelbaar over te komen.
  • Sociale media worden een overwegend mobiel verhaal: consumenten schakelen massaal over op smartphones en tablets. De vier bekendste sociale netwerken zitten niet toevallig in de lijst van meest gebruikte mobiele apps: Facebook, YouTube, Instagram en Twitter. Uw content (zowel op de website als op sociale media) zal dus in elk geval mobielvriendelijk moeten zijn.
  • Het belang van customer care neemt alleen maar toe. Meer dan ooit zullen consumenten sociale media gebruiken om informatie te zoeken, vragen te stellen en opmerkingen te maken.
Article

02.03.2020

E-commerce: in 3 stappen naar succes

Welke fasen moet een onderneming bij onlineverkoop doorlopen? En hoe vermijdt u daarbij stress en frustratie bij klanten en medewerkers?

Fase 1: het kanaalconflict in goede banen leiden

Wanneer een fabrikant, distributeur of invoerder zelf online producten gaat verkopen die hij tot dan toe alleen aan winkels verkocht, dan kunnen die laatsten dat als een kanaalconflict ervaren. De leverancier van weleer wordt immers een directe concurrent, die ook nog eens lagere opstartkosten combineert met meer gebruiksgemak voor de consument. Maar heeft die leverancier wel een keuze? Wanneer hij niet online verkoopt, loopt een deel van de klanten weg naar een verkoper die dat wel doet. De oplossing? Benny Sintobin, zaakvoerder van e-commercespecialist Frucon²:

“Het kanaalconflict is een perceptiedebat dat meer met emotie dan met ratio te maken heeft. E-commerce is onvermijdelijk, dus je kunt je maar beter aanpassen. De scherpste kantjes van het kanaalconflict kun je er wel afvijlen door een ‘sympathieke’ onlinewinkel te zijn. Daarmee bedoel ik dat je het correct moet aanpakken, met empathie voor de partij die er misschien nadeel van ondervindt. Op voorhand moet je wel duidelijk durven te zeggen aan de klanten van je distributiekanaal wat je van plan bent en welke spelregels je zult hanteren. Start je alles in het geniep op, dan creëer je frustraties en negatieve emoties.”

En die zijn helemaal niet nodig. De nieuwe situatie kan immers ook voor de distributeur of de winkel een winsituatie zijn. Zo kan de distributeur in zijn onlineverkoopkanaal ook verwijzen naar de website of winkel van zijn klant. Benny Sintobin

“Neem bijvoorbeeld een fietsenfabrikant waarbij klanten online een fiets kunnen bestellen. Die consument kan op de website bepaalde materialen en kleuren met elkaar combineren en zo een gepersonaliseerd model samenstellen. Die fiets kan opgestuurd worden met een koerier, maar evengoed geleverd bij een winkel in zijn buurt, waar de klant hem gaat ophalen. Die winkelier zelf zal dan met een kleinere marge tevreden moeten zijn. Maar hij wint wel een klant, die later zal terugkomen om een helm of een fietstas te kopen of om zijn fiets te laten onderhouden. En de andere gezinsleden zullen volgen voor hun fiets en accessoires. Op die manier wint iedereen erbij.”

Negatieve prijsspiraal

Wie kanaalconflict zegt, denkt bijna automatisch aan een prijzenslag tussen winkels die concurrentie krijgen van onlineverkoopkanalen die dezelfde producten goedkoper aan de man brengen. Volgens Benny Sintobin is het dan ook belangrijk om een eerlijke, correcte prijs op de producten te plakken:

“Door als fabrikant zelf aan e-commerce te doen, leg je de retailprijs van een product vast. Die prijs staat zwart-wit online. Een winkel kan het dan bijna niet meer maken om daar nog boven te gaan. Daarom moet die prijszetting correct gebeuren, zodat de winkel er nog altijd zijn brood mee kan verdienen.

