Contactless betalen wordt steeds populairder, ook bij het openbaar vervoer. Tal van grote steden kiezen almaar vaker voor de bankkaart als bus- of tramticketje. In Frankrijk springt Dijon als eerste op de kar!
Nu elektronisch betalen steeds vaker gekozen wordt boven cash geld – zelfs voor kleine bedragen – wordt ook 'contactless' betalen almaar populairder in verschillende sectoren. Die nieuwe manier van betalen kan met een bankkaart uitgerust met een contactless chip, een smartphone of zelfs met een geconnecteerde ring of armband. Een van de sectoren waar open payment sterk aan populariteit wint, is het openbaar vervoer. Dijon, de hoofdstad van de Bourgogne, is een van de eerste steden die 'contactless' betalen als vervoerbewijs invoerde. Recent nog werden de twee tramlijnen met de technologie uitgerust en in september wordt het systeem ook op de twee voornaamste buslijnen toegepast.
Meer gebruiksgemak voor meer gebruikers
De tramlijnen van de Bourgondische hoofdstad zijn voortaan dus uitgerust met nieuwe betaalpalen. Voor de gebruikers bieden ze heel wat voordelen. Betalen gaat bijvoorbeeld snel en makkelijk omdat de reizigers alleen maar hun 'blauwe' kaart (Visa of MasterCard, ongeacht de bank) of hun smartphone (Android of iOS) uit hun zak hoeven te halen en zo hun rit rechtstreeks aan boord kunnen betalen. Komt er een controleur? Dan kunnen ze hun bankkaart (of telefoon) laten zien als vervoerbewijs. Voor occasionele gebruikers biedt dit nieuwe systeem een financieel voordeel omdat er automatisch (na drie ritten) een daglimiet wordt toegepast.
Waarom het stadsbestuur voor deze nieuwe manier van betalen koos? Ze wilde een interessante oplossing bieden voor de 300.000 reizigers die het openbaar vervoer wekelijks gebruiken én de strijd aanbinden tegen fraude. Het volledige systeem is goed voor een investering van 400.000 euro in het kader van een publiek-private samenwerking en is gebaseerd op een potentieel van naar schatting 700.000 verkopen per jaar, waarvan 80% nieuwe gebruikers.
Uitbreiding op komst!
De nieuwe geconnecteerde betaalpalen zijn uitgerust met de NFC-technologie (Near Field Communication), afgeleid van RFID (radio-frequency identification), en kunnen dus 'contactless' communicatieterminals met een kort bereik identificeren. De uitwisseling van de gegevens (met name het nummer van de bankkaart) gebeurt dus in real time, volledig anoniem en gecodeerd (met tokens, d.w.z. getransformeerd in een digitale munt).
De informatie wordt doorgestuurd naar een dienstverlener die de geldigheid van de bankkaart controleert. Worldline beheert op zijn beurt de rechten en berekent het tarief dat moet worden aangerekend naargelang het aantal ritten per dag. In de toekomst wil de stad het tariefaanbod verder uitbreiden, met onder meer wekelijkse of maandelijkse limieten, speciale tarieven (grote gezinnen) en tickets voor meerdere personen.
Steeds meer 'contactless' in het openbaar vervoer
Hoewel er in Frankrijk al verschillende geslaagde experimenten plaatsvonden (o.a. in Reims en Grenoble), is Dijon de allereerste Franse stad die zich ook echt in het open payment-avontuur heeft gestort. Londen is een referentie op dat vlak. De Engelse hoofdstad past het systeem immers al sinds 2012 toe en sinds 2014 op het volledige net. De Londenaars kunnen hun bankkaart zelfs gebruiken om de artiesten op straat of in de tube een centje te geven.
Ook andere grote steden zoals Milaan, Vancouver, Kiev, Praag en Bratislava voerden het systeem al in. Zelfs New York zal zijn symbolische 'MetroCard' binnenkort geleidelijk vervangen door contactless betalen. In Parijs zal contactless betalen tegen 2020 het typische metroticket vervangen. En ook Brussel blijft niet achterop: de MIVB kondigde al aan dat de 'MOBIB-kaart' vanaf 2019 kan worden vervangen door debet- of kredietkaarten.
10.06.2024
Elektronische facturatie tussen bedrijven wordt verplicht
Het wetsontwerp dat die verplichting wil invoeren in ons land, ligt momenteel voor bij het federaal parlement. Na de goedkeuring van het ontwerp, gaat de verplichte ‘B2B e-invoicing’ in vanaf 1 januari 2026. Onze experts leggen uit waarom België de nieuwe regels wil invoeren, wat de gevolgen zijn voor uw onderneming en hoe we u voortaan nog beter kunnen helpen.
