Article

29.05.2020

Houden de scheepvaart en de havens het hoofd boven water tijdens de coronacrisis?

Een haven is een ecosysteem op zich. Hoe laat de coronacrisis zich daar gelden? En op welke wijze helpt de bank de bedrijven daar?

Een haven is een ecosysteem op zich. Alles is er groter dan in het gemiddelde systeem: de volumes, de financiële transacties, de bedrijven, … Maar wat met de impact van de coronacrisis? We vroegen het aan twee experten van de bank: Guy Haesevoets en Danny De Lelie. 

 

In welke mate voelt de scheepvaart, en de haven, de invloed van de coronacrisis?

Guy Haesevoets (Corporate Coverage – Ports Practice): De lockdown in veel landen heeft in eerste instantie het aanbod van producten verminderd. Veel fabrieken lagen stil, de vraag naar goederen viel terug. Goederen worden wereldwijd voornamelijk vervoerd via containerschepen. De plotse vermindering van de volumes betekende dan ook dat de rederijen minder gingen varen, zodat heel wat schepen nu werkloos voor anker liggen. Dus minder laden en lossen, waardoor de haventerminals, en de dokwerkers, minder werk en inkomsten hebben.

Daarnaast moeten rederijen het hoofd bieden aan veel operationele problemen. In veel gevallen, bijvoorbeeld, kan de bemanning niet worden afgelost, en zit ze al 4 tot 6 maanden onafgebroken aan boord...

Danny De Lelie (Commercial Banking – BC Antwerpen Haven en Waasland): De havens zijn een kritische sector voor de economie. Bij de uitbraak van de coronacrisis is de haven van Antwerpen dan ook operationeel gebleven. Voorlopig is de impact op de actoren in de haven nog beperkt, maar het verleden leert dat in de logistieke sector die impact veelal met enige vertraging volgt. Vandaag kent de 'warehousing', de opslag en behandeling van goederen, in de Antwerpse haven een hogere bezettingsgraad van de magazijnen omdat er minder af- en aanvoer is. Dus meer inkomsten via verhuur, maar minder uit behandeling.

Vandaag zien we al moeilijkheden ontstaan omdat de facturatie vaak vertraging oploopt.  Nu er minder schepen varen kunnen expediteurs hun goederen minder snel bij hun klanten krijgen en krijgen ze hun facturen later betaald, vooral bij grotere corporates.

 

De crisis heeft dus ook invloed op de internationale handelstransacties?

Guy: In onze sterk geglobaliseerde wereld liggen de locaties van productie en consumptie voor veel goederen (fruit en groenten, wagens, elektrische toestellen, …) ver uit elkaar. Een wereldwijde daling van de vraag heeft dan ook een grote invloed op de internationale handel. Ze doet de inkomsten van de havenbedrijven sterk dalen, terwijl hun vaste kosten van de haveninfrastructuur (kranen, rollend materieel,…) blijven doorlopen. Voor bedrijven met een krappe cashpositie kan dat al snel leiden tot liquiditeitsproblemen. Tot vandaag valt die daling best nog wel mee, maar binnen een paar weken zal de trend wellicht meer voelbaar worden.

 

In welke mate kan de bank inspelen op de vragen en behoeften van de havenbedrijven?

Danny: Als bank doen we dat tijdens de huidige crisis vanuit diverse invalshoeken. Om te beginnen kunnen we een moratorium (kapitaaluitstel) op termijnkredieten toekennen. Zeker de logistieke bedrijven hebben vaak een belangrijke schuldgraad. Het moratorium biedt dan alvast financiële zuurstof voor de komende zes maand. Daarnaast kunnen bedrijven ook nog voor één jaar een extra krediet aanvragen dat in belangrijke mate onder staatswaarborg valt.

Ook de oplossingen via factoring (bevoorschotting van klanten en voorraden) en reverse factoring (bevoorschotting van leveranciers) kunnen interessant zijn om extra behoefte aan werkkapitaal te financieren. En ofschoon sommige van de grotere investeringsprojecten zijn uitgesteld omwille van de crisis, is er nog steeds de business as usual: we blijven rendabele en duurzame projecten onverminderd financieren.