In de praktijk zorgt een kanaalconflict vaak voor het omgekeerde fenomeen: meestal is het niet de fabrikant, maar zijn het de winkels die een negatieve prijsspiraal in gang zetten. Dat is in feite het grootste gevaar van e-commerce: de winkel die probeert de leverancier pijn te doen. Grote spelers die naar marktdominantie streven, kunnen het zich veroorloven om hun winstmarge te vernietigen. Kleinere fabrikanten en merken kunnen echter niet meegaan in zo’n prijzenslag. Dit bewijst nogmaals het belang van het maken van goede afspraken over het e-commerce verhaal.”

Fase 2: nieuwe markten aanboren

Is het kanaalconflict goed en wel verteerd, dan is het tijd voor de volgende fase: nieuwe markten aanboren. Voor grotere kmo’s is e-commerce vaak een uitgelezen manier om extra marktaandeel binnen te halen. Neem als voorbeeld een Belgisch merk dat een mooi marktaandeel heeft in België, door verkoop zowel in winkelpunten als via een eigen onlineverkoopkanaal. Misschien heeft dat merk een zekere brand awareness opgebouwd in het buitenland, bijvoorbeeld via een paar winkels in de hoofdstad. Benny Sintobin:

“In dat geval is het best mogelijk dat een aantal consumenten in het buitenland het merk al kennen, maar door de afstand niet in de winkel terechtkunnen. In dat geval zou het toch jammer zijn om dat potentiële kanaal niet zelf in handen te nemen en dat dan maar aan Amazon over te laten? Online zijn je producten immers wel beschikbaar. Conclusie: expansie in het buitenland via een e-commercekanaal zou het eerste laaghangende en dus makkelijk te plukken fruit kunnen zijn.”

Fase 3: uw businessmodel heruitvinden

De derde fase van e-commerce is een sprong in het duister. Bedrijven denken traditioneel product-, merk- en groothandelsgericht. Neem nu een bedrijf dat potten en pannen produceert of invoert. Dat product zit in de leefwereld van het koken en het tafelen, maar toch draait de verkoopstrategie traditioneel helemaal rond het product. Het onlinegebeuren biedt nochtans mogelijkheden om te draaien en een hele leefwereld rond dat product te creëren. Je kunt daarvoor samenwerken met andere bedrijven: een uitgever die content maakt rond tafelen, een kaarsenfabrikant, een kruidenspecialist, een bedrijf dat tafellinnen produceert, een supermarkt die thuislevering verzorgt, ... Benny Sintobin:

“Op dat moment kun je rond Valentijnsdag of andere belangrijke momenten van het jaar content maken en een hele leefwereld creëren waar die potten en pannen deel van uitmaken. Wat je dan online verkoopt, wordt meer een belevenis dan een product. Het effect wordt nog versterkt als de partnerbedrijven elk op hun site die belevenis presenteren. Zo dring je binnen in elkaars klantenbestand en doelgroepen. En je zorgt er meteen ook voor dat je social media echt beginnen te werken. Consumenten zullen eerder een valentijnsbelevenis liken dan een stel potten en pannen. Kortom: je wordt een ‘love brand’ in plaats van een banaal product.”

3 pijnlijke e-commerce flaters

  1. De klanten van uw distributiekanaal in het ongewisse laten over uw e-commerceplannen en geen heldere spelregels afspreken. Duidelijke afspraken maken goede zakenpartners.
  2. Onvoldoende draagvlak creëren bij alle medewerkers in uw bedrijf. Non-believers en sarcasten overtuigt u met cijfers en bestellingen. En dromers houdt u met de voeten op de grond: Rome is niet in één dag gebouwd.
  3. Inzetten op bonussystemen die targets in één saleskanaal belonen. Commerciële medewerkers die een extraatje krijgen voor de verkoopcijfers in fysieke winkels, zijn niet gelukkig met stijgende onlineverkoopcijfers. Nochtans zijn die wel goed voor het hele bedrijf.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top