Open Innovation vraagt om een heuse mentaliteitsverandering en werpt zich steeds meer op als de ideale oplossing om het razendsnelle tempo van de technologische – en soms bijhorende regelgevende – evoluties te volgen. Geen trend meer dus, maar een echte must!
Open Innovation is een nieuwe manier om aan onderzoek en ontwikkeling te doen binnen (of zelfs buiten) bedrijven. Het concept werd bedacht door Henry Chesbrough, professor en directeur van het Center for Open Innovation aan de Universiteit van Berkeley. Hij wil op die manier reageren op het feit dat elk bedrijf tegenwoordig voor zichzelf innoveert en daarbij zijn eigen vondsten wil beschermen.
Verandering van mindset
Zijn allereerste artikel dat in 2003 werd gepubliceerd, kreeg de titel 'Open Innovation: The New Imperative for Creating and Profiting from Technology'. Chesbrough voorspelt daarin een verandering van paradigma, waar iedereen het vandaag over eens is: met de 'Uberisering' van de economie, waarin de technologische evolutie steeds sneller gaat en uitgebreider wordt, moeten bedrijven snel innoveren of het risico nemen om die evolutie te ondergaan. Om dat doel te bereiken, volstaat een afzonderlijk en geïsoleerd R&D-departement niet meer. Integendeel zelfs: we moeten de grenzen van de kennis en de creativiteit verleggen, aandacht hebben voor ideeën van buitenaf en de meerwaarde van mensen buiten de eigen organisatie mee opnemen.
Samenwerking troef
Open Innovation betekent dat we nieuwe ideeën, businessmodellen of toegangen tot markten benutten die zowel binnen als buiten het bedrijf ontstaan. Op die manier kunnen we het innovatieproces versnellen. Met andere woorden: we staan ervoor open om tegelijk in- en outside the box te denken. Daarbij focussen we op waardecreatie in plaats van op de eigendom van de innovatie. Door de creativiteit intern te stimuleren en te werken met externe partners, slaan we nieuwe wegen in. De grote bedrijven in sterk veranderende sectoren hebben dat goed begrepen. Zij willen natuurlijk blijven concurreren en knopen daarom relaties aan met start-ups. Start-ups zijn immers een pak soepeler en sneller en beschikken over de nodige flexibiliteit om het over een andere boeg te gooien. Hun kleinere omvang kan echter wel een belemmering zijn om tot een verkoopbare oplossing te komen, met name door hun beperkte financiële en structurele middelen. Op die manier zorgt Open Innovation voor een perfect huwelijk tussen corporate en start-up. Een huwelijk dat uiteraard verschillende vormen kan aannemen ...
Een strategie met meerdere gezichten
De laatste jaren zien we steeds meer ‘Open Innovation-strategieën’. En die hebben betrekking op de meerderheid van de sectoren. Grote bedrijven zijn zich ervan bewust dat er niet één enkele oplossing bestaat en kiezen dus voor een gediversifieerd Open Innovation-beleid dat opgebouwd is rond verschillende instrumenten:
- Via Open Innovation-platformen is het mogelijk om een probleem voor te leggen aan 'de community' om zo oplossingen uit allerlei hoeken te bekomen (werknemers, leveranciers, betrokken partijen, enz.).
- Hackathons en andere uitdagingen zijn een uitstekende manier om uw netwerk te stimuleren, een gezonde wedijver te creëren binnen uw eigen omgeving en om innovatieve talenten of ideeën op te sporen.
- 'Antennes' voor Open Innovatie in grote technologiehubs, zoals Silicon Valley. Hun doel is eenvoudig: een pionier zijn op het vlak van vooruitgang.
- Incubatoren en acceleratoren van start-ups krijgen vaak de voorkeur van grote bedrijven. De bedoeling is niet alleen de optimale omstandigheden creëren voor de ontwikkeling van de start-up, maar ook om letterlijk dichter bij de innovatie te staan.
