Article

27.04.2018

Op weg naar een circulaire economie

De strategie, structuur en activiteiten van de meeste ondernemingen sluiten nog aan bij de lineaire economie. Maar is dat nog houdbaar? Vijf bedrijfsmodellen om circulair te gaan denken

Hier en daar investeren in duurzame ontwikkeling volstaat niet meer vandaag. De natuurlijke hulpbronnen raken uitgeput en de impact op het milieu bereikt een niveau waarop we het ons niet langer kunnen veroorloven om de zaken 'iets minder schadelijk' aan te pakken. Er wordt van bedrijven verwacht dat ze een positieve impact creëren door de banden tussen groei en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te verbreken. 

Zaakvoerders die maatschappelijk verantwoord willen handelen, moeten nagaan welke groeimogelijkheden die andere aanpak biedt en stilstaan bij de voordelen voor maatschappij, milieu en onderneming (naast de financiële winst) die ze kunnen teweegbrengen met hun middelen, technologie en timing.
Willen ze een positieve impact hebben, dan moeten bedrijven zich losmaken van hun lineair ingesteldheid voor ze kunnen instappen in een circulaire economie. Ze zullen waarschijnlijk hun waardeketen moeten herzien, maar dat lukt niet van de ene dag op de andere. Sommigen inspireren zich daarom op het voorbeeld van innoverende kmo's. 

Maar waar begint u, waarop focust u en hoe transformeert u zich? Accenture heeft 120 casussen geanalyseerd en kwam daarbij tot vijf bedrijfsmodellen die elk een andere benadering inhouden om de circulaire economie vorm te geven.

Duurzame aspecten inbouwen in de logistieke keten

Een eerste alternatief bedrijfsmodel: andere keuzes maken voor de grondstoffen die u nodig hebt voor uw productie. De uitdaging bestaat erin andere, hernieuwbare materialen te vinden door de toeleveringsketen aan te passen, om op termijn tot een duurzaam – en in het beste geval afvalvrij – product te komen. Een fabriek kan bijvoorbeeld plastic, een lineair bestanddeel, vervangen door bioplastic of een ander hernieuwbaar of recycleerbaar alternatief. Het mooiste voorbeeld daarvan is Ecover. Door een ingrediënt uit de duurzame scheikunde te gebruiken, slaagde het bedrijf er in de jaren 80 in om het eerste fosfaatvrije waspoeder te produceren, waardoor de vraag naar toxische en niet-afbreekbare producten is afgenomen. Sindsdien heeft Ecover zijn productengamma sterk uitgebreid.

Eenzelfde benadering is ook mogelijk stroomafwaarts in de productieketen. Een mooi voorbeeld is Sigma. De verfproducent bracht de eerste luchtzuiverende verf op de markt. Een schitterend idee, aangezien onze huizen doorgaans vol giftige stoffen zitten.

Recuperatie boven productie

Dit tweede model inspireerde onder andere enkele tapijtfabrikanten, zoals Desso en Interface, om over te schakelen op honderd procent recycleerbare producten. Hun uitdaging bestaat erin contact te houden met de klant om hun tapijten aan het einde van hun levenscyclus te recupereren, en dat tegen de laagst mogelijke kost. Geen evidentie en vooral een inspanning op lange termijn. Zo kan het voor lijstwerk uit aluminium, een zuiver en gemakkelijk te recycleren product, wel 20 tot 30 jaar duren voor de omgekeerde logistieke keten wordt geactiveerd.

Voor welke andere uitdagingen staan tapijtfabrikanten die de mogelijke restwaarde van hun product willen recycleren? Het artikel terugnemen zonder het te vernietigen. Desso bedacht daarom Refinity, een techniek om stofvezels te scheiden, van dik tot ultrafijn. Op die manier kan van het oude tapijt – na reiniging – een nieuw worden gemaakt. Dat is een techniek die het cradle-to-cradleprincipe volgt, ook wel C2C of 'van wieg tot wieg' genoemd. Daardoor zijn veel minder grondstoffen nodig en wordt er veel minder afval geproduceerd. Het product krijgt een nieuw leven zonder toevoeging van nieuwe bestanddelen. De kring is gesloten met nagenoeg geen afval.