Guy: Indien de crisis lang blijft duren, zullen veel bedrijven de opgelopen verliezen moeten opvangen met eigen middelen, wat hun solvabiliteit kan aantasten.  De internationale scheepvaart is per definitie een zeer volatiele sector, de meeste bedrijven hebben dan ook een buffer aan liquiditeiten om hen door de storm te loodsen. Maar na verloop van tijd zullen ze toch vers kapitaal nodig hebben, en dan kunnen wij hen adviseren om bijvoorbeeld hun kapitaalstructuur te verbeteren via de uitgifte van aandelen of obligatieleningen, het aantrekken van nieuwe investeerders,... Het is momenteel dan ook van groot belang dat we dicht bij onze bedrijven staan en hun behoeften, en de noden van de volledige maritieme supply chain, tijdig detecteren dankzij onze sectorkennis.

 

BNP Paribas Fortis en de havens

Bij BNP Paribas Fortis richten binnen Corporate Banking twee teams zich op maritieme activiteiten. Bij Commercial Banking, voor de middelgrote en grote bedrijven, is dat ‘Port & Logistics’ voor de Antwerpse haven; bij Corporate Coverage, voor de grootste bedrijven, doet ‘Ports Practice’ dat.

Beide volgen ze via hun relatiebeheerders de shipping- en havengerelateerde bedrijven, en bij Corporate Coverage ook de twee Belgische baggeraars (Jan De Nul en Deme), van dichtbij op via een sectoriële benadering. Voor de financiering van zeeschepen werken de teams daarbij zeer goed samen met dat van Shipping & Offshore Finance  in Parijs. Daarmee onderscheidt de bank zich van de concurrentie in haar streven om bij uitstek de bevoorrechte financiële partner te zijn van de Belgische shipping- en havenbedrijven.

 

Leerstoel ‘Transport, Logistiek en Havens’ verlengd

Daarnaast coördineert  Ports Practice al sinds 2010 ook de leerstoel ‘Transport, Logistiek en Havens’ die de bank steunt aan de Universiteit van Antwerpen. Die leerstoel houdt de vinger aan de pols van de sector: de uitdagingen van de maritieme sector identificeren en de belangrijkste actoren binnen de havengemeenschap bij elkaar brengen om samen naar creatieve oplossingen te zoeken voor de lokale en wereldwijde uitdagingen van de haven van morgen.

Recent verlengde de bank haar samenwerking met een jaar, tot 30 september 2021. Commentarieerde Didier Beauvois, Hoofd BNP Paribas Fortis Corporate Banking, daarbij: “Via deze leerstoel zetten we schitterend onderzoek verder dat direct bruikbaar is voor de brede havengemeenschap. We verlengen deze samenwerking dan ook graag om academici, industrie, collega’s en klanten samen te brengen. Door een community te creëren en samenwerking te faciliteren, wakkeren we de innovatiezin aan en maken we bedrijven competitiever.“

Meer weten over deze leerstoel? Klik hier.

Article

18.05.2020

De maritieme sector houdt er (voorlopig) de vaart in

Maritiem transport is een uiterst belangrijke transportmodus voor internationale handel. Het is cruciaal dat de maritieme keten niet onnodig verstoord wordt, zoals door de coronacrisis.

Maritiem transport is een uiterst belangrijke transportmodus voor internationale handel. Het is cruciaal dat de maritieme keten niet onnodig verstoord wordt, zoals door de coronacrisis. Transporteconoom Christa Sys die ook verbonden is aan de Leerstoel BNP Paribas Fortis Transport, Logistiek en Havens, deelt graag haar visie.

‘Quarantaine’ heeft maritieme oorsprong

Iedereen praat vandaag over ‘quarantaine’. Weinigen weten dat dit woord regelrecht uit het maritiem transport komt. In de 14de eeuw lieten Italiaanse handelssteden schepen uit besmette streken (pest, cholera) veertig dagen (quaranta giorni) voor anker liggen in Italiaanse havens. Ook nu, tijdens de coronacrisis, kwamen cruiseschepen (Japan, Egypte, België…) in quarantaine te liggen. Daarnaast pasten sommige havenautoriteiten (bv. Singapore) strikte quarantainevoorschriften toe op alle schepen uit China, en willen sommige rederijen naar bepaalde landen (bv. Italië) niet meer varen.