- De 'community' speelt bij Open Innovation een cruciale rol. Ze zorgt er immers voor dat partnerships worden versterkt, dat iedereen op de hoogte blijft van wat er leeft en waar de innovatie precies te vinden is. Alle manieren zijn goed: evenementen organiseren, eraan deelnemen of relaties aankopen met allerlei soorten spelers (sectoren, incubatoren, scholen en universiteiten, onderzoekscentra en noem maar op).
- Corporate venture-fondsen als financieel duwtje in de rug.
- Start-ups of scale-ups opkopen om hun technologieën te kunnen integreren in de eigen organisatie. Deze aanpak is eerder voorbehouden voor Amerikaanse corporates.
14.12.2018
De toekomst van open innovation?
Vandaag hebben we het al over open innovation 2.0, een samenwerkingsvorm die steeds veelzijdiger en steeds meer multidisciplinair wordt. En morgen? Dan is open innovation de norm. Dat is althans wat Henry Chesbrough gelooft, Amerikaans professor en grondlegger van het concept.
"The future of open innovation is more extensive, more collaborative, and more engaged with a wider variety of participants." Het zijn de woorden van Henry Chesbrough, professor aan de Universiteit van Berkeley en grondlegger van het concept open innovation. Eén ding lijkt alvast zeker: open innovation kent de laatste jaren een toenemend succes. En dat succes lijkt vooralsnog niet te stoppen ...
Onmiskenbare voordelen
Het is een trend die almaar groter wordt: bedrijven laten hun onderzoek en ontwikkeling los en gaan steeds meer samenwerken met verschillende (externe maar ook interne) partners. En terecht, want nu de technologische revolutie razendsnel op ons afkomt, moeten ze steeds sneller en flexibeler reageren om zo goed mogelijk in te spelen op de uitdagingen van de voortdurend veranderende markt. Open innovation is dus op meerdere vlakken van belang: het brengt intern in de organisatie een denkoefening op gang en laat het bedrijf tegelijk meeprofiteren van de expertise en creativiteit van andere innovatieve bedrijven (vooral start-ups) via samenwerking of integratie.
Rekening houden met risico's
Open innovation is uiteraard niet zonder gevaar. Om een echt succes te worden, moet die vorm van innovatie met andere woorden aan een reeks voorwaarden voldoen, zowel op operationeel vlak als op het niveau van regelgeving en management. Om die reden is het essentieel om een weldoordachte aanpak te hanteren waarbij de strategische doelstellingen, de technologische richting, het samenwerkingskader, de middelen die worden ingezet enz. worden bepaald. Het bedrijf moet daarvoor wel rijp genoeg zijn op alle niveaus – hier wordt vaak gesproken over open innovation readiness. In de eerste plaats moet de directie ten volle betrokken zijn en vervolgens moeten de medewerkers, processen, managementtools enz. worden voorbereid. Tot slot mag het bedrijf ook zijn eigen interne technologische expertise niet over het hoofd zien zodat het ook zijn eigen bagage kan meenemen in de samenwerking.
De toekomst? Open innovation 2.0
More extensive, more collaborative, and more engaged! En met die woorden komen we even terug op de voorspelling van professor Chesbrough. Door het succes van een aantal symbolische voorbeelden spreekt open innovation steeds meer bedrijven aan. Het is een echte realiteit geworden, want iedereen heeft het erover. Die uitbreiding neemt echter verschillende vormen aan en gaat van de samenwerking tussen individuele bedrijven of organisaties tot veelzijdige partnerships binnen volledige ecosystemen met verschillende actoren samen: bedrijven, overheden, onderzoekscentra, gebruikers, leveranciers en zelfs concurrenten! Dat fenomeen omschreef de Europese Commissie met de term open innovation 2.0. Een samenwerkingsvorm met verschillende partners en vakgebieden over de sectoren heen ...
Morgen de norm?