Quentin Denis (Accenture): "Die wil om materialen te recupereren uit afval kan verbazende resultaten opleveren. Dat bewees Umicore, dat zich transformeerde van mijnbouwbedrijf met een volstrekt lineaire visie tot kampioen in de recyclage van technische materialen. Zo wist het bedrijf zijn corebusiness radicaal om te vormen van mijnbouw tot 'urban mining'. Ook DSM is een mijnbedrijf dat zich volledig heeft getransformeerd tot fabrikant van circulaire producten."

Het afval van de een is de grondstof van de ander. Engie vond een andere manier om de kring te sluiten en afval te vermijden, door zich te vestigen in de nabijheid van Arcelor Mittal (Gent) om alle stoom van dat bedrijf – die eigenlijk verloren energie is – te re-injecteren in het elektriciteitsnet. Een ander voorbeeld uit Zwitserland: IBM zet de warme ventilatielucht van zijn datacenter in Uitikon om in warm water voor het lokale zwembad. Volgens IBM is de hoeveelheid geproduceerde warmte voldoende om ongeveer 80 huizen of een heel zwembad te verwarmen.

Verkopen of huren? Wanneer geplande veroudering taboe wordt

De economie van de functionaliteit, waarbij bedrijven hun product proberen te verkopen als dienst, sluit naadloos aan op het nieuwe denken. Dit derde bedrijfsmodel kan al dan niet worden gecombineerd met andere nieuwe benaderingen zoals de deeleconomie of platformeconomie. Ze functioneren echter ook prima los van elkaar, hoewel het niet voor iedereen even duidelijk is waarin ze zich onderscheiden.

Bij een functionaliteitseconomie denken we bijvoorbeeld aan Rolls Royce, dat sinds de jaren 60 turbines maakt voor vliegtuigen en die verhuurt aan vliegtuigmaatschappijen. Welk belang heeft Rolls Royce daarbij? "Ze behouden hun recht op het onderhoud, waar ze extra inkomsten uithalen en hun bedrijfswerking mee kunnen verbeteren. Door hun producten te verhuren in plaats van ze meteen te verkopen, hebben ze gelijkmatigere inkomsten omdat een vliegtuig enkele decennia meegaat. Het allerbelangrijkste is dat het hun focus op kwaliteit compleet transformeert, omdat ze op lange termijn moeten kunnen blijven presteren, om bijvoorbeeld pannes te vermijden", vertelt Quentin Denis. Een manier om komaf te maken met geplande veroudering…

De deeleconomie blijkt vaak ideaal om de inkomsten te verveelvoudigen, omdat men meer gebruikers heeft voor een product dat niet ten volle wordt benut.

Platformeconomie of de jacht op verspilling

Het volgende model is gebaseerd op een platformeconomie en berust op het concept waarbij bijvoorbeeld een overaanbod of de lage benuttingsgraad van producten of diensten worden gedeeld via een app tussen gebruikers, particulieren of bedrijven.
Lyft is een taxiplatform dat ontstaan is vanuit de vaststelling dat in steden slechts 20% van de beschikbare autozitplaatsen wordt gebruikt. Met de Lyft-app kunnen gebruikers die een lift nodig hebben een auto met plek zoeken in de buurt. De prijs wordt geregeld via de app en is 20 tot 30% goedkoper dan bij een taxi, de commissie van 20% voor Lyft inbegrepen.

Fietskoerier Deliveroo is een ander voorbeeld. Restaurants kunnen via thuislevering door Deliveroo hun keukencapaciteit maximaal benutten. Dat levert extra inkomsten op, terwijl de kosten voor het zaalpersoneel beperkt blijven. Dat idee werd al toegepast in de logistieke sector, waar via onlineplatformen laadruimte gedeeld wordt en lege retourtransporten vermeden worden.