Grotere impact dan de financiële crisis

Het is nu nog te vroeg om zicht te krijgen op de proporties van de economische impact van de coronacrisis. Duidelijk is wél dat deze crisis van een andere orde kan zijn dan de SARS-epidemie in 2003 en de financieel-economische crisis in 2008. In tegenstelling tot de financiële crisis heeft het coronavirus een impact op de aanbodzijde én de vraagzijde. Afhankelijk van de ontwrichting van de economie (bijvoorbeeld het aantal faillissementen) zal de economie terug aantrekken in 2021 (volgens IMF) of in 2023 (volgens de OESO).

Prof. Christa Sys: “Alles hangt af van het onder controle krijgen van het coronavirus. Lukt dit in het tweede kwartaal, dan volgt snel herstel, maar dat ziet er niet naar uit.”

Kopzorgen voor de maritieme sector

Er bestaat niet zoiets als ‘de’ maritieme sector. Het is een sector met verschillende deelmarkten, waarvan de grootste segmenten droge bulk (43%), liquide bulk (31%) en containervaart (13%) zijn. Onmiddellijk voelbaar voor de rederijen in alle deelmarkten zijn de operationele uitdagingen:

  • Bemanning: uitstel van bemanningswissels;
  • Vaarroutes: afname havenaanlopen;
  • Scheepsonderhoud: rederijen verliezen geld aan schepen die vastliggen in afwachting van onderhoud;
  • Scheepsbouw: er is vandaag geen mogelijkheid om werven te bezoeken;
  • Scheepsafbouw: afname arbeidskrachten op de sloopmarkt.

Andere problemen zijn gelinkt aan de onzekere evolutie van de vrachtprijzen – de belangrijkste bron van inkomsten voor de rederijen – en de verminderde activiteit.

  • Lage olieprijzen hebben de vraag naar (super)tankers voor ruwe olie op korte termijn enorm doen stijgen, maar de coronacrisis zal ook de tankermarkt nog verstoren. Op lange termijn zal de vraag naar ruwe olie vertragen door lagere economische activiteit (± 25% daling van binnenlands olieverbruik) en annulering van vliegreizen (kerosine).
  • De rederijen actief op de LNG-markt (Liquefied Natural Gas) worden geconfronteerd met het sluiten van havens in onder andere India en Pakistan.
  • Droge bulk is een gefragmenteerde markt, zowel in termen van vraag als aanbod. De grootste schepen worden geconfronteerd met een lage vraag naar ijzererts, terwijl de kleinere schepen – die grondstoffen als graan, rijst, suiker (voedingsindustrie) en cement (bouwsector) transporteren – sowieso onder druk komen te staan in tijden van zwakke economische groei.
  • Aanvankelijk was de impact voor de containervaart minder voelbaar, maar inmiddels is door de snel veranderende marktsituatie (lockdowns) ook de vraag naar containers afgenomen.

Prof. Christa Sys: “Rederijen met financiële reserves zullen hiertegen opgewassen zijn. Anderen gaan afzien of dit misschien niet te boven komen.”

Impact op de Antwerpse haven

België is een open economie met zeer belangrijke zeehavens. Ons land drijft vooral handel met Europese landen. Onze belangrijkste handelspartners zijn Frankrijk, Duitsland, Nederland en Italië. En ook de trafiek in de havens van Antwerpen en Zeebrugge betreffen voor het grootste deel Europese bestemmingen, gevolgd door trafiek van en naar Azië. In 2019 was volgens de FOD Economie de Chinese markt goed voor respectievelijk 1,8% en 2,8% van de totale Belgische export en import.
De haven van Antwerpen heeft het voordeel een prominente rol te spelen in de zogenaamde ‘continue sector’ of chemische sector die 24/7 blijft werken. Recent kenden onze haventerminals zelfs hogere ladingsvolumes, maar ze zullen snel met onvoorspelbare stromen en extreme vraagpieken (incl. stockage) geconfronteerd worden.

