Article

19.11.2018

IPO: Europa hinkt achterop, België doet beter dan in 2017

Met vier beursgangen in de eerste negen maanden van het jaar, doet Euronext Brussels het beter dan in 2017 op het vlak van IPO. Volgens de kwartaalbarometer van EY vertoont 2018 op wereldschaal een duidelijk contrast ...

Is 2018 wereldwijd een contrastrijk jaar op het vlak van IPO (Initial Public Offering)? Dat blijkt althans de conclusie te zijn van het derde luik van de kwartaalbarometer van audit- en advieskantoor EY. We zien inderdaad twee contrasterende trends. De bedragen die in de eerste negen maanden van 2018 werden opgehaald, zijn 9% hoger dan in 2017. Tegelijkertijd bleef het aantal beursgangen echter terugvallen, en daalde het met wel 18%. Een duidelijk teken dat bedrijven steeds minder risico’s nemen ...

De redenen? De geopolitieke spanningen en het onzekere economische klimaat, en in het bijzonder het handelsconflict tussen China en de VS. Ook de Brexit blijkt zwaar door te wegen. Ondanks die gespannen sfeer merkt EY op dat het activiteitsniveau van dit derde kwartaal zich eerder in de bovenste regionen van de tabel van de voorbije tien jaar situeert, zowel wat het aantal IPO's als de waarde betreft.

In stijgende lijn: reddende 'eenhoorns' ...

Het feit dat het volume van de opgehaalde bedragen niet verandert, is onder meer te danken aan de scale-ups. De stijging van 9% op wereldschaal wordt dan ook voornamelijk gedragen door de Amerikaanse eenhoorns, aangezien het fenomeen in Europa en China eerder verzwakt. Het gewicht van de beursgangen over het volledige jaar lijkt zich boven het niveau van 2017 te nestelen en komt zo tot een resultaat van 47 miljard dollar voor dit kwartaal. En zo is de trend gezet, want volgens EY zullen de Amerikaanse scale-ups ook de komende maanden voor animo blijven zorgen.

... en enkele dynamische sectoren

En hoe zit het met de sectoren? Vooral de domeinen technologie, industrie en gezondheidszorg trekken wereldwijd de meeste aandacht. Maar wat betekent dat precies? Volgens EY wil dat zeggen dat de investeerders trachten een evenwicht te vinden tussen innovatie enerzijds en de terugkeer naar de essentie anderzijds. EY voorspelt dan ook verschillende sectorale inspanningen, naargelang de regio: in de Verenigde Staten zou de health care de markt kunnen overstelpen, terwijl in Azië eerder de industriële bedrijven actief zullen zijn. In de regio EMEIA (Europa, Midden-Oosten, India en Afrika) verwacht men een evenwicht tussen technologiebedrijven en traditionele sectoren.

Europa hinkt achterop, Azië doet het goed

Met minder dan een dertigtal beursgangen in de loop van het kwartaal (d.w.z. 23% minder in vergelijking met dezelfde periode in 2017) lijkt de Europese markt het meest te lijden onder de impact van de geopolitieke en economische onzekerheid. En dat fenomeen lijkt ook de investeerders tegen te houden, want het gewicht van de Europese IPO's daalde met 91% ten opzichte van het derde kwartaal van 2017. De regio Azië-Stille Oceaan was dan weer een van de meest actieve op het vlak van beursgangen. Die trend wordt bevestigd door drie grote IPO's, de gunstige aanpassingen in de regelgeving op de beurs van Hongkong, China en de uitstekende prestaties van de Japanse eenhoorns. Geen verrassingen op het Amerikaanse continent: daar hebben de Verenigde Staten de touwtjes in handen met bijna negen IPO's op tien. Het vertrouwen van de Amerikaanse investeerders blijft dus sterk, ondanks de naderende tussentijdse verkiezingen (november 2018).