“Het wetsontwerp sluit aan bij internationale ontwikkelingen en initiatieven op Europees vlak”, steekt Nicolas De Vijlder, Head of Beyond Banking bij BNP Paribas Fortis, van wal. “Europa streeft naar een geharmoniseerde digitale standaard. Een gestructureerde elektronische facturatie tussen bedrijven moet ook de administratieve lasten rond facturen verlagen, waardoor bedrijven efficiënter kunnen werken en hun concurrentiekracht verhogen. Door de btw-aangifte te automatiseren, kan de overheid bovendien belastingfraude tegengaan. En ze kan haar economisch beleid aanpassen op basis van meer kwalitatieve gegevens.”
Geen revolutie maar evolutie
“De nieuwe regulering is niet zozeer een revolutie maar wel een evolutie”, vult Erik Breugelmans, Deputy Managing Director bij BNP Paribas Factoring Northern Europe, aan. “De digitalisering neemt toe in alle domeinen van de samenleving. Kijk maar naar de stijging van het elektronische betaalverkeer en de bijkomende verplichtingen van de voorbije jaren rond elektronische facturatie naar de overheid toe. In dat opzicht is het wetsontwerp voor een verplichte elektronische facturatie tussen bedrijven een logische volgende stap. Onze bank wil zeker meewerken aan dat proces, al is het niet de bedoeling dat we de taak van de boekhoudprogramma’s of fintechs overnemen. We staan wel klaar om onze klanten te helpen op het gebied van betalingen en financieringen.”
De impact op bedrijven
“Klanten moeten zich ervan bewust zijn dat de nieuwe regelgeving een impact zal hebben op zowel interne als externe processen”, gaat Erik Breugelmans verder. “Het gros van de Belgische bedrijven is vooral internationaal gericht, waardoor de invoering van de elektronische facturatie complexer zal zijn dan voor bedrijven die op een interne markt terugvallen. Aangezien de wet in één beweging zal worden uitgerold, is het belangrijk om op tijd te starten met de voorbereidingen.”
“De nieuwe regelgeving heeft niet alleen gevolgen voor de boekhoudafdeling van een bedrijf, maar ook voor zijn IT-afdeling”, benadrukt Nicolas De Vijlder. “Vormvereisten worden zeer belangrijk, anders werkt het automatische proces niet. Het grote voordeel van een doorgedreven automatisering is wel dat alles sneller en efficiënter kan verlopen. De tijd tussen het versturen en betalen van een factuur wordt korter en kasstromen worden beter voorspelbaar. Bovendien neemt de kans op fouten af en wordt het risico op fraude kleiner, aangezien alle transacties langs een beveiligd kanaal passeren.”
Klaar om u nog beter te begeleiden
“Dankzij de doorgedreven digitalisering als gevolg van de nieuwe regelgeving, zullen we betalingen verder kunnen optimaliseren”, besluit Erik Breugelmans. “Het is onze rol als bank om de vorderingen van onze klanten zo snel en vlot mogelijk te financieren. Zo kunnen ze eenvoudiger beschikken over hun werkkapitaal. Bovendien hebben we al een heel proces doorlopen op het vlak van automatisering op grote schaal, waardoor we ons snel kunnen aanpassen aan de nieuwe regels. We kunnen ook een beroep doen op de expertise van de BNP Paribas-groep. Die ontwikkelt momenteel een e-invoicing-oplossing voor grote bedrijven.”
Meer weten?
Beluister de aflevering over B2B e-invoicing.
22.06.2023
Maritiem transport: focus op de impact van decarbonisatie en energietransitie
Eind mei brachten BNP Paribas Fortis en de Universiteit Antwerpen een groep experts samen om de vele uitdagingen rond de decarbonisatie van de maritieme transportsector te bespreken. Wat moet je onthouden?
De leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens werd twaalf jaar geleden opgericht en is verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Hij voert uitgebreid onderzoek naar concrete en innoverende manieren om een steeds veerkrachtiger – en duurzamer – maritiem ecosysteem te creëren.
Na het succes van de eerste twee grote evenementen in 2017 en 2019 besliste de leerstoel om dit jaar opnieuw een samenkomst te organiseren. Zo kwamen op 25 mei 2023 een reeks specialisten en actoren uit de haven- en maritieme sector samen in de gebouwen van BNP Paribas Fortis in Antwerpen. Daar bespraken ze de impact van decarbonisatie op het maritieme ecosysteem.