Quentin Denis is voorstander van het concept, tenminste als het alle partijen voordeel oplevert: "Die platformen werken met het netwerkeffect, dat bereikt wordt wanneer het volume aan de aanbodzijde – de dienstverleners, de eigenaars van Airbnb-woningen of Uber-chauffeurs – en aan de vraagzijde – vakantiegangers of passagiers – op elkaar afgestemd zijn. Dat netwerkeffect geeft hun een sterk concurrentievoordeel, dat ze zouden kunnen misbruiken om de regels van het spel van de ene dag op de andere te veranderen, door bijvoorbeeld de commissies te verhogen of de vergoedingen te verlagen." 

Producten die langer meegaan

Het laatste model volgt het principe dat onderdelen die in de lineaire wereld geen nut meer hebben vanwege slijtage, toch weer nuttig worden. Door het product te verbeteren, te herstellen of reviseren krijgt het een nieuw leven, om het dan te opnieuw te vermarkten of zelfs te personaliseren. Ook Google bindt de strijd aan met geplande veroudering, met een nieuw type gsm dat een nieuwe dimensie geeft aan functionaliteit en is samengesteld uit modules, zodat bijvoorbeeld alleen gerepareerd en betaald hoeft te worden wat echt stuk is, en waarvan alleen de nuttige functies worden geüpgraded. Het toestel gaat langer mee, en ook dat kan extra inkomsten betekenen. Er zijn minder grondstoffen nodig, er is minder afval en ook de kosten zijn lager.

Bent u klaar om circulair te denken? Laat u gaan, doe geen half werk maar weet dat quick-wins naast het product zelf ook een verantwoorde keuze kunnen blijken voor u alles transformeert.

Article

11.09.2024

Ontdek onze leasingopties en laat u verleiden door onze topdeal

U wilt graag een bedrijfswagen huren, maar weet niet goed welke mogelijkheden er zijn? Hieronder zetten we alle leasingopties voor u op een rij. Zo ontdekt u welk type leasing het best bij u past. Bovendien kunt u tot 30 november 2024 een topdeal sluiten met onze partner Arval voor de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé tegen een zeer voordelige all-inprijs.

Financiële of operationele leasing?

Zowel voor financiële als operationele leasing geldt dezelfde logica: u betaalt huur aan een leasingmaatschappij voor een bepaalde periode, meestal vier of vijf jaar. Bij beide formules is de leasingmaatschappij de wettelijke eigenaar van de wagen. Maar u hebt wel een aankoopoptie aan het eind van het contract. Bij een financiële leasing is het bedrag van de aankoopoptie bekend van bij het begin van het contract. Bij een operationele leasing wordt het bedrag aan het eind van het contract bepaald op basis van de marktwaarde van de wagen.

De formule ‘inclusief diensten’

Dat is een van de grote voordelen van een operationele tegenover een financiële leasing: taksen, (omnium)verzekering, onderhoud en kosten (behalve brandstof) zijn inbegrepen in de huurprijs. Bovendien krijgt u extra diensten zoals zomer- en winterbanden, pechverhelping en een vervangwagen. U betaalt een bepaald bedrag per maand en hoeft verder niets meer te regelen. Kortom, u rijdt zonder zorgen: alles is betaald, behalve de brandstof.

Fiscale gevolgen?

De aankoopoptie heeft fiscale gevolgen: bij een financiële leasing schrijft u het investeringsgoed af en brengt u de interesten fiscaal in. De wagen staat op uw balans geboekt als actief. Bij een operationele leasing brengt u de volledige huurprijs in als kosten. In beide gevallen zijn er fiscale aftrekbeperkingen en moet u mogelijk rekening houden met het beroepsmatige gebruik van de wagen. Ook niet onbelangrijk: de btw wordt maandelijks betaald op de huurprijs en dus niet in één keer. Zo houdt u uw kredietlijnen vrij voor andere investeringen.

Laat u verleiden door onze topdeal

Tot 30 november 2024 hebben we een uitzonderlijk aanbod: u kunt de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé operationeel leasen tegen een voordelige en exclusieve prijs, inclusief alle diensten.