België doet beter dan in 2017

De Brusselse beurs registreerde vier beursgangen sinds het begin van dit jaar en overschrijdt zo het aantal IPO's van 2017 (dat waren er toen drie). Een van de bedrijven die genoteerd staan op Euronext Brussels is Acacia Pharma Group, een Brits bedrijf dat maar liefst 40 miljoen euro ophaalde. In juni maakte FNG NV (een bedrijf gespecialiseerd in het ontwerp van kleding en schoenen met merken als Brantano en Fred & Ginger) zijn opwachting op de belangrijkste beurs in België. Op datzelfde moment waagde ook vastgoedbedrijf Eurocommercial Properties de sprong om zijn aandeelhoudersbasis uit te breiden en te diversifiëren. De laatste IPO was die van opslagspecialist Shurgard. De vraag is nu hoe de IPO's in 'stand-by' zullen evolueren. Denk bijvoorbeeld aan Belfius (waarvan de beursgang op dit moment is uitgesteld), aan biotechbedrijf Apitope of aan het Nederlandse LeasePlan dat zijn beursgang door de gespannen marktomstandigheden annuleerde.

Article

07.01.2019

GDPR: vierletterwoord in de privacy-kerk

GDPR houdt in dat bedrijven bewuster omspringen met data. Was de paniekopstoot in mei terecht of weinig meer dan een storm in een glas water?

Wie het Nederlands liefheeft, mag ook AVG zeggen. Dat is kort voor Algemene Verordening Gegevensbescherming. De meeste mensen houden het bij GDPR, het vierletterwoord dat staat voor General Data Protection Regulation. GDPR is een Europese verordening die de regels voor de verwerking van persoonsgegevens in de hele EU standaardiseert. De regels gelden zowel voor particuliere bedrijven als voor overheden. De GDPR is in mei 2016 in werking getreden, maar organisaties kregen tot 25 mei 2018 de tijd om hun bedrijfsvoering in orde te brengen.

Een grote verandering is de shift naar ‘verantwoording’. Vroeger moest de Privacycommissie aantonen dat een onderneming de privacywetgeving niet volgde. De GDPR legt de bal in het andere kamp. Bedrijven moeten nu zelf kunnen bewijzen dat ze de privacyregels volgen. Als ze een controleur van de Gegevensbeschermingsautoriteit (zoals de Privacycommissie tegenwoordig heet) over de vloer krijgen, zullen ze moeten aantonen dat ze een deftig beleid rond de verwerking van persoonsgegevens voeren. In de praktijk moeten ze bestaande procedures aanpassen of nieuwe invoeren. Denk daarbij aan:

  • een verwerkingsregister van persoonsgegevens. Dat is de centrale plaats waarin elke verwerking van persoonsgegevens formeel wordt vastgelegd. Het is meteen ook een van de weinige echt nieuwe eisen van de GDPR. Het register vermeldt voor iedere verwerking wie deze uitvoert, op welke grondslag ze is gebaseerd, hoe ze is beveiligd en hoe lang gegevens worden bewaard. Op die manier worden organisaties verplicht om goed na te denken over wat ze doen met persoonsgegevens en waarom.  
  • een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) of - in het Engels - een Data Protection Impact Assessment (DPIA). Dat is een procedure waarmee men kan evalueren of een verwerking van persoonsgegevens risico’s inhoudt voor de rechten en vrijheden van de persoon wiens data worden verwerkt, en hoe men die risico’s kan beheersen.  
  • het principe van ‘privacy by design’ en ‘privacy by default’. ‘Privacy by design’ is van toepassing op alle nieuwe producten en diensten, ‘privacy by default’ geldt voor producten en diensten waarbij gebruikers zelf de mogelijkheid krijgen om persoonsgegevens te delen of af te staan. Dat verplicht organisaties om de privacy van hun gebruikers te beschermen door de instellingen en functies van hun producten of diensten standaard (by default) op de meest privacy-vriendelijke stand te zetten. Indien mogelijk vraagt men om de toestemming voordat persoonsgegevens gedeeld worden en worden er zo weinig mogelijk persoonsgegevens gevraagd en verwerkt.