Dit zijn hun voornaamste conclusies ...
1 – We moeten een versnelling hoger schakelen
Maritiem transport is momenteel de meest koolstofzuinige vorm van commercieel vervoer, op basis van de CO₂-uitstoot per ton en per kilometer. Maar het kan beter.
Tot dusver gaven de spelers in de sector de voorkeur aan snelle winsten. Bijvoorbeeld door de schroeven van schepen te wijzigen en hun snelheid aan te passen. Maar op 25 mei kwamen de experts overeen dat het nu tijd is om te experimenteren met nieuwe brandstoffen en technologieën en te evolueren naar (bijna) emissievrije brandstoffen. Het tempo van de verandering versnelt, maar er is nog geen mirakeloplossing. De kosten (en risico's) zijn enorm.
2 – Eén en slechts één internationale regelgeving graag!
Het reglementaire kader is complex en evolueert voortdurend.
Tegen 2030 verbindt de International Maritime Organization (IMO), die afhankelijk is van de VN, zich ertoe de koolstofproductie van alle schepen met 40% te verminderen ten opzichte van 2008. En met 70% tegen 2050.
De Europese Unie verbindt zich ertoe om de uitstoot van broeikasgassen in het maritiem vervoer tegen 2030 met minstens 55% te verminderen, in vergelijking met 1990. Tegen 2024 zal een emissiehandelssysteem (ETS) van toepassing zijn op alle schepen van meer dan 5.000 bruto ton van en naar de havens van de EU.
Kortom: de dingen bewegen in de goede richting. Maar volgens de spelers in de sector zijn er heel wat regionale en supraregionale programma's die parallel blijven lopen. En dat brengt een administratieve en financiële overlast met zich mee.
Op 25 mei bereikten alle stakeholders een akkoord over twee punten: ten eerste is een uniek internationaal beleid noodzakelijk, aangezien het om een wereldwijde sector gaat. En ten tweede moeten spelers die de regels niet naleven, worden bestraft.
3 – De transitie naar koolstofneutraliteit
De investering die nodig is voor de bouw van nieuwe, groenere schepen wordt geschat op 5.000 miljard dollar tegen 2050. De kosten voor de modernisering van de bestaande vloot zijn nog niet bekend, maar zullen niet min zijn ... Bovendien zal de investering om de haveninfrastructuur te vernieuwen gigantisch zijn.
4 – Grote onzekerheid over de beste brandstof en/of technologie
Wat wordt de brandstof of technologie van de toekomst? De meningen lopen uiteen.
Veel brandstofsoorten met een lage uitstoot zullen waarschijnlijk enige tijd naast elkaar blijven bestaan. Elektriciteit zal alleen worden gebruikt op kustschepen, veerboten en bepaalde trailers. Grote schepen zullen vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruiken, of methanol, ammoniak en misschien zelfs biobrandstoffen.
Het transport over lange afstanden zal in eerste instantie afhangen van de zware brandstof, eventueel met koolstofafvang en -opslag. Waterstof heeft potentieel, maar de dichtheid, opslag en manipulatie ervan roepen vragen op. Ook wind, zonne-energie en kernenergie blijven niet achter.
Maar het echte probleem vandaag is dat als het aantal schepen dat met schonere brandstoffen kan werken, effectief toeneemt, die brandstoffen nog niet voldoende internationaal beschikbaar zijn. Het aanbod ligt met andere woorden beduidend lager dan de vraag.
5 – Banken spelen een sleutelrol
Banken spelen een sleutelrol in de financiering van de energietransitie. In 2019 hebben elf financiële instellingen – voornamelijk Europese instellingen, waaronder de groep BNP Paribas – de Poseidon-principes ingevoerd, die de overgang naar koolstofarme shipping ondersteunen. Dankzij dat wereldwijde kader kan de koolstofintensiteit van bankleningen voor de maritieme sector worden gemeten en is die voor iedereen bekend. Vandaag zijn er 24 ondertekenaars, waaronder Japanse financiële instellingen. En dat is goed nieuws.
Graag meer info?
De presentaties, video's en foto's van het evenement van 25 mei 2023 zijn beschikbaar op deze pagina.
10.02.2021
Wat met de mobiliteit na de coronacrisis?
De gezondheids- en economische crisis heeft alle sectoren in al hun aspecten getroffen. Onder meer de mobiliteit, zowel voor particulieren als voor bedrijven.
De mobiliteit evolueert elke dag. En deze evolutie is met de coronacrisis in een hogere versnelling geraakt. Heel wat mensen werden geïsoleerd en telewerken werd de norm in een groot deel van de wereld.