Benieuwd? U vindt alle details op deze pagina

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Article

04.09.2024

Arval: mobiliteit in werk én leven

Veel medewerkers zien mobiliteit tegenwoordig als een nood die ze in samenwerking met hun werkgever aanpakken. Ze verplaatsen zich allang niet meer alleen met Koning Auto, maar maken almaar vaker gebruik van een mengeling van mobiliteitsoplossingen. Die zijn zowel privé, openbaar als gemengd. Belgische ondernemingen zijn daarom meer en meer op zoek naar knowhow over dé perfecte mobiliteitsmix, die is aangepast aan hun eigen professionele noden én aan de behoeften van hun personeel. De mobiliteitsspecialisten van Arval tonen hoe mobiliteit evolueert en hoe zij daarmee omgaan. Want daarvoor is niet alleen kennis nodig, maar ook een pakket aan begeleiding, waarmee ze werkgevers op dat vlak ondersteunen.

Philippe Kahn, Mobility Solutions Expert, vat de visie en missie van Arval gebald samen: “Life is a journey made of journeys. Dat betekent dat wij ons bij Arval voortdurend afvragen hoe we kleine, middelgrote en grote ondernemingen kunnen ondersteunen en ontzorgen bij alle mobiliteitsvragen die ze zich stellen. In ons DNA als ondersteuner zitten twee belangrijke aspecten die waarde toevoegen: het persoonlijke en duurzame mobiliteit*. Van eenmanszaak tot groot bedrijf: Arval biedt zijn corporate knowhow aan en zorgt voor een one-stop-shop-oplossing.”

* Duurzame mobiliteit: mobiliteit met een lagere uitstoot van broeikasgassen, die elektrificatie, zachte mobiliteit en/of openbaar vervoer stimuleert.

Duurzame mobiliteit als vanzelfsprekende sleutel

Veel ondernemingen trekken vandaag voluit de kaart van de duurzame mobiliteit, of evolueren in die richting. Dat houdt niet alleen de keuze in voor elektrische auto’s, maar ook met een open blik kijken naar nieuwe mobiliteitsoplossingen. Arval speelt daarin zijn eigen rol: alle klanten worden geïnformeerd en begeleid in hun streven naar duurzame mobiliteit. Nieuwe mobiliteitsoplossingen als Arval Bike Lease, Arval Car Sharing en de toekomstige budgetbeheertool vormen voor veel ondernemingen de sleutel tot een sluitend mobiliteitsverhaal.

Troef in de ‘war for talent’

Al die mogelijkheden worden bovendien niet alleen gezien als pure verplaatsingsmogelijkheden, maar passen in een hr-concept dat ondernemingen inzetten in de ‘war for talent’. Philippe Kahn heeft met Arval steeds vaker te maken met ondernemingen die echt inspelen op mobiliteitsvragen. Ze zien het als een kans om de band met hun medewerkers te versterken of om nieuwe krachten aan te trekken.

Kahn: “Heel wat ondernemingen denken na in functie van mobiliteit over bijvoorbeeld hun locatie. Ze kiezen dan eerder voor de nabijheid van een mobiliteitshub, zoals een groot station als Brussel-Centraal of Antwerpen-Berchem. Daar kunnen ze de volledige mix van mobiliteitsmogelijkheden aan hun personeelsleden aanbieden. Zo kunnen die met de fiets of deelstep naar het werk komen, verplaatsingen maken met poolwagens of met de trein, gebruikmaken van bussen en deelauto’s … En dat betalen ze allemaal met het mobiliteitsbudget dat ze van hun werkgever krijgen.”

Toegevoegde waarde: zakelijk én persoonlijk

De budgetbeheertool waarmee ondernemingen het overzicht bewaren van alle mobiliteitsoplossingen die hun medewerkers gebruiken én van de bijbehorende kosten, is maar één facet van de toegevoegde waarde die ondernemingen krijgen aangeboden. Ook consulting rond mobiliteit maakt onlosmakelijk deel uit van wat Arval voor ondernemingen doet.