De ene kmo is de andere niet

In België verandert er puur wettelijk niet zo veel met de invoering van de GDPR. Onze privacywet van 1992 was al streng en kwam grotendeels overeen met de GDPR. Zo moet een organisatie in principe al jaren toestemming vragen om persoonsgegevens te verwerken. Consumenten hebben ook al lang het recht om alle gegevens over zichzelf in te kijken en te wijzigen. Alleen was er nooit veel controle op. Nu wordt alles gedetailleerder uitgewerkt, komen er stevige boetes en krijgt de Gegevensbeschermingscommissie meer slagkracht om inbreuken te bestraffen. Voor de meeste kmo’s valt het GDPR-verhaal nog wel mee, denkt Dimitri Devlamminck (Data Governance and Regulation van BNP Paribas Fortis).

Dimitri Devlamminck: “De millenniumbug in 1999 was erger. Maar grote bedrijven met veel data hebben toch peentjes gezweet. Wij ook, ja (lacht). Banken zijn data-intensieve organisaties. Voor kmo’s hangt het er een beetje van af. Bedrijfjes zoals Waze, dat een navigatie-app aanstuurt, hebben misschien maar enkele tientallen werknemers, maar ze beheren wel persoonsgegevens van miljoenen gebruikers. Dat is een compleet ander verhaal dan het schrijnwerkersbedrijf dat evenveel werknemers heeft. De enige data daar zijn een personeelslijst om de medewerkers te betalen en een klantenlijst om facturen of reclame te sturen. Voor die laatste groep volstaat een privacy-notificatie om te zeggen waarvoor je die data gebruikt. Goed beveiligen en klaar.”

DPO nodig?

Het kan handig zijn om in de organisatie een functionaris voor gegevensbescherming aan te duiden. In GDPR-turbotaal wordt die meestal een DPO genoemd (Data Protection Officer). De DPO is verantwoordelijk voor het naleven van de privacyregels. Soms legt de GDPR dat zelfs op. Dat is bijvoorbeeld het geval voor openbare overheden of voor organisaties die ‘regelmatig, stelselmatig en op grote schaal’ mensen observeren. De DPO mag een interne medewerker zijn, maar ook een externe adviseur.

Article

26.09.2018

Een nieuw tijdperk voor betalingen komt eraan!

De markten voor betalingen worden sterk beïnvloed door technologische innovatie. Ook de regelgeving houdt rekening met de nieuwe digitale methodes en wakkert de concurrentie aan terwijl het de klanten beter wil beschermen... Resultaat: de sector is blootgesteld aan een enorme concurrentie. Wat zal uiteindelijk uitgroeien tot de ultieme betalingsmethode ?

De poorten van het digitale (nog verder) opengooien

Dat is de doelstelling van PSD2, een nieuwe Europese richtlijn die aan het begin van het jaar van kracht is geworden en onlangs werd omgezet in Belgisch recht. In grote lijnen versterkt zij de veiligheid van de klant. De toegang tot gegevens wordt gekaderd en het privéleven wordt gerespecteerd, en de aansprakelijkheid van de klant beperkt. Nog een nieuwigheid: handelaars hebben niet langer het recht om bijkomende kosten te vragen voor elektronische betalingen. Met andere woorden: digitaal betalen wordt aangemoedigd... Handelaars hebben echter nog steeds de mogelijkheid om een minimumbedrag op te leggen voor betalingen met de kaart. Een ander element met een belangrijke impact: de openstelling van betalingsdiensten voor niet-bancaire operatoren die externe leveranciers zijn. Die zullen niet enkel toegang hebben - met de uitdrukkelijke toestemming van de klant - tot rekeninggegevens, maar ook betalingen in zijn naam kunnen uitvoeren.