En we blijven nog even bij de professor van Berkeley. Volgens hem zal open innovation op langere termijn de nieuwe norm worden op het vlak van onderzoek en ontwikkeling. Er zal een moment komen waarop de speciale open innovation-afdelingen in bedrijven zullen verdwijnen, ze geen functietitels meer hebben als 'open innovation manager of directeur' en ze niet meer communiceren over hun samenwerkingsinitiatieven en partnerships ... Maar dat zal niet betekenen dat de 'openheid' er niet meer is! Integendeel zelfs, de fundamenten van open innovation zullen duuzaam worden verankerd in de bedrijven. Hun manier van innoveren en zakendoen zal volledig steunen op openheid en samenwerking ... Open innovation is op dat moment dan ook geen concept meer, maar de norm.
28.11.2018
De rol van intellectuele eigendom bij open innovation
Bedrijven die zich in het avontuur van open innovation willen storten, zijn genoodzaakt om ook even stil te staan bij de kwestie rond intellectuele eigendom. Een duidelijk kader dringt zich op zodat iedere betrokkene ten volle van de samenwerking kan profiteren ...
Van de 2.155 Europese octrooiaanvragen (waarvan 16% van Solvay) die in 2017 werden ingediend door Belgische bedrijven, werden er door het Europees Octrooibureau 1.215 verleend. Dat zijn er heel wat meer dan tien jaar geleden ... En die sterke stijging zien we ook wereldwijd. In het tijdperk van open innovation doet de intellectuele eigendom onvermijdelijk vragen rijzen. Decennialang deden bedrijven immers elk voor zich aan onderzoek en ontwikkeling, maar vandaag komt daar steeds meer verandering in. Er wordt namelijk almaar meer samengewerkt met externe of interne spelers. 'Exclusiviteit' en 'delen' lijken maar moeilijk met elkaar te verzoenen. En toch is een combinatie van de twee broodnodig ...
Facilitator van innovatie
Intellectuele eigendom werd lange tijd gezien als een manier om de concurrentie vast te zetten en zeker te zijn van een bevoorrechte positie op de markt. Die defensieve aanpak lijkt vandaag verleden tijd. Innovatie is immers overal ... Disruptieve start-ups zorgen voor drastische veranderingen op het vlak van innovatie en verplichten bedrijven tot een open aanpak. Maar cocreatie vinden we soms ook binnen het bedrijf, bij de klanten of zelfs bij de concurrentie. Het is dus lang geen privilege meer voor de R&D-departementen van grote groepen. In die context draait intellectuele eigendom dus stilaan niet meer alleen rond exclusiviteit, maar krijgt het zelfs de belangrijke rol van facilitator in het innovatieproces. En inderdaad, ook de European IPR Helpdesk, een contactpunt van de Europese Commissie voor vragen rond intellectuele eigendom, bevestigt dat "de intellectuele eigendom een voordeel wordt in plaats van een barrière".
Nood aan een duidelijk kader
Een van de voornaamste troeven van de intellectuele eigendom is dat het de samenwerking en het innovatieproces helpt te verduidelijken. Iedere partner weet wat de andere kan aanbrengen, welke middelen worden gedeeld en gebruikt, hoe het zit met de governance enz. Er worden dus regels vastgelegd om misvattingen te vermijden: wie doet wat, wie brengt wat aan en wie heeft de controle en de eigendom? Via zo'n duidelijk kader komt een echte samenwerking tot stand, waarbij de overdracht van technologieën en het delen van kennis tussen verschillende entiteiten wordt bevorderd. Vertrouwen is immers een van de sleutelfactoren in het succes van open innovation. Dat vertrouwen staat centraal en moet worden bewaard en zelfs versterkt via een optimaal beheer van de intellectuele eigendomsrechten. Voor de kleinere spelers is dit bovendien een enorme uitdaging, want met een minimum aan good practices inzake intellectuele eigendom kunnen zij hun geloofwaardigheid verhogen en meer technologische of financiële partners aantrekken.