Prof. Christa Sys: “Op middellange tot lange termijn zullen ook de Belgische havens een terugval van activiteit kennen.”

En wat op langere termijn?

Dat het scheepvaartlandschap zal wijzigen, is zeker. Meer en meer wordt gefluisterd dat een langdurige economische ontwrichting er uiteindelijk toe kan leiden dat verschillende industrieën, waaronder de scheepvaart, moeten nadenken over een te grote afhankelijkheid van één land of continent, en misschien moeten overwegen om sommige activiteiten buiten landen als China te verplaatsen. Werkt de coronacrisis als een eyeopener? Wij volgen alvast de trends voor u op.

Contact                                 

Bent u actief in de maritieme sector en zoekt u naar een ervaren (gespreks)partner voor uw projecten? Onze experten van Ports & Practice en Business Centre Antwerpen-Haven-Waasland helpen u graag verder! Vul hier het contactformulier in.

(Bron: blog van Prof. Sys d.d. 15 april 2020)

De Brusselse scale-up Optimy brengt vrijwilligerswerk, donaties, mecenaats- en sponsoractiviteiten van bedrijven samen op één platform. Daar zijn hun maatschappelijke gevolgen concreet meetbaar.

“Oorspronkelijk beschouwde ik mezelf niet als een sociaal ondernemer, al was ik wel bezig met sponsoring. Op vraag van onze klanten hebben mijn partners en ik een hele dienstverlening ontwikkeld die is uitgegroeid tot het meest uitgebreide platform op de markt”, zegt de CEO van Optimy, Kenneth Bérard.

Een van die klanten was de BNP Paribas Fortis Foundation, die maatschappelijk een groter verschil wou maken en die acties ook meer zichtbaarheid wou geven. “Het is voor bedrijven een must om een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Dat genereert meerwaarde voor het bedrijf en voedt een positieve spiraal. Maar die maatschappelijke gevolgen moeten meetbaar zijn. Hoeveel kinderen worden er geholpen? Hoeveel bomen zijn er geplant? Welk effect heeft dat op de tevredenheid van de werknemers, op het imago, op de omzet? Ons model biedt dat allemaal aan. Bedrijven moeten dus niet telkens nieuwe modules aanschaffen als ze extra activiteiten willen toevoegen. Dat is volgens mij onze grote succesfactor. We zijn marktleider in Europa in onze sector en het enige bedrijf dat actief is in zowel Europa als Noord-Amerika.”

Persoonlijke begeleiding

“Veel bedrijven zitten vol goede bedoelingen. Ze willen een positief effect hebben op de samenleving, maar vaak ontbreekt het hen aan een goede methode om dat efficiënt te doen”, merkt de ondernemer op. “Ze hebben de neiging om al hun inspanningen los van elkaar te zien. Het Optimy-platform biedt daar een oplossing voor. Het is makkelijk samen te stellen en is servicegericht. We passen ons aan aan de processen van elke businessunit en elk bedrijf. Omgekeerd werkt het niet”, verzekert Kenneth Bérard. “Onze klanten zoeken geen technologie, maar wel begeleiding. We investeren in personalisering en dat loont, toont ook een tevredenheidsonderzoek bij onze klanten.”

Acties structureren

Het eerste advies dat Optimy altijd geeft aan bedrijven: versnipper je inspanningen niet, ze moeten één geheel vormen. “We raden bedrijven aan hun acties met behulp van ons instrument te structureren. Het beleid in maatschappelijk verantwoord ondernemen moet in lijn zijn met de waarden, het DNA en de bredere strategie van het bedrijf. En de acties moeten natuurlijk transparant en goed worden uitgevoerd.”

De juiste partner

De band die Optimy vanaf het begin had met BNP Paribas Fortis was doorslaggevend voor de groei van het bedrijf. “Het feit dat de bank ons volgt, heeft onze geloofwaardigheid vergroot bij onze partners, investeerders, klanten en ook intern. Nu zet ze voor ons een factoringservice op om onze groei verder te ondersteunen.”