De toekomst voor betalingen ? Cashless !

Smartphones, apps, digitale portefeuilles of contactloos betalen met de kaart, de wereld van de betalingen is volop aan het evolueren onder impuls van nieuwe technologieën, regelgevende evoluties en de sterk veranderde aankoopgewoonten (vooral van millennials). Een klant die zich steeds bewuster wordt van de oplossingen die hij ter beschikking heeft, die switcht van de ene naar de andere, en heel duidelijke eisen heeft: eenvoud, onmiddellijk beschikbaar en veilig. In een sector waarin de kaarten worden herschikt, doen de 'spelers' (al dan niet banken), al het nodige om de klantervaring te verbeteren... Hoewel de banken digitaler zijn dan ooit, doen de internetreuzen zoals Amazon en Google voortaan ook mee aan het spel. Ook de makers van smartphones, vooral dan Samsung en Apple aan kop, positioneren zich sterk. Ten slotte blijven, misschien in de luwte, startups en fintech scale-ups innoveren en samenwerken met de grootste bedrijven, met name met de banken in de digitaliseringsprocessen van hun producten. De sector is hot!

Op zoek naar de beste oplossing...

Zowel de betalingsmethoden zijn geëvolueerd, als de aankoopplaatsen. Van de fysieke winkel, tot de explosie van e-commerce, naar een groeiend segment: de m-commerce, met name shopping via de smartphone, altijd en overal. Er ontstaan talrijke oplossingen om te beantwoorden aan de specifieke eigenschappen van elke situatie, steeds met één doelstelling: de 'client journey' vereenvoudigen, waarbij de veiligheid wordt gegarandeerd. Het gebruik van de bankkaart blijft erg belangrijk voor de ' in-store commerce'. Daar hebben we enkele evoluties gezien, zoals het contactloos betalen, om de transacties te vergemakkelijken. Maar of het nu gaat om aankopen online of in de fysieke winkel, de smartphone groeit uit tot de uitgelezen betalingstool…

De smartphone, een echt Zwitsers zakmes !

De smartphone is het symbool van mobiliteit bij uitstek, en kan steeds meer technische functies aan, die gemakkelijk zijn voor de gebruiker. Hierdoor ontstaan er heel wat mogelijkheden voor de spelers in de betalingsdiensten. Die moeten nog een belangrijke strijd aangaan om zich te positioneren als het ultieme platform:

  • Bankapps laten het toe om heel wat verrichtingen uit te voeren, maar ook om rekeningen te beheren. Meer user friendly dan ooit, voor een eenvoudigere klantenervaring.
  • De uitdaging voor deze elektronische portefeuilles is enorm: met deze 'digital wallets' kunnen aankopen in een paar klikken gebeuren zonder dat er gegevens moeten worden ingevoerd, aangezien alle gegevens al zijn opgeslagen. Een bijzonder competitieve markt, waarin iedereen in alle stilte verder werkt('de voorvader' PayPal, de GooglePay, Apple Pay, Android Pay of Samsung Pay, het Chinese Alipay, enz.) en waarin ook MasterCard en Visa strijden om zich te positioneren als referentiespelers.
  • De apps staan centraal binnen de realtime transacties (al dan niet commercieel), zoals Bancontact, dat onlangs fuseerde met Payconiq Belgium om zijn positie te verankeren in België of SEQR, dat eveneens toelaat om contactloos te betalen met de smartphone.

De uitdaging? Zich opwerpen als de 'killer app' aangezien niet alle oplossingen overeind zullen blijven. Om een echt succes te zijn, zal de toepassingsgraad van de app moeten verhogen (klanten en handelaars) om aldus een kritische massa te bereiken zodat ook een volledig aanbod mogelijk is (getrouwheidsprogramma's, geavanceerde functies, enz.) dat rekening houdt met de eisen van de klanten en de veiligheid van de gegevens garandeert. 