Philippe Kahn: “Als een onderneming met zowat 100 medewerkers van plan is te verhuizen naar het centrum van Antwerpen, zitten wij met hen rond de tafel om te bekijken welke nieuwe mobiliteitsoplossingen ze nodig hebben én hoeveel het hen allemaal zal kosten. Op die manier maken we echt deel uit van het team en kijken we samen naar de effecten van alle mogelijke mobiliteitsoplossingen op hun toekomst. Dat is maatwerk, waarin we onze expertise ten dienste stellen van onze klanten.”

Die expertise doet ondernemingen vaak een stap vooruitzetten in hun bedrijfsvoering, maar ook richting personeel. Kahn: “De tijd van het Excel-bestand waarmee het gebruik van de poolwagen werd bijgehouden, is voorbij. Apps op telefoon of computer maken alles makkelijker en vlotter. Ze houden de locatie van poolwagens tussen de verschillende vestigingen bij én doen de grens tussen pool- en deelauto’s vervagen. Zo maken medewerkers tijdens het weekend – weliswaar tegen betaling – privé gebruik van de auto die ze tijdens de week voor professionele verplaatsingen gebruiken. Ook de typische ondersteuning bij het leasen van een elektrische fiets maakt deel uit van dat verhaal. Arval ontzorgt werkgevers op dat vlak en geeft hen extra troeven in handen om hun medewerkers ook privé te ondersteunen in hun mobiliteit. Het wordt een verhaal waarin ondernemingen, via hun mobiliteitsdossier, echt deel gaan uitmaken van het dagelijks leven van hun medewerkers.”

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Hoe zet u de eisen van de energietransitie om in strategische kansen? “Door pragmatisch en zorgvuldig te werk te gaan”, vertelt onze partner Climact.

“Wij bieden bedrijven begeleiding en advies op weg naar maturiteit op het vlak van de uitdagingen rond de klimaatopwarming. En dat houdt in dat we met een aantal eisen aan de slag moeten, zoals de duurzaamheidsrapportering die de Europese CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) oplegt”, vertelt Jerome Meessen, Associate Partner bij Climact. “Wij zien erop toe dat bedrijven daar zelf ook toegevoegde waarde uithalen. De meest tastbare voordelen voor hen zijn een vermindering van hun energiekosten en/of de verbeterde veerkracht van hun leveranciers en klanten in het licht van de klimaattransitie. Daarin gaan we zorgvuldig en pragmatisch te werk. Zorgvuldig, want we baseren ons op cijfers en passen erkende methodes toe, zoals het Greenhouse Gas Protocol voor de berekening van de koolstofvoetafdruk, zonder in greenwashing te vervallen. En pragmatisch, want we houden altijd rekening met de realiteit van het bedrijf in kwestie.”

Een traject in 5 stappen

Maar hoe begeleidt Climact bedrijven en overheidsorganisaties concreet?

Jerome Meessen: “Om te beginnen, helpen we hen duidelijk zicht te krijgen op de uitdagingen van de klimaatverandering waar ze nu of in de toekomst mee te maken krijgen. Dat doen we door de kansen en risico’s in kaart te brengen, zoals de gevolgen van een hoge koolstofprijs of het risico op een overstroming in een productievestiging. Op basis daarvan evalueren we hun huidige impact, om te komen tot de koolstofbalans van hun activiteiten. De volgende stap is de toekomstvisie: samen met de bedrijven bepalen we duurzaamheidsdoelstellingen, waarbij we ons baseren op de internationale standaarden van de Science Based Targets. Vervolgens helpen we hen om een concreet transitieplan op te stellen en in de praktijk te brengen, bijvoorbeeld door hen te helpen de inhoud en de specifieke kenmerken van een contract voor de aankoop van groene energie te bepalen. Tot slot begeleiden we bedrijven ook bij de communicatie over hun inspanningen, in lijn met de CSRD-vereisten.”  

CSRD: administratieve rompslomp of strategische kans?