Ontwikkeling van een echte strategie
Zo'n aanpak is evenwel niet eenvoudig en bedrijven kunnen hiervoor een beroep doen op tal van tools. Innovatieprocessen moeten immers steunen op een strategie en dat geldt dus ook voor het beheer van de intellectuele eigendomsrechten. En terecht, want bedrijven die de stap zetten, mogen in de eerste plaats de risico's niet zomaar naast zich neerleggen. Een andere uitdaging is de bescherming van de eigen partners en samenwerkingen en het optimale gebruik van de resultaten van dat partnership. De intellectuele eigendomsrechten zijn tot slot essentieel en moeten dan ook doeltreffend worden beheerd door het bedrijf in kwestie. Om die reden is een grondige denkoefening zeker aangewezen om zo de meest geschikte beschermingsmethodes te bepalen voor de samenwerking, de partner of het project. Die aanpak moet bovendien in lijn liggen met de innovatiestrategie, zodat ze ten volle haar nut kan bewijzen. Zo stelde Microsoft bijvoorbeeld een reeks sleutelprincipes op om zijn cocreatieproject met zijn klanten goed te omkaderen.
21.11.2018
De grote uitdaging voor de banken: openheid en samenwerking
Net als alle andere sectoren, krijgt ook de banksector te maken met de steeds snellere technologische vooruitgang en de daarbij horende nieuwe uitdagingen. Innoveren is vandaag dan ook meer dan ooit een van hun grootste bekommernissen ...
Nieuwe trends, technologische vooruitgang en veranderende klantenbehoeften: ook in de banksector staat de tijd niet stil. Consumenten gaan niet meer op zoek naar de 'beste' bank, maar willen een goed uitgewerkte en doeltreffende klantervaring. Tegelijkertijd krijgen de banken meer dan ooit concurrentie van nieuwkomers zoals de techreuzen (Google, Apple, Facebook of Amazon), de pure players die hun diensten enkel online aanbieden of de flexibele en extreem innovatieve fintechbedrijven. Daarnaast moeten de banken rekening houden met grote veranderingen op het vlak van regelgeving. De traditionele spelers hebben het dan ook goed begrepen: ze moeten sneller innoveren, met name via open innovation.
De grote uitdaging bij innovatie? Openheid!
Voor banken die willen blijven concurreren, is open innovation dus een must geworden. Die vaststelling lijkt ook te worden bevestigd door het World Retail-rapport (editie 2018) dat werd gepubliceerd door Capgemini en de European Financial Management Association (EFMA). Ondanks de strenge eisen op het vlak van regelgeving en veiligheid wordt de sector steeds toegankelijker en almaar meer multibancair. En dat onder meer dankzij de opmars van open banking, dat ruimte laat voor meer concurrentie en de komst van challengers.
Naast de risico's en gevaren, biedt deze evolutie de traditionele spelers ook nieuwe mogelijkheden. Alleen maar aan de verwachtingen voldoen, volstaat vandaag echter niet meer. Banken moeten innoveren, en wel snel en vaak. Dat verplicht hen bovendien om uit hun isolement te komen wanneer het gaat om onderzoek en ontwikkeling, om zo een nieuwe cultuur van creativiteit uit te bouwen. Innovatie is overal, zowel intern als buiten het bedrijf, aldus Henry Chesbrough, professor aan de Universiteit van Californië en 'vader' van de open innovation. Voor de banken moet open innovation dan ook een echte houding worden ...
360° collaboratieve visie
Innovatie is overal, maar om open innovation efficiënt aan te pakken en deze organisatorische evolutie duurzaam te integreren (vergeleken met een cultuur met een afgezonderd R&D-departement), steunen we op drie belangrijke pijlers:
- 'Disruptors' als partners. Start-ups en scale-ups hebben enorme troeven op het vlak van flexibiliteit en creativiteit. Banken moeten die dan ook 'benutten' door hen interessante voorwaarden te bieden voor hun verdere ontwikkeling. Incubatoren, acceleratoren, participatie ... Er bestaan mogelijkheden genoeg om de zo cruciale samenwerking tussen de traditionele actoren en de fintechs tot stand te brengen. Ook Capgemini benadrukt deze win-winsamenwerking in zijn World Fintech Report 2018.