Article

29.08.2018

Crowdfunding: voortaan zonder prospectus!

Vanaf deze zomer hoeven bedrijven die een crowdfundingcampagne van minder dan 5 miljoen euro lanceren, geen dure en verplichte prospectus meer op te stellen. Een woordje uitleg.

Nieuw is de wet van 11 juli 2018 op de "aanbieding van beleggingsinstrumenten aan het publiek en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt". Achter deze naam schuilt de omzetting van de nieuwe Europese regelgeving voor prospectussen (van 14 juni 2017) naar Belgisch recht. Dit is dus de ‘Belgische versie’. Het doel is gelijkaardig: bedrijven en vooral kmo's eenvoudiger en goedkoper toegang bieden tot publieksfinanciering. Hoe? Door het bedrag te verhogen (zoals door het Europees reglement wordt ‘voorgesteld’) waarboven bedrijven een prospectus moeten opstellen. We gaan dit van dichterbij bekijken …

Weg met het prospectus!

Het belangrijkste aspect van de hervorming heeft dus betrekking op het bedrag vanaf dewelke een prospectus vereist is. Tot nu toe was het juridisch informatiedocument voor potentiële investeerders verplicht vanaf 300.000 euro. Het is voor bedrijven echter ingewikkeld en kostbaar om zo'n prospectus te realiseren. Vanaf deze zomer gaat die drempel enorm de hoogte in: kmo's die een crowdfundingcampagne voeren, kunnen tot 5 miljoen euro ophalen zonder een prospectus te hoeven uitbrengen. Deze vrijstellingsdrempel kan zelfs tot 8 miljoen euro worden verhoogd wanneer wordt gewerkt met een niet-gereglementeerde beurs.

De winnaars: kmo's en crowdfundingplatforms 

Vanaf nu kunnen Belgische ondernemingen dus gemakkelijker crowdfundingcampagnes op grotere schaal organiseren. Daarmee kunnen we de achterstand op onze buurlanden inhalen, waar de vrijstellingsdrempel al veel langer geleden de hoogte is ingegaan. Het doel is kmo's eenvoudigere toegang tot financiering te bieden. Maar ook de crowdfunding- en crowdlendingplatforms, die het mogelijk maken geld bijeen te brengen door een beroep te doen op het publiek, wrijven zich in de handen. Tot nu toe moesten zij zich beperken tot financieringen van 300.000 euro of ingewikkelde toeren uithalen om die drempel te omzeilen. Hun operationele marge is nu heel wat ruimer.

Een stukje bescherming: de informatienota

De nieuwe Belgische wet omvat wel een veiligheidsnet. Voor crowdfundingprojecten van meer dan 500.000 euro waarbij de investeerders meer dan 5.000 euro kunnen inleggen, moet een ‘informatienota’ voor het publiek worden opgesteld. Dit document is beknopter en eenvoudiger op te stellen dan een prospectus. Het heeft als doel de investeerders belangrijke informatie te verstrekken. De nota moet ten laatste op het moment van terbeschikkingstelling van het aanbod bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) worden ingediend.

Article

27.08.2018

Wat is JEFTA nu precies?

Japan en de EU hebben een historisch akkoord gesloten dat de grootste vrijhandelszone ter wereld oplevert. Een sterk gebaar gezien het protectionistische spel dat de VS spelen …

Een jaar na Canada (CETA) tekende de Europese Unie onlangs een zeer omvangrijk economisch en commercieel verdrag met Japan: JEFTA (Japan-EU Free Trade Agreement). Na vijf jaar onderhandelen raakten de twee partners het eens over een tekst die in 2019 in werking zal treden. Anders dan CETA — dat de Italiaanse regering nog altijd weigert te ratificeren — hoeft dit nieuwe verdrag niet apart door elk nationaal parlement te worden bekrachtigd. Het verdrag omvat namelijk geen bepalingen over de bescherming van investeringen en de oplossing van conflicten (arbitragesystemen). Door de verschillende lidstaten werd hieromtrent niet gedebatteerd, hetgeen nadien toch wel wat kritiek opleverde…