De CSRD is dit jaar in werking getreden, met een reeks rapporteringsregels die voor heel wat ondernemingen verplicht zijn. “Het doel van de richtlijn is te zorgen voor maximale transparantie over de stand van zaken rond de duurzaamheidstransitie van bedrijven”, legt Jerome Meessen uit. “De rapportering heeft betrekking op factoren in verband met ecologie, samenleving en goed bestuur (Environmental, Social, Governance – ESG). Zo’n rapport biedt daarmee ook aan externe spelers, met name de entiteiten die overwegen het bedrijf financiering te verstrekken, een objectief beeld van de al afgelegde weg, de klimaatambities en de blootstelling aan de risico’s van de klimaatverandering.”

“Dat rapport opstellen is een aanzienlijke administratieve last voor bedrijven”, horen we van Jérémy Robinet, coördinator van het partnerschap met BNP Paribas Fortis. “Je moet een gedetailleerde methodologie en precieze normen volgen, formulieren invullen, indicatoren aanleveren … Maar het is ook een prima aanleiding om een solide en gefundeerde transitiestrategie uit te werken die het bedrijf ten goede komt, ook qua reputatie. Met onze begeleiding winnen bedrijven tijd. Ze hebben de zekerheid dat hun rapport beantwoordt aan de reglementaire eisen, en hun ESG-aanpak krijgt waarde en zin.”  

Climact, partner van BNP Paribas Fortis

Climact is een van de partners die BNP Paribas Fortis uitkoos om klanten te begeleiden los van de zuiver financiële kant van de zaak. “Op initiatief van de Relationship Manager van de bank gaan wij praten met bedrijven die vooruitgang willen boeken in hun energie- en duurzaamheidstransitie, specifiek op het vlak van hun decarbonisatiestrategie en om hun koolstofbalans op te stellen”, legt Jérémy Robinet uit.

Gilles Roumain, Sustainability Program Officer bij BNP Paribas Fortis en verantwoordelijk voor het partnerschap met Climact: “Via de samenwerking met Climact kunnen we onze klanten oplossingen aanreiken voor de decarbonisatie van hun activiteiten, en tegelijk onze eigen expertise op het gebied van decarbonisatie vergroten. Door hen die begeleiding aan te bieden, verkleinen we bovendien onze eigen koolstofvoetafdruk.”

“De bedrijven die de bank met ons in contact brengt, komen uit alle sectoren”, vertelt Jérémy Robinet nog. “Ze hebben een bepaalde minimale omvang, bijvoorbeeld een omzet van minstens 25 miljoen of een complexe toeleveringsketen. Het partnerschap heeft al geleid tot een 15-tal samenwerkingen, waaronder die met garagedeurfabrikant RE Panels.

We hebben hen in eerste instantie begeleid bij het opstellen van een koolstofbalans in overeenstemming met de Europese CSRD-verplichtingen. Daarop onderkende de directie het strategische belang van dat werk en vroeg ze ons om meer specifieke analyses uit te voeren, per product en productievestiging. Op die manier kon het bedrijf bepaalde ‘best practices’ op het spoor komen. RE Panels was opgetogen over onze aanpak. Voor elke doelstelling in de optimalisering van de koolstofvoetafdruk berekenden we de kosten, de winst en de nodige investering. Ze waren ook blij met de strikte afstemming op de internationale normen, want die is essentieel om greenwashing te voorkomen.”

Article

12.06.2024

We moeten allemaal samen vooruit

De bank verminderde haar CO2-uitstoot per voltijds equivalent met 55% sinds 2019. En dat vraagt volgens Sandra Wilikens, Chief Human Resources Officer, een betrokkenheid van iedereen.

Tussen 2019 en 2022 is de bank erin geslaagd haar CO2-uitstoot met liefst 55% terug te schroeven. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

“Voornamelijk door in te zetten op de energie-efficiëntie van onze gebouwen, die goed zijn voor ongeveer 80% van onze onmiddellijke uitstoot. Daarnaast hebben we ons vastgoed geoptimaliseerd en de beroepsverplaatsingen fors verminderd. We kiezen voor een gestructureerde aanpak waarbij alle departementen betrokken zijn. Sinds 2012 brengt ons Green Bank Platform driemaandelijks de verschillende contactpersonen van elke afdeling samen om er hun actieplan voor te stellen met eigen initiatieven. Daar wordt telkens een stand van zaken opgemaakt van een reeks KPI’s op het vlak van energie- en papierverbruik, beroepsverplaatsingen, elektrificatie van het wagenpark, afvalbeheer… Want meten is weten.”