- Ondernemingszin centraal in de organisatie. Steeds meer banken organiseren interne programma's waarbij hun personeel wordt aangemoedigd om ideeën te uiten en met elkaar te delen. De idee daarachter is dat creativiteit op alle niveaus van de organisatie kan ontstaan. De uitdaging is dan om die interne rijkdom ook concreet vorm te geven en in de praktijk te brengen.
- Steunen op 'vertrouwen'. Een ander cruciaal punt bij open innovation is de deelname aan een open community. Concreet wil dat zeggen dat bedrijven hun mensen samenbrengen en aanmoedigen (via hackathons, wedstrijden enz.), maar ook dat ze hun oplossingen delen met anderen. Een uitdaging die benadrukt hoe belangrijk 'vertrouwen' is in een collaboratief proces. En op die manier wordt concurrentie omgezet in samenwerking (coopetition in het Engels).
Strategieën om innovatie te ondersteunen
Capgemini en de EFMA vermelden in hun rapport ook de voornaamste strategieën die door banken worden toegepast om te innoveren en hun digitale transformatie in de praktijk te brengen. De resultaten bevestigen nog eens hoe belangrijk het is om daarbij de principes van open innovation in het achterhoofd te houden.
Helemaal bovenaan staan meer flexibiliteit en de capaciteit om sneller te innoveren, wat concreet wijst op een intensievere samenwerking met de fintechs. Daarna volgen de ontwikkeling van incubatoren en acceleratoren, investeringen in nieuwe technologieën, de vernieuwing van de interne structuren en de uitbouw van digitale businessprocessen. Tot slot zorgen de banken ook nog voor een open IT-architectuur en maken ze komaf met silodenken.
02.03.2018
Open innovatie doet uw onderneming draaien
Openheid is de boodschap! Of toch bij open innovatie. Bedrijven staan voor grote veranderingen, met name op het vlak van technologie. Hierdoor zijn ze verplicht hun creatieprocessen uit te breiden, zowel intern als naar de buitenwereld toe. Dat kan door start-ups te integreren, samen te werken met partners, maar ook (en vooral) door de werknemers te betrekken bij het bedenken van nieuwe ideeën!
Een inclusieve aanpak
Wanneer we het de laatste jaren hebben over creativiteit, innovatie of samenwerking in bedrijven, komt het concept 'open innovatie' steeds ter sprake. Maar wat is het precies? Open innovatie zouden we ook verdeelde, gedeelde of collaboratieve innovatie kunnen noemen. Het idee is echter steeds hetzelfde. Bedrijven moeten nieuwe middelen gebruiken in hun creatieprocessen. Die kunnen ze intern vinden, bij hun eigen medewerkers, of extern, dankzij klanten, partnerships met start-ups, leveranciers of zelfs concurrenten. Met andere woorden: terwijl innovatie vroeger beperkt bleef tot de dienst onderzoek en ontwikkeling (R&D), hebben 'moderne' bedrijven er alle belang bij om breder te gaan. Alleen zo kunnen ze de uitdagingen aangaan van een wereld die op technologisch vlak niet stilstaat.
Oorsprong en definitie
De term open innovatie ontstond in 2003 aan de Universiteit van Berkeley in een werk van professor Henry Chesbrough (directeur van het Center for Open Innovation in Berkeley). Professor Chesbrough bedacht het concept als een “manier van innoveren gebaseerd op het delen en samenwerken tussen bedrijven, in een sfeer van uitwisseling, openheid en vertrouwen”. Een nieuw paradigma dus waarbij 'open innovatie' lijnrecht tegenover 'gesloten innovatie' komt te staan. Bij die laatste aanpak kan de knowhow van een bedrijf immers slechts één weg volgen: van ingang tot uitgang. Bij open innovatie daarentegen kunnen zowel het ontstaan van nieuwe ideeën als het op de markt brengen ervan in verschillende fases van het proces voorkomen. De rijkdom ontstaat dus precies uit die openheid ten opzichte van zowel externe als interne spelers binnen het bedrijf: het ontstaan van nieuwe ideeën, meer innoverende projecten en een betere doorsijpeling van de inventiviteit.