De groei van Optimy werd eerst ondersteund door cashflow, wat ongebruikelijk is voor een technologiebedrijf. Vanaf 2019 kwam er financiering in het spel. Toen trad een Canadees fonds dat gespecialiseerd is in SaaS-bedrijven (Software as a Service) en verbonden is aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) tot het kapitaal.

Multiculturele verrijking

Zoals voor meer bedrijven is een van de grootste uitdagingen van Optimy de werving van nieuw talent. “Wij hebben die uitdaging kunnen omzetten in een troef”, besluit Kenneth Bérard. “We trekken talent aan uit het buitenland. In ons kantoor in Brussel werken zestig mensen van twintig nationaliteiten. Die multiculturaliteit is een enorme verrijking en heeft ons geholpen om internationaal door te breken.”

“Het beleid om maatschappelijk verantwoord te ondernemen moet in lijn zijn met de waarden, het DNA en de bredere strategie van je bedrijf”.

Article

11.03.2024

“We zijn klaar om de transitie van bedrijven te versnellen, ook die van kmo’s”

Goede ESG-prestaties (Environment, Social, Governance) worden een concurrentiefactor. Ook kmo's zijn zich daar steeds meer van bewust. Een goede zaak, aldus Didier Beauvois, Head of Corporate Banking.

Hoe verklaart u dat verhoogde bewustzijn bij kmo’s?

“Met de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) zijn beursgenoteerde bedrijven en bedrijven met meer dan 250 personen sinds 2022 onderworpen aan rapporteringsverplichtingen op het gebied van ESG-prestaties. Ze engageren zich ten opzichte van hun klanten, investeerders, banken, medewerkers en aandeelhouders. Om aan het ESG-lastenboek te voldoen, geven ze steeds meer de voorkeur aan leveranciers, vaak kleinere bedrijven, die deugdelijke praktijken hanteren en dat kunnen aantonen. Bovendien zal de CSRD vanaf 2026 ook van toepassing zijn op kmo’s.”

Is duurzaamheid dan een must geworden voor alle bedrijven?

“Als je wilt blijven werken met klanten van een bepaalde grootte, zoals bijvoorbeeld in de distributiesector, heb je geen keuze meer. Met goede ESG-prestaties kan je het verschil maken met de concurrentie. We moedigen kmo’s aan om te communiceren over de inspanningen die ze leveren. Geloofwaardigheid garandeert mee het voortbestaan van de organisatie, want een deugdelijk bedrijf zal veel beter gepositioneerd zijn om investeerders aan te trekken of goede financieringsvoorwaarden te krijgen.”

Hoe helpt de bank kmo’s met hun transitie?

“Dankzij onze ervaring met grote bedrijven staan we klaar om hen bij elke stap te begeleiden. We hebben de expertise, partners en oplossingen die we stap voor stap toegankelijk maken voor kleinere bedrijven. Onze relatiebeheerders kunnen rekenen op een uitgebreid netwerk van interne experts. Die van ons Sustainable Business Competence Centre, bijvoorbeeld, of die van de Low-Carbon Transition Group, een netwerk van BNP Paribas dat wereldwijd 200 deskundigen samenbrengt om onze klanten te begeleiden naar minder koolstof.”

Hoe begeleidt u klanten concreet?

“Onze relatiebeheerders, in samenwerking met onze experts en externe partners, bieden onze klanten een echt traject aan. Ik herneem het voorbeeld van een kmo die leverancier is van een grote distributiespeler. Zodra de kmo de risico's en kansen van ESG begrijpt, helpen we bij het stellen van een diagnose en adviseren we over de te nemen acties: wat kan het bedrijf doen? Het wagenpark minder vervuilend maken, de energie-efficiëntie van de gebouwen verbeteren, zelf een deel van de energie produceren, productieprocessen meer circulair maken, de corporate governance aanpassen, tot een beter evenwicht komen tussen mannen en vrouwen in het managementteam enz. Vervolgens bekijken we samen de nodige financieringen om deze acties uit te voeren en stellen we oplossingen voor die het best aansluiten bij de situatie, de grootte en de sector van de onderneming. We hebben een breed scala aan producten ontwikkeld specifiek gericht op de energietransitie, die we zelf of via partners aanbieden.”