De doelstelling was om tegen eind 2025 een reductie van de uitstoot te bereiken van 42,5% ten opzichte van 2012. Dat doel is inmiddels behaald. Wat zijn de verdere plannen?

“Het is niet de bedoeling om tot 2025 op onze lauweren te rusten. Want er is geen tijd te verliezen als we tegen 2050 koolstofneutraal willen zijn. Onze nieuwe zetel aan de Warandeberg in Brussel is een mooi voorbeeld van energie-efficiëntie, maar er kan nog veel verbeterd worden in de rest van ons vastgoedpark. We gaan de energie-efficiëntie van de verschillende regionale kantoren verbeteren, zonnepanelen installeren op meer dan 80 locaties en ledverlichting wordt de standaard in al onze gebouwen. Die inspanningen moeten toelaten om onze CO2-uitstoot met nog eens 7% te verminderen.”

Hoever staan jullie met de elektrificatie van het wagenpark?

“We doen veel inspanningen om ons wagenpark te elektrificeren en ik durf zeggen dat we op de goede weg zijn. Eind 2022 bestond de vloot van geleasete bedrijfswagens voor bijna 30% uit geëlektrificeerde wagens – 100% elektrisch en plug-in hybrides. In het derde kwartaal van 2023 waren die wagens goed voor 95% van de nieuwe bestellingen. De nieuwe fiscaliteit speelt uiteraard een grote rol in deze evolutie. Maar voor werkgevers is daarmee de kous niet af. Ze krijgen te maken met een complex fiscaal kader, onder andere voor de terugbetaling van de elektriciteitskosten. Ook voor een deel van onze medewerkers zijn er nog hindernissen omdat ze bijvoorbeeld moeilijk toegang hebben tot een laadpaal. Ik ben van plan om dit jaar een rondetafelgesprek over mobiliteit te organiseren. Het is de bedoeling om overheden, operatoren, start-ups en bedrijven samen te brengen. Want we moeten vooruit, en we moeten het allemaal samen doen.”

Hoe zorgen jullie voor voldoende engagement bij het personeel?

“Veel communiceren. Het is belangrijk om uit te leggen wat je doet en waarom je het doet. Enkel zo kan je mensen warm maken om mee te werken. Binnen de bank kunnen we daarvoor rekenen op een netwerk van ruim 200 EcoCoaches. Het duurzaamheidscompartiment van de cao 90 werkt ook stimulerend. Hierbij bepalen we elk jaar zes concrete doelstellingen. Verwezenlijken we er minstens drie, dan krijgen alle medewerkers een premie aan het einde van het jaar. Tot nu toe is dat al altijd gelukt. Er zijn nog andere incentives mogelijk. Met ons ‘Green Fuel Consumer Plan’ belonen we medewerkers die een bedrijfswagen hebben maar die weinig gebruiken. En we lanceren heel wat acties om zachte mobiliteit – wandelen, fietsen en openbaar vervoer – te bevorderen. De keuze om onze zetels in de steden te vestigen is ook positief. Eind 2022 gebruikte 79% van het personeel dat in Brussel werkt het openbaar vervoer om naar kantoor te komen. Buiten de steden is dat 60%.”

Zijn er tot slot nog gebieden die volgens u dringend aangepakt moeten worden?

“Digitale vervuiling wordt vaak onderschat. Om een idee te geven: honderd mails sturen zorgt voor evenveel vervuiling als twintig kilometer met de auto rijden. Daarom organiseren we elk jaar een interne campagne om onze medewerkers te sensibiliseren en hen tips te geven voor een kleinere digitale voetafdruk. Regelmatig je mailbox opkuisen, links versturen in plaats van bestanden, verouderde bestanden verwijderen: het zijn allemaal kleine dingen. Als al onze 11.000 collega’s daar een gewoonte van maken, kunnen we een grote impact maken. Elke inspanning telt!”

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top