Een belangrijk economisch verdrag

De omvang van het verdrag is groot: het gaat om bijna één derde van het wereldwijde bbp, 40% van de wereldwijde handel en een groep van ruim 600 potentiële consumenten! Dit maakt JEFTA het grootste verdrag dat ooit door de EU is afgesloten. Op de VS en China na is Japan de grootste economische partner van Europa. Met dit verdrag versterkt het land zijn banden met de EU. De commerciële betrekkingen met Berlijn zijn overigens nu al uitstekend: Duitsland is de grootste Europese exporteur naar Japan. Ook vanuit België zit de export naar de Japanse archipel de laatste jaren in de lift: wij staan op de 5de plaats in het Europees klassement. Andersom is België de Europese nummer 4 wat de import vanuit Japan betreft. In totaal kunnen 74.000 Europese bedrijven (waarvan 78% kmo's) naar Japan exporteren. Deze uitwisselingen zijn goed voor 600.000 rechtstreekse jobs binnen de EU. Volgens de experts zal de verkoop aan Japan met 16 tot 24% toenemen.

Op het programma: intensievere uitwisseling!

Dit verdrag is goed nieuws voor de Europese economie! Dankzij de verlaging van de Japanse douanetarieven, wordt de lokale markt — bijna 127 miljoen consumenten — opengezet voor de voornaamste landbouwproducten (85%) van de Europese Unie, zoals chocolade, wijn en pasta. Vandaag moet een Europees bedrijf dat in Tokio chocolade wil verkopen, 30% invoerrechten betalen. Voor melk en kaas waren de besprekingen niet eenvoudig; ze resulteerden in een afschaffing van de (zeer hoge) taksen, maar met een overgangsperiode die wel 15 jaar kan duren. Ook voor runds- en varkensvlees worden de taksen geleidelijk afgebouwd. Bepaalde niet-voedselproducten, zoals schoenen, profiteren ook van de versoepeling. Volgens experts zullen de Europese ondernemingen samen tot wel een miljard euro aan douanekosten kunnen besparen …

De Japanse autosector schakelt naar een hogere versnelling!

Tokio heeft beloofd om ruim 200 ‘Europese producten’, waaronder de Jambon d’Ardenne, hetzelfde beschermingsniveau te bieden als in Europa. Suiker en rijst – symbolische producten die lokaal sterk worden gesubsidieerd – vallen buiten het verdrag. Maar wie een verdrag afsluit, levert ook iets in. De Europese invoerrechten op Japanse auto's – op dit moment bedragen die 10% - zullen verdwijnen. Ook dit wordt geleidelijk aan toegepast (over een periode van 7 jaar). Auto-onderdelen (waarop op dit moment 3% taks wordt geheven) worden ook vrijgesteld van invoerrechten en dat vanaf het moment dat het verdrag in werking treedt.

Niet iedereen is blij…

Net als CETA (en TAFTA) heeft het verdrag met Japan niet enkel voorstanders. Het ‘geheime’ karakter van de besprekingen roept vragen op. Vooral de ‘samenwerking op regelgevingsgebied’ die JEFTA voorziet, maakt volgens sommigen ‘een einde aan de laatst overgebleven niet-tarifaire handelsbarrières’ (dat zijn de verschillen in normen en regels). Een ander pijnpunt is dat het onderdeel over duurzame ontwikkeling niet bindend is… Volgens bepaalde milieu-ngo's is het verdrag zelfs tegenstrijdig: de verbintenissen inzake de strijd tegen klimaatverandering en de verwachte intensievere handel zijn onverenigbaar met elkaar, zo luidt het …

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top