Kunt u enkele voorbeelden geven?

“We bieden specifieke kredieten aan voor de aankoop van isolatie, zonnepanelen, hoogrendementsketels of elektrische voertuigen. Grotere kmo's kunnen ook toegang krijgen tot een kredietlijn (van minstens 10 miljoen euro) waarvan de rentevoet gekoppeld is aan het behalen van ESG-doelstellingen, die door onafhankelijke deskundigen wordt geverifieerd. Zo hebben we een kalkproducent gefinancierd door de rente van zijn lening te koppelen aan de vermindering van zijn CO2-uitstoot. Bij een parkinguitbater hebben we de rente gekoppeld aan de uitstoot van fijnstof. We zetten ook factoringoplossingen op gekoppeld aan ESG-verplichtingen. Daarmee willen we de betaling financieren van facturen van kmo's van elke omvang.”

Article

08.03.2024

Bedrijven hebben er belang bij om te kiezen voor elektrische en multimodale mobiliteit

BNP Paribas Fortis is klaar voor de mobiliteit van morgen. Onze bijdrage gaat veel verder dan het leasen van elektrische voertuigen, zegt Laurent Loncke, General Manager Retail Banking en lid van het directiecomité van de bank.

Hoe kunnen bedrijven van mobiliteit een van de hefbomen maken van hun transitie?

“Als we alleen kijken naar het voertuiggebruik, kan de overstap van fossiele naar elektrische energie de CO2-uitstoot verminderen met een factor vier. Die verandering wordt meer dan ooit fiscaal aangemoedigd in ons land. Vanaf 2035 is de verkoop van auto's met verbrandingsmotoren ook verboden in de Europese Unie. Of het nu gaat om de bedrijfsvloot of de bedrijfswagens voor het personeel, elk bedrijf heeft er belang bij te kiezen voor elektrisch rijden. En dat naast andere vormen van mobiliteit.”

Hebben alle bedrijven dat begrepen?

“Vandaag zijn twee op de drie nieuwe voertuigen bedrijfswagens. En 80% van die bestellingen zijn elektrische voertuigen. Dat is ook het geval bij onze partner Arval.”

Bedrijven spelen dus een voortrekkersrol in deze transitie?

“Zeker. In de eerste plaats omdat bedrijfswagens de tweedehandsmarkt voeden. Dat zal elektrisch rijden voor iedereen toegankelijker maken. Vervolgens omdat wie voor een elektrische auto kiest zijn vrienden en familie kan aanmoedigen hetzelfde te doen. Onze recente Profacts-studie toont aan dat 85% van de eigenaars van een elektrisch voertuig tevreden tot zeer tevreden is dat ze de stap hebben gezet. Maar 42% van de Belgen is nog terughoudend. De helft van hen is bang dat hun batterij leeg is voordat ze kunnen opladen.”

Is die angst terecht?

“Niet helemaal. De meeste automobilisten voelen zich pas comfortabel met een bereik van 500 kilometer, ook al rijden ze maar enkele tientallen kilometers per dag. Los daarvan is het absoluut noodzakelijk om het oplaadnetwerk verder te ontwikkelen. Voor veel mensen, vooral in steden, is het niet mogelijk om thuis een oplaadpunt te installeren. BNP Paribas Fortis draagt bij aan de uitbreiding van het oplaadnetwerk via de participatie in Optimile. Deze Gentse scale-up biedt softwareoplossingen aan voor het opladen van elektrische wagens en ontwikkelt strategische partnerschappen voor de installatie en het onderhoud van oplaadpunten.”

Kan een elektrische auto worden opgenomen in het verloningspakket van elke werknemer?

“Tegenwoordig verschijnen er minder dure voertuigen op de markt die toegankelijk zijn voor het midden- en lager kader. Daarnaast telt bij een elektrische wagen vooral de Total Cost of Ownership. En die totale kosten liggen veel lager dan bij een voertuig met een verbrandingsmotor. Vaak heeft men er alle belang bij om voor leasing te kiezen. We bieden een volledig en op maat gemaakt aanbod aan alle bedrijven, ongeacht hun omvang en behoeften.”

Wat bedoelen jullie precies met een 'compleet aanbod'?

“Naast leasing bieden we dankzij onze vele partners ook oplaadoplossingen aan thuis of op het werk, een oplaadkaart voor openbare netwerken, de automatische terugbetaling van het stroomverbruik thuis, een app om oplaadpunten te vinden en opleidingen in elektrisch rijden.”

Een volledig ecosysteem dus?

“We willen meebouwen aan de mobiliteit van morgen. Door ze te financieren, via krediet of leasing, te verzekeren, maar ook door samen te werken met partners buiten onze traditionele activiteiten. Zoals het al eerder vermelde Optimile, en Touring, een organisatie die garant staat voor betrouwbaarheid.”

Maar mobiliteit gaat toch niet alleen over de auto?

“Wij willen eerder de relatie met de auto heroverwegen. Gezien de klimaatdoelstellingen en de toenemende schaarste aan grondstoffen, is het onmogelijk om elke verbrandingsauto te vervangen door een elektrische. Arval biedt een uitgebreide expertise aan bedrijven die mobiliteit anders willen bekijken. We helpen hen om hun behoeften te analyseren, alternatieven voor de auto te vinden, een mobiliteitsbudget ter beschikking te stellen of een mobiliteitsbeleid op te stellen. We bieden fietsleasing aan, al dan niet in combinatie met autoleasing. We geloven sterk in multimodaliteit en mobility as a service-oplossingen: de mogelijkheid om verschillende vervoersmodi te combineren en er gemakkelijk voor te betalen. Dat is ook een van de specialiteiten van onze partner Optimile.”

Staan bedrijven en hun werknemers open voor deze boodschap?

“Het idee dat werknemers niet langer zeggen 'ik heb zoveel voor mijn auto in mijn salarispakket', maar eerder 'ik heb zoveel voor mijn mobiliteit', wint terrein. Betalen voor gebruik in plaats van bezit zien we al in fitness of streaming. Mobiliteit gaat dezelfde weg op, met deelauto's en forfaitaire abonnementen die het kostenplaatje voorspelbaarder maken voor bedrijven en particulieren. Maar de snelheid van deze verandering hangt ook af van het succes van het federale mobiliteitsbudget, dat moeilijk van de grond komt.”

 

BNP Paribas Fortis nv – Warandeberg 3 – B-1000 Brussel – BTW BE 0403.199.702 – RPR Brussel

Optimile nv – Sassevaartstraat 46 bus 204, 9000 Gent – RPR Gent – BTW BE 0648.837.849 – www.optimile.eu - BNP Paribas Fortis nv bezit een deelneming van meer dan 10% in Optimile nv.

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102

Touring nv, Koning Albert II-laan 4 B12, 1000 Brussel – RPR Brussel – KBO BE 0403.471.401, is ingeschreven onder dit nummer bij de FSMA, Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, en handelt als verbonden agent, vergoed door commissies, voor AG Insurance nv. AG Insurance nv bezit een deelneming van meer dan 10% in Touring nv.

Discover More

Contact
Close

Contact

Zou u onderstaande vragen kunnen beantwoorden? Zo kunnen wij uw aanvraag sneller en op een meer geschikte manier behandelen. Alvast bedankt.

U bent zelfstandige, oefent een vrij beroep uit, start of leidt een kleinere, lokale onderneming? Ga dan naar onze website voor professionelen.

U bent particulier? Ga dan naar onze website voor particulieren.

Is uw onderneming/organisatie klant bij BNP Paribas Fortis?

Mijn organisatie wordt bediend door een Relationship Manager:

Uw boodschap

Typ de code die in de afbeelding wordt getoond:

captcha
Check
De Bank verwerkt uw persoonsgegevens overeenkomstig de Privacyverklaring van BNP Paribas Fortis NV.

Bedankt

Uw bericht is verzonden.

We antwoorden u zo snel mogelijk.

Terug naar de huidige pagina›
Top