Openheid is de boodschap!
Cocreatie, collectieve intelligentie, open data, crowdsourcing, extra- of intrapreneurschip, enz. Al deze concepten gaan hand in hand met open innovatie. Het gaat immers om een echte cultuurverandering die ervoor zorgt dat het bedrijf zijn creatieprocessen minder stereotiep, meer agile, flexibeler en met meer oog voor de evolutie van zijn omgeving uitwerkt. Kwestie van niet op een dag wakker te worden en vast te stellen dat uw businessmodel (of aanbod) achterhaald is!
Het is dus helemaal geen toeval dat grote bedrijven, met een eerder 'starre' structuur en een rechtlijnige organisatie, er vandaag voor kiezen om te werken met innoverende start-ups. De bedoeling? Zorgen voor een nieuwe dynamiek van innovatie binnen het bedrijf, die meer 'start-up oriented', interactiever en agile is. Deze aanpak mag dan wel vooral voor grote bedrijven bestemd zijn, toch mogen ook kmo's deze innovatiemethode niet naast zich neerleggen. Het is immers een goede manier om hun vitaliteit en reactiviteit veilig te stellen...
Een echte cultuurverandering
Open innovatie beperkt zich echter niet tot de integratie van start-ups. Het gaat immers ook (en zelfs vooral) om een transformatie op het vlak van management, waarbij het volledige interne potentieel van een organisatie wordt gemobiliseerd. Deze cultuurverandering impliceert dus dat de interne organisatie van het bedrijf danig door elkaar wordt geschud. Silodenken en (slechte) gewoontes worden verleden tijd, talenten en ideeën krijgen de bovenhand. Omdat ze zo dicht bij het hele gebeuren staan, zijn de werknemers doorgaans dan ook zeer goed geplaatst om eventuele blokkeringen te begrijpen, verbeterpistes voor te stellen en aan te voelen waar nieuwe opportuniteiten schuilen. Daarbij is dus niet alleen de bewustwording van het management van belang, maar spelen ook de hr-afdelingen een cruciale rol. Zij kunnen de volledige structuur immers warm maken voor open innovatie en bepaalde voorwaarden creëren rond het veranderingsproces. Dat kan onder meer via de invoering van een win-winsituatie waarbij iedereen, zowel werknemers als managers dus, voordelen en toegevoegde waarde kan halen uit de nieuwe aanpak.
De belangrijkste schakels: de werknemers!
Om die bottom-upstroom te creëren, volstaan mooie woorden en theoretische concepten echter niet. Het bedrijf moet concreet aan de slag om alle werknemers bewust te maken van de voordelen van collaboratieve innovatie. Én aantonen dat het ook echt luistert naar de interne medewerkers. Dat alles komt het best tot uiting in een geruststellend, maar stimulerend en dynamisch klimaat waarbij de rol van de werknemer naar waarde wordt geschat en de organisatie openstaat voor zijn ideeën. De hr-afdeling moet bovendien uitkijken naar gemotiveerde vrijwilligers die de transformatie kunnen doortrekken en vrijwaren. Het creëren van een gunstige context (op het vlak van materieel, tijd, geografie, enz.) blijkt eveneens doorslaggevend te zijn, net als een soepele omkadering (met coaching, uitwisselingen met deskundigen, onafhankelijkheid, enz.). Open innovatie bij werknemers krijgt bovendien vaak concreet vorm via onder meer ideeënwedstrijden, hackathons, interne innovatieprijzen of uitwisselingen tussen bedrijven.