De coronacrisis heeft de bezorgdheden op het vlak van transport veranderd
Vanaf nu verplaatsen we ons niet langer op dezelfde manier. En onze bekommernissen zijn ook niet meer dezelfde. Volgens een rapport van BCG Consulting zijn de fysieke afstand en de netheid van het voertuig het belangrijkst voor respectievelijk 41 en 39% van de respondenten wanneer ze een transportmiddel moeten kiezen. Er is ook het fenomeen van de pre- en postcoronamobiliteit, aangezien de respondenten nu meer dan vóór de crisis geneigd zijn om te voet te gaan of hun eigen fiets, scooter of wagen te gebruiken.
Duurzame en alternatieve mobiliteit in de komende jaren
Het is niet zo dat de mobiliteit gewacht heeft op de coronacrisis om te evolueren. Het aandeel milieuvriendelijke voertuigen zal blijven toenemen, steeds volgens dezelfde verhouding. Tegen 2035 zullen de elektrische auto's meer dan 35% uitmaken van het aandeel nieuwe voertuigen en zal elektriciteit wereldwijd de overheersende aandrijfkracht zijn. Het aandeel zelfrijdende wagens zal ook toenemen, met 10% voertuigen van niveau 4 (die zich bijvoorbeeld zonder bestuurder kunnen verplaatsen) en 65% van niveau 2 of hoger.
Mobiliteit op maat van de werknemers, vanaf nu
De toekomst van de mobiliteit speelt ook vandaag al, met name voor de ondernemingen en de zelfstandigen. De noodzaak aan alternatieve verplaatsingsmiddelen is niet alleen voelbaar bij particulieren maar ook bij werknemers. Er is geen enkel vervoermiddel meer dat bij elke situatie past, maar we hebben wel een waaier aan mogelijkheden, afhankelijk van de behoefte van het moment. Elektrische wagens, hybride wagens, elektrische fietsen, een abonnement voor het openbaar vervoer, autodelen, leasing ... Deze middelen kunnen verschillende vormen aannemen en bijvoorbeeld worden gecombineerd in een mobiliteitskaart. Voordelig voor de medewerkers en managers van een onderneming, maar ook voor de samenleving zelf dankzij de kostenbesparing, de optimalisatie en het beheer van het wagenpark.
Ontdek onze mobiliteitsoplossingen op maat
28.01.2021
Op weg naar alternatieve mobiliteit
In een hedendaags verantwoord vlootbeheer staat duurzaamheid centraal. We helpen u uw ambities voor maatschappelijk verantwoord ondernemen te bepalen en waar te maken.
Samen verlagen we de ecologische voetafdruk van uw bedrijf, verbeteren we de mobiliteit van uw werknemers en geven we uw inspanningen een centrale plaats in de toegevoegde waarde van uw bedrijf. Kortom, we zetten in op een alternatief mobiliteitsbeleid.
Energietransitie
We helpen u om over te schakelen op alternatieve mobiliteit en nieuwe technologieën die uw ecologische voetafdruk verlagen. Onze SMaRT-benadering garandeert de beste energiemix in uw wagenpark, afgestemd op uw strategie en bestuurdersprofielen.
Alternatieve mobiliteit vergt nieuwe technologieën die hand in hand moeten gaan met nieuwe infrastructuren. Daarom bieden we niet alleen elektrische auto’s aan, maar ook de bijpassende oplaadoplossing. Via onze geïntegreerde dienstverlening bepalen we hoeveel oplaadpunten u nodig hebt, installeren we ze en beheren we het gebruik op het werk en bij de bestuurders thuis.
Zachte mobiliteit
Mobiliteitsbeheer houdt tegenwoordig meer in dan auto's of bestelwagens. Een 360°-benadering dringt zich op. Samen met u bepalen we uw mobiliteitsstrategie en -behoeften. Een groenere auto is maar een van de mogelijkheden. Met verschillende mobiliteitsbeheeroplossingen zoals de Mobility Card en alternatieve mobiliteitsoplossingen zoals fietsleasing, inspireren we u tot een flexibeler aanbod binnen uw organisatie.
Werknemers staan centraal
Als u de werknemers centraal zet, staat u sterker om bekwame medewerkers te vinden, tevreden te stellen en te behouden. Ga een stap verder dan een alternatieve mobiliteitsoplossing: neem hun veiligheid ter harte en laat hen een actieve rol spelen in het verwezenlijken van uw duurzame doelstellingen. Vertrouw op ons om hun veiligheid te verbeteren en nieuwe technologieën te